Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vrede door recht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrede door recht

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

De straf, die ons de vrede aanbrengt, was op Hem. Jesaja 53: 5b

Het Oude Testament legt sterke nadruk op het oorzakelijke verbarul tussen lijden en schuld. De Knecht des Heeren lijdt als een onschuldige. De mening van Zijn volksgenoten, dat Hij een geslagene was door God vanwege Zijn zonde, zie vers 4, wordt duidelijk als dwaling gekarakteriseerd. De Heere noemt Hem: Mijn Knecht, de Rechtvaardige, en van Hem wordt getuigd dat Hij geen onrecht heeft gedaan, noch bedrog in Zijn mond geweest is.

Men heeft wel overeenkomst willen zien tussen de profetie uit Jesaja 53 en de klaagpsalmen, maar van de Knecht des Heeren worden dingen gezegd die geen psalmdichter van zichzelf zou kunnen getuigen. Tussen de Lijder en Zijn volksgenoten wordt een scherpe tegenstelling gemaakt. De Knecht is alleen onschuldig, terwijl zij allen dwaalden als schapen en Hij om hun overtredingen werd verwond. Het raadsel van het lijden der

rechtvaardigen in het Oude Testament vindt in Jesaja 53 zijn scherpste vorm. Het raadsel vindt in Jesaja 53 vers 5 en 6 zijn oplossing. Het lijden des Heeren is plaatsvervangend lijden.

Jesaja 53 is een duidelijke profetie van het plaatsvervangend lijden van Christus. De straf op Hem. Welke straf? Wel, de straf, gesteld op de overtreding van de wet des Heeren. In onze bondsbreuk in Adam verkeren wij allen onder de rechtvaardige toorn van God. De vloek van de wet moet ons treffen, want vervloekt is een iegelijk die niet blijft in het boek der wet om dat te doen. De bezoldiging, de uitbetaling der zonde is de dood en daarna het oordeel, het eeuwig straflijden in de hel. Van nature

zijn wij allen onderworpen aan de tijdelijke, geestelijke en eeuwige dood. Maar, o eeuwig wonder, plaatsvervangend stelt Christus Zich voor schuldige zondaren onder deze straf. Ons aller ongerechtigheid - dat is de ongerechtigheid van Zijn Kerk- heeft de Heere op Hem doen aanlopen. Christus heeft Zich vrijwillig Borg gesteld in de plaats van verloren zondaren. Om de diepte van de schuld en de ernst der zonde te peilen is het noodzakelijk met het oog des geloofs op een lijdende en stervende Borg te zien. Deze van God geschonken Borg en Middelaar heeft het geschonden recht van de Rechter van hemel en aarde bevredigd door aan de eis van de wet volkomen genoeg te doen. Hij heeft de vloek van de wet gedragen en weggedragen. De schuld heeft Hij betaald. Zijn lijden en sterven was borgtochtelijk; in de plaats van heiwaardige zondaren. Gods toorn en gramschap over de zonde, en mitsdien over de zondaar, waaronder zij eeuwig rampzalig zouden zijn, heeft Christus door Zijn voldoenend en verzoenend lijden en sterven gestild.

Zullen wij ooit iets verstaan en ervaren van de vrede die voortvloeit uit het werk en de verdienste van Christus, dan is één zaak zeker nodig. Want al ligt de verwerving van de zaligheid en de vrede met God geheel buiten ons in Christus, in de toepassing door de Heilige Geest krijgen schuldige zondaren te maken met de wrekende gerechtigheid van God. En deze wrekende gerechtigheid eist de dood van elke zondaar en zondares. En juist door de ontdekkende genade van God de Heilige Geest leert de Heere ons ons eigen doodvonnis ondertekenen. De vrede met God in de toepassing gaat nooit buiten de beleving van het recht van God om. Nooit zullen wij de vrede met God leren kennen, nooit de verzoening met God, als wij niet onze hel- en doemwaardigheid hebben leren kennen. Christus als lijdende en stervende Borg krijgt alleen in die weg waar- de voor ons. Als wij door het geloof mogen verstaan wat zo schoon in het Avondmaalsformulier staat: Hij voor mij, daar ik anders de eeuwige dood had moeten sterven. Daarom ziet het oprechte geloof allereerst schoonheid in een vernederde Christus. Daarin, namelijk in Zijn vernedering, wordt Hij noodzakelijk. Juist het zaligmakende geloof belijdt van een lijdende en stervende Christus - en laat het door genade ook onze belijdenis mogen zijn: U dan, die gelooft, is Hij dierbaar. Hij ging als Onschul­

dige staan in de plaats van schuldigen, opdat Hij ons tot God zou brengen. In Christus en door Christus verkrijg ik vrede met God. De Schepper, Die Zijn schepsel door de zonde van de eerste Adam kwijtraakte, ontvangt in de tweede Adam Zijn schepsel weer terug. Dan is er weer harmonie, dan is er weer vrede. Een vrede die nimmer verbroken kan worden.

Rhenen,

ds. J. Veenendaal

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 2007

De Saambinder | 16 Pagina's

Vrede door recht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 2007

De Saambinder | 16 Pagina's