Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een krom en verdraaid geslacht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een krom en verdraaid geslacht

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Alle zonen van Herodes de Grote die in de Bijbel worden genoemd, hebben we nu besproken. Ditmaal vraagt een van zijn kleinzoons onze aandacht: Herodes Agrippa I.

Deze man - een échte koning! - staat eigenlijk onder twee namen bekend. Buiten de Bijbel - en dan denken we vooral aan de boeken van Flavius Josephus - wordt hij Agrippa genoemd. Nu komt ook in de Bijbel wel een Agrippa voor - u weet wel: de man die bijna bewogen werd een christen te worden - maar dat was een zoon van de man over wie het in dit artikel gaat. Die 'bijna-christen' was namelijk Herodes Agrippa II. Nu vraagt echter Herodes Agrippa I onze aandacht, en deze man wordt in de Bijbel niet Agrippa genoemd, maar gewoon Herodes. De bijbelle­ zer moet dus goed oppassen dat hij hem niet verwart men bijvoorbeeld Herodes Antipas, de moordenaar van Johannes de Doper, die immers in de Schrift ook Herodes wordt genoemd. Het hieronder afgedrukte overzicht zal - hoop ik - de lezer wat dat betreft voor vergissingen kunnen bewaren.

Inktzwarte letters

Als met inktzwarte letters staat de naam van de man over wie het thans gaat in de Bijbel. Hij was een wrede moordenaar. Gods Woord zegt drie dingen van hem, steeds in Handelingen 12. In de eerste plaats lezen we in vers 1 dat de koning Herodes de handen aan sommigen van de gemeente sloeg, om die kwalijk te behandelen. Triest dieptepunt is dat hij zó ver gaat dat hij Jakobus, de broeder van Johannes, met het zwaard laat doden. De eerste apostel die valt in de vervolging! Daarna zet hij Petrus in de gevangenis. Dat liep slecht af, althans voor Herodes Agrippa en zeker voor de soldaten die Petrus moesten bewaken. De apostel wordt na een gedurig gebed van de gemeente op een wondere wijze door de engel des Heeren uit de kerker bevrijd. Tenslotte vermeldt Handelingen 12 de verschrikkelijke dood van Herodes Agrippa. Na een toespraak waarin hij zich als een god laat bejubelen, wordt hij plotseling ziek en sterft onder vreselijke pijnen. Vers 23 zegt dat hij voor zijn dood reeds van de wormen werd gegeten. Meer dan deze drie voorvallen vermeldt Gods Woord niet over deze man. We weten echter veel meer van hem uit de Joodse Oudheden van Flavius Josephus, het boek waaruit we in deze serie artikelen al vaker hebben geput. We willen eens gaan horen wat Josephus over hem te melden heeft.

Met Claudius naar school

Men zegt wel eens dat iemands jeugd hem voor het verdere leven stempeh. De jeugd van Herodes Agrippa was niet zo gemakkeüjk geweest. Toen hij drie jaar oud was, werd zijn vader Aristobulus door diens vader (Herodes de Grote) om het leven gebracht. Stel u dat eens voor: je grootvader die je vader ombrengt!

Agrippa werd al jong naar Rome gestuurd. Daar groeide hij op met de prinsen uit het keizerlijke huis. Zo ging hij naar school met de jongen die later keizer Claudius zou worden. Een van de schrijvers die ik erop nasloeg, zegt dat hij een echte dandy werd - een jonge man dus met veel aandacht voor de mode en voor zijn uiterlijk - een opmerking die het beeld bevestigt dat in Handelingen 12:21 van hem wordt getekend!

Een zwerver met schulden

Flavius Josephus beschrijft in boek XVIII van zijn Joodse Oudheden Agrippa als een man die niet met geld kon omgaan, altijd geld nodig had en daarom steevast schulden maakte. Het liep zó uit de hand, dat hij Rome ontvluchtte en zich terugtrok in een vesting in Idumea - het vroegere Edom - waar hij met de gedachte speelde om een eind aan zijn leven te maken. Zijn vrouw - een zekere Cyprus - kreeg het door en schreef een brief om hulp aan Agrippa's zus Herodias - we kennen haar wel: zij had de moord op Johannes de Doper op haar geweten. Herodias deed een goed woordje voor haar broer bij haar man. Herodes Antipas (de 'vos'). Het resultaat was dat Agrippa van zijn zus en zwager een huis aangeboden kreeg, wat geld om van te leven en een functie als marktmeester in Tiberias. Daar liep dan de prins op de markt! Niemand kon op dat moment vermoeden dat deze man later koning zou worden over een gebied dat net zo groot was als waarover eenmaal zijn grootvader had geheerst. Het is geen wonder - we zagen dat in een vorig artikel - dat zijn zus jaloers en woedend was, toen Agrippa later van de keizer de koninklijke waardigheid kreeg - iets wat haar man Antipas nooit was te beurt gevallen...

Het zou overigens nog heel wat voeten in aarde hebben voor de latere moordenaar van de apostel Jakobus koning werd. Al spoedig kreeg hij ruzie met zijn zwager (en oom) Herodes Antipas. Dat betekende dat hij kon vertrekken uit Galilea. Ook in de stad Antiochië maakte Agrippa zich onmogelijk. Nadat hij met de hulp van zijn vrouw weer geld had geleend, probeerde hij nog één keer in Rome een geslaagd man te worden. En zowaar: hij vond daar steun bij een machtige en invloedrijke dame, een zekere Antonia. Zij was de grootmoeder van Caligula, die in het jaar 37 keizer zou worden en de moeder van Claudius, die in 41 Caligula zou opvolgen. Antonia voorzag Agrippa van de nodige middelen. Bovendien zag hij kans de adjudant te worden van Caligula en bevriend met hem te raken.

De uil in de boom

Het heeft er alle schijn van dat de inmiddels 46-jarige Agrippa door zijn toenemende voorspoed bedwelmd werd. Hij was zo onvoorzichtig tijdens een ritje tegen Caligula te zeggen dat het maar te hopen was dat keizer Tiberius zo spoedig mogelijk afstand zou doen van de troon en dat Caligula hem dan maar op moest volgen. Hij zou het allicht beter doen dan zijn voorganger! Agrippa had maar beter niet zo kunnen vleien en zijn mond moeten houden, want zijn woorden werden opgevangen door een vrijgelaten slaaf, die het een en ander aan keizer Tiberius meedeelde. Toen was de boot natuurlijk aan. De keizer liet Agrippa op staande voet arresteren. Daar stond de trotse man nu: met zijn mooie purperen kleren nog aan werd hij geboeid neergezet voor het keizerlijk paleis, tussen een groep andere gevangenen. En dan vetrelt Flavius Josephus ons een merkwaardig verhaal {Joodse Oudheden, XVIII, 195-202). Ik zou het hier niet weergeven, als het niet weer terug zou komen bij de gebeurtenissen rond de dood van Agrippa, die ons ook worden vermeld in de Schrift (Handelingen 12). Een of andere vogel - de Romeinen noemde hem een 'bubo', een soort uil - streek neer op de boom waar Agrippa tegenaan geleund stond. Een van de medegevangenen, een Germaan, zag dat gebeuren en vroeg aan zijn bewaker wie die man in het purper w^as. Toen hij hoorde dat hij een Jood was en Agrippa heette, vroeg de Germaan of hij wat tegen hem zeggen mocht. Dat werd toegestaan. De Germaan vertelde toen aan de verbaasde Agrippa dat hij niet teveel in de put moest zitten, want dat de tijd zou komen dat hij van zijn ketenen bevrijd zou worden en tot hoge macht en aanzien zou geraken. Maar, voegde de man eraan toe, onthoud één ding goed: zodra je die vogel daar boven je hoofd opnieuw ziet, zul je binnen vijf dagen sterven! Agrippa lachte de Germaan uit, zo dwaas vond hij diens woorden. Maar volgens Flavius Josephus kwam er jaren later een dag dat hij weer aan de woorden van de man moest denken. We laten de waarde deze geschiedenis hier verder nu rusten. Later hoop ik er nog even op terug te komen.

Een zwerver wordt koning...

Inmiddels ging de wereldgeschiedenis verder. Keizer Tiberius werd ziek en stierf. Hij werd opgevolgd door Caligula, de vriend van Agrippa, zoals we zagen. Bijna had Agrippa zich toen nog lelijk vergaloppeerd. Toen namelijk een vroegere slaaf hem op weg van de gevangenis naar het badhuis tegemoet kwam en tegen hem zei: 'De leeuw is dood', begreep Agrippa dat de slaaf keizer Tiberius bedoelde. Hij sprong een gat in de lucht van blijdschap en toen de centurio aan wie hij zat vastgeketend, vernam wat er aan de hand was, maakte deze de ketting los en ging hij met Agrippa ergens dineren. Toen ze half dronken waren, kwam er iemand binnen met het ontstellende bericht dat keizer Tiberius helemaal niet was overleden! De centurio schrok vreselijk, was in één ogenblik nuchter en liet Agrippa weer in de boeien slaan. De volgende ochtend echter bleek dat de keizer wel degelijk dood was. Het is allemaal symptomatisch voor het leven van Herodes Agrippa: één aaneenschakeling van wederwaardigheden, turbulent en vdsselvallig.

Nadat aan keizer Tiberius met veel pracht en praal de laatste eer was bezwezen, nam Caligula, de nieuwe keizer, het roer van de staat in handen. Een van de eerste dingen die hij deed, was aan zijn vriend Agrippa de koninklijke diadeem op het hoofd zetten. Hij schonk hem het gebied van zijn inmiddels overleden oom Filippus, ten noordoosten van de Zee van Tiberias. Inmiddels was het jaar 37 aangebroken. Toen twee jaar later Herodes Antipas bij de keizer in ongenade was gevallen, kreeg Agrippa er ook nog eens diens gebied bij, Galilea en Perea dus. En nóg had zijn roem haar hoogtepunt niet bereikt...

(wordt vervolgd)

Capelle aan den IJssel,

ds. A. Moerkerken

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 2007

De Saambinder | 16 Pagina's

Een krom en verdraaid geslacht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 2007

De Saambinder | 16 Pagina's