Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Advent

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Advent

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

Uw ogen zullen de Koning zien in Zijn schoonheid. Jesaja 33:17

De Heere weet met de moeden een woord ter rechter tijd te spreken. De gezegende Heere Jezus komt om de treurenden te troosten. Zo'n woord is: uw ogen zullen de Koning zien in Zijn schoonheid.

Het is een goddelijke belofte in uiterst verdrietige en onmogelijke omstandigheden. Het Assyrische leger heeft het beleg geslagen om Jeruzalem. Koning Hizkia heeft het goud al van de tempeldeuren moeten halen om de Assyrische koning te voldoen. Maar die is toch met een machtig leger naar Jeruzalem gekomen. En daar honen zij Israels God! Zij bespotten het vertrouwen dat Hizkia in de Heere mocht stellen. Ach, het gaat de inwoners van Jeruzalem door merg en been. En Hizkia wordt in zijn hart gestoken. De kroon en koninklijke mantel worden afgelegd; hij doet een zak om zijn lendenen. Het volk ziet de koning in treurgewaad. Met Jesaja roept Hizkia naar de hemel: twist met mijn twisters, Hemelheer! Juist nu belooft de Heere: uw ogen zullen de koning zien in zijn schoonheid. Waarom? De Heere zal verlossing zenden: honderdvijfentachtigduizend Assyrische soldaten zullen gedood worden. De vijand wordt bekleed met schaamt' en schand'. Dan is Hizkia in God verblijd. Hij straalt weer van blijdschap en draagt zijn koninklijke kleding weer. Uw ogen zullen de koning zien in zijn schoonheid.

Zo belooft de Heere nog aan een volk, dat treurig en verslagen is: uw ogen zullen de Koning zien in Zijn schoonheid. Het is de beloofde Messias, die God over Sion tot Koning gezalfd heeft. Na een uiterst diepe vernedering van krib tot kruis zal Hij verheerlijkt worden. Hij draagt de straf der Zijnen. Hij brengt de eeuvdge zaligheid voor hen aan, Hij verhoogt de eer des Vaders. Voor Hem zal gelden: maar eeuwig bloeit de gloriekroon, op het hoofd van Davids grote Zoon.

Onder het zien van deze Koning wordt het geestelijk zien, het zien des geloofs verstaan. Het zien, dat zalig maakt: "mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien". Uw ogen!

De ogen, die nu somber en bedroefd de wereld inkijken. Waarom toch? Ach, zucht iemand, ik ben God kwijt; zonder God in de wereld en geen hoop. Helaas, ik ken de Heere niet en ik kan niet voor Hem leven, hoe gaarne ik dat nu ook wens, maar ik ben geestelijk dood.

De ogen, die nu wenen. Waarom wenen die? Ach Heere, ik heb tegen U zwaar en menigmaal misdreven. De ogen, die nu terneergeslagen zijn. Waarom toch? Ach Heere, ik ben beschaamd, ik zal de straf mijner ongerechtigheid dragen, want ik heb tegen U gezondigd. O God, zou U nog naar zo'n mens om willen zien? De tollenaar durfde zijn ogen niet opslaan naar de hemel. De ogen, die nu niet zien. Heere, is er nog een weg, is er nog een middel om die straf te ontgaan en wederom tot genade te komen? Heere, 't is zo donker in mijn ziel.

Kortom, het zijn mensen, die zichzelf verloren leren kennen voor God. Heere, zou 't ooit Kerstfeest voor mij worden?

Wel, de Heere belooft: uw ogen zullen de Koning zien in Zijn schoonheid. Ja, de Heere zal aan zulke bedroefde ogen Jezus tonen in Zijn schoonheid. Zowel in Zijn diepe vernedering als in Zijn verhoging. Zolang wij nog dood zijn in de misdaden en zonden, zolang wij niet onze schande voor God leerden kennen en ons leerden verfoeien in stof en as, zullen vdj geen heerlijkheid in een vernederde Zaligmaker zien: weg met deze!

Maar het ware geloof in het verootmoedigde zondaarshart roept uit: Hij is blank en rood en draagt de banier boven tienduizend. Ja schoon is Hij ook in Zijn verhoging: de Levensvorst.

O, Jezus is weergaloos schoon, veel schoner dan de mensenkinderen! Wie Hem door het geloof mag zien, weent van vreugde en verwondering. Gods kinderen zien Hem echter niet altijd. De zonde maakt steeds weer scheiding. Er zijn moeiten en beproevingen. Een wolk neemt Hem vaak weg van hun ogen.

Maar eens zullen zij altijd bij de Heere wezen en hem zien gelijk Hij is. O, Heere, vervul ook aan mijn hart: uw ogen zullen de Koning zien in Zijn schoonheid. Voor 't eerst of opnieuw; dan zal mijn mond U d'ere geven. Dan is 't Kerstfeest.

Arnemuiden,

ds. M.J. van Gelder

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 2007

De Saambinder | 16 Pagina's

Advent

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 2007

De Saambinder | 16 Pagina's