Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoofdbedekking-Niet meer dan een traditie? 4

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoofdbedekking-Niet meer dan een traditie? 4

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

4

Om der engelen wil!

In het vorige artikel over 1 Korinthe 11 zagen we dat de hoofdbedekking van de vrouw in de kerk te maken heeft met de plaats van man en vrouw in het licht van Gods schepping. De vrouw is geschapen uit de man en om wille van de man. 'Daarom moet een vrouw een macht op het hoofd hebben, om der engelen wil', zegt de apostel in vers 10.

Het is inmiddels duidelijk wat met het woord "macht" bedoeld wordt. De hoofdbedekking van de vrouw is een symbool voor het feit dat zij onder de "macht" of "autoriteit" van de man staat. Het teken en de betekende zaak zijn onderling verwisselbaar. We zien dat ook bij de ark des verbonds. In Psalm 132:8 wordt deze ark aangeduid als "de ark Uwer sterkte", terwijl 1 Kronieken 16:11 spreekt over "Zijn sterkte". Zo is het ook met de hoofdbedekking van de vrouw. Zij be-tekent de onderdanigheid van de vrouw jegens haar man.

Verstaan vrouwen dit teken? Ongetwijfeld! Wat anders kan de reden zijn dat sommige vrouwen zo fel gekant zijn tegen het dragen van een hoofdbedekking in de kerk? De reden zal toch niet zijn dat ze op zich een hekel hebben aan hoeden en petten? Het lijkt er veel op dat er sprake is van een diep-gewortelde afkeer van datgene wat de hoofdbedekking symboliseert, namelijk een positie van onderdanigheid.

Dergelijke uitingen van afkeer en ongehoorzaamheid zijn niet alleen krenkend voor een gemeente die wenst te leven naar Gods Woord, ze bedroeven ook Gods kinderen en knechten; ja meer, ze grieven de engelen, de hemelse wezens die immers ook aanwezig zijn als de gemeente samenkomt om de Heere te zoeken. Dat klinkt misschien wat wonderlijk in onze oren. Nemen engelen deel aan kerkdiensten? Worden ze echt bedroefd wanneer vrouwen en meisjes hun hoofd niet bedekken? Wat hebben engelen van doen met hoe­ den en hoofddoekjes? Is dat allemaal niet een beetje vergezocht?

Klaar om te dienen

Volgens 1 Korinthe 11:10 is er een bijzondere reden dat een vrouw "een macht" op het hoofd hoort te hebben. Het is 'om der engelen wil'. Het symbool van haar onderdanigheid heeft te maken met het Hoofd-zijn van Christus, met de plaats van man en vrouw in het licht van de schepping, maar ook met de aanwezigheid van engelen in de officiële samenkomsten van de gemeente.

Nu zouden we de vraag kunnen stellen: Is het woord engelen hier bedoeld in letterlijke of figuurlijke zin? In de eerste hoofdstukken van de Openbaring aan Johannes wijst dit woord op de voorgangers van de gemeenten, de boodschappers van Gods Woord (zie bijvoorbeeld Openbaring 2:1). Dat hoeft ons niet te verbazen. Het boek Openbaring is geschreven in sterk symbolische taal. In het geval van 1 Korinthe is er echter geen enkele reden om te denken aan symbolisch taalgebruik. Wanneer de letterlijke betekenis van een woord of uitdrukking een goede zin geeft binnen het verband van een tekst, moeten we het daar maar op houden bij de verklaring. Anders gezegd, Paulus wekt de vrouwen ertoe op een hoofdbedekking te dragen vanwege de troongeesten die wij engelen noemen.

In Hebreeën 1:14 worden zij aangeduid als 'gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden worden om dergenen wil, die de zaligheid beërven'. Engelen staan klaar om God en Zijn volk te dienen. De dichter van Psalm 91 zegt: 'Want Hij zal Zijn engelen van u bevelen, dat zij u bewaren in al uw wegen' (vers 11). De Schrift laat een en andermaal zien dat engelen zorg dragen voor de gemeente van Christus (Psalm 43:7, Mattheus 18:10, enzovoorts). Ze stellen ook een levendig belang in de arbeid van Gods knechten. De apostelen zijn 'een schouwspel der wereld en der engelen en der mensen' (1 Korinthe 4:9). Als de apostel zijn vriend Timotheüs opdraagt zijn werk in getrouwheid te doen. doet hij dat 'voor God en de Heere Jezus Christus en de uitverkoren engelen' (1 Timotheüs 5:21). Waarom zouden engelen dan niet aanwezig zijn wanneer Gods volk en knechten bijeenkomen om de Heere te aanbidden?

Begerig om te verstaan

In 1 Petrus 1:12 lezen we dat engelen begeren in te blikken in de verborgenheden van het evangelie. Ze zijn begerig iets te mogen verstaan van Christus' lijden en heerlijkheid en van de wonderen van Gods ontferming. Onder de oude bedeling waren cherubs te zien in het heilige der heiligen boven de ark des verbonds. Met uitgespreide vleugels en gebogen hoofd staarden zij naar het verzoendeksel. Ze hadden als het ware een verlangen om het mysterie van de verzoening met God te doorgronden, en ze hebben dat verlangen nog steeds! De apostel Petrus gebruikt dan ook opzettelijk de tegenwoordige tijd: 'in welke dingen de engelen begerig zijn in te zien'.

In Efeze 3 schrijft Paulus dat God Zijn scheppend en verlossend werk doet, 'opdat nu door de gemeente bekendgemaakt worde aan de overheden en de machten in de hemel de veelkleurige wijsheid Gods' (vers 10). De wijsheid van God is zichtbaar in het rijk der natuur, maar in zonderheid in het rijk der genade. De bekende Schotse prediker Samuel Rutherford heeft eens gezegd dat er iets, ja zeer veel van God in de schepping is, dat er ook veel van Hem gezien kan worden in Zijn algemene voorzienigheid, maar dat het meeste, ja alles van God ligt in de verlossing van Zijn volk.

Gods kerk is een levend toonbeeld van goddelijke genade, heiligheid en wijsheid. In woord en daad heeft die kerk Zijn wijsheid af te schilderen. Is zij niet gekomen 'tot de berg Sion en de stad des levenden Gods, tot het hemelse Jeruzalem en de vele duizenden der engelen' (Hebreen 12:22)? Zowel op de dag des Heeren als in de week wordt de kerk geroepen Zijn deugden bekend te maken aan de hemelse machten. Daardoor wordt God groot gemaakt. Het leidt tot aanbidding in hemel en op aarde: 'Looft, looft den HEER', gij Zijne legerscharen. Wier lust het is op Zijne wenk te staren' (Psalm 103:11 berijmd).

Aanwezig in de kerk

Het spreekt vanzelf dat de samenkomsten van Gods volk de bijzondere belangstelling van de engelen heb- ben. De Heere Jezus zegt: 'Waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in het midden van hen' (Mattheüs 18:20). Waar Christus is, daar v^allen ooic Zijn dienaren zijn. Door Christus worden hemel en aarde verenigd. De Middelaar Gods en der mensen is de Ladder Jakobs. Engelen klimmen langs Hem op en dalen op Hem neder (Johannes 1:51). Als Christus ergens niet in het middelpunt staat, zullen de engelen daar niet willen zijn. Dan zullen kwade engelen hun plaats innemen en de leugen verbreiden. Dan kan de satan zich zelfs veranderen in een engel des lichts (2 Korinthe 11:14). Als daarentegen Christus werkt door Zijn Woord en Geest, zullen de engelen daar met liefde willen verkeren.

Om die reden is er dan ook grote aandacht en eerbied bij de engelen wanneer Gods gemeente vergadert. In de dagen van het Oude Testament hadden zij de profeten horen spreken van de komende Messias. Toen Christus in de volheid des tijds geboren werd, zongen ze van Hem en verkondigden ze Zijn komst (Lukas 2:9-14). Engelen waren ook aanwezig toen Jezus worstelde in de hof van Gethsemane, toen Hij uit de doden opstond in de hof van Jozef van Arimathea en toen Hij ten hemel voer vanaf de Olijfberg. Vandaag zijn de engelen begerig te zien wat de vrucht is op Zijn werk in het hart van zondaren en om te horen wat de kerk van het Nieuwe Testament over Hem te zeggen heeft.

In de eredienst van de gemeente hebben grote en heerlijke zaken plaats. Daar zijn de door Christus ingestelde ambten werkzaam, daar wordt de Naam des Heeren aangeroepen, daar wordt het evangelie gepredikt en de sacramenten bediend. Daar worden kinderen van Adam wedergeboren tot een levende hoop en Gods kinderen opgebouwd in het allerheiligst geloof. De engelen Gods verblijden zich over één zondaar die zich bekeert (Mattheüs 15:7 en 10). Zelf hebben ze nooit gezondigd. Zij weten niet van vergeving in het bloed van het Lam en hebben nooit de toepassende kracht van dat bloed ervaren. Toch zijn ze zeer begerig een blik in dat geheim te slaan. Zij verheugen zich wanneer ze over Christus iets horen dat ze nooit eerder hebben vernomen, of wanneer ze de zoete reuk van Zijn offerande gewaarworden (Rutherford).

Bedroefd door ongehoorzaamheid

Er is ook een andere kant. Het bedroeft de engelen wanneer ze ongere­ gelde en zondige praktijken in de samenkomst van de gemeente opmerken. Dat geldt in het bijzonder wanneer de heerschappij van Christus en Gods scheppingsordinanties met betrekking tot de plaats van mannen en vrouwen niet worden geëerbiedigd. De engelen waren er eenmaal getuige van dat hemel en aarde werden geschapen. Het was het ogenblik dat 'de morgensterren tezamen vrolijk zongen en al de kinderen Gods juichten' (Job 38:7). Vanaf het eerste begin hebben zij gezien wat de plaats van de vrouw in Gods schepping was. De engelen waren ook getuige van de opstand tegen God die uitbrak in hemel en op aarde. Eerst zagen zij de vreselijke rebellie van engelen uit hun eigen gelederen, engelen die niet tevreden waren met de positie die God hen gegeven had. Toen zagen zij de val van de mens die in schaamtelo-

'Daarom moet de vrouw een macht op het hoofd hebben, om der engelen wil'.

ze hoogmoed als God wilde zijn. Het was de vrouw die het initiatief nam en haar man tot ongehoorzaamheid verleidde. Nee, de engelen zijn dit alles niet vergeten. Misschien gaan we nu enigszins begrijpen waarom de engelen bedroefd zijn als zij ongehoorzaamheid en onordelijkheid opmerken binnen de kerk. De uitverkoren engelen, de hemelse wezens die hun Maker getrouw bleven, zijn getuige geweest van de zonde van hoogmoed en van de vrucht van deze zonde. Op treffende wijze wees ds. C. Hogchem hierop in een artikel in De Saambinder van enkele jaren geleden: De zonde is als het ware een teer punt voor hen. Het is een gruwel in hun oog als het juk van ootmoed wordt afgeworpen en de scheppingsorde wordt overtreden door de zonen van Adam en de dochters van Eva.

De engelen zelf gehoorzamen onmiddellijk en zonder tegenspreken. Dienend in het hemelse heiligdom, bedekken zij hun aangezicht als teken van diepe ootmoed (Jesaja 6:2). Wanneer zondeloze schepselen al zoveel eerbied aan de dag leggen in hun naderen tot God, met hoeveel kindelijke vreze en heilig beven horen wij - zondige schepselen- dan te naderen in de tegenwoordigheid van onze Schepper en Koning! Op geen enkele wijze mogen wij de voorschriften naast ons neerleggen die de Heere gegeven heeft voor de eredienst.

Verblijd door ootmoed

Hoogmoed en eigenwillige godsdienst zijn de engelen tot droefheid, maar nederigheid en gehoorzaamheid zijn hen tot blijdschap. Daarom dient iedere man de genade van ootmoed te zoeken en dient ook de vrouw haar plaats tegenover God en de mensen te kennen. Een christenvrouw moet de engelen laten zien dat zij de plaats van haar man niet wil innemen. Zij kan en mag niet meewaaien met de wind van emancipatie en feminisme die zich zo krachtig laat voelen in onze tijd. Als het goed is, wil ze door haar gedrag Gods scheppingsorde niet ondergraven maar veeleer erkennen. Ze brengt haar eigen plaats tot uiting door daarvan een zichtbaar teken te dragen. Op grond van Gods Woord belijdt ze daarmee dat de man het hoofd is van de vrouw.

Dit onfeilbare Woord zal nooit veranderen. Het is vandaag nog net zo actueel als gisteren. Als de hoofdbedekking alleen maar een zaak van culuurgewoonten was, zou het argument van 1 Korinthe 11:10 dan wel enig hout snijden? Zijn engelen soms geraakt omdat vrouwen er niet modebewust uitzien, of omdat ze niet handelen volgens Griekse of Romeinse opvattingen over wat passende kleding is? De vraag stellen is de vraag beantwoorden. 'Daarom moet de vrouw een macht op het hoofd hebben, om der engelen wil'.

Engelen zijn tegenwoordig wanneer de gemeente bijeenkomt voor haar eredienst. Hoe kunnen ze zien dat er een volk is dat uit dankbaarheid zoekt te buigen voor Koning Jezus als de Zaligmaker? Hoe zullen ze bemerken dat de afzonderlijke leden van de gemeente, de vrouwen daarbij inbegrepen, de rechte plaats vdllen innemen? Ze zullen het onder andere zien aan het gedrag van de vrouw die in de samenkomst verschijnt met gedekte hoofde. Dan krijgen de engelen aanschouwelijk ondervdjs over de plaats van de man en de vrouw, over de wonderen Gods in natuur en genade, over ootmoed bij de mens en de heerschappij van Christus. Zulk onderwijs brengt blijdschap mee, ook bij de engelen!

(wordt vervolgd)

Lethbridge (Canada), ds. C. Sonnevelt

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 september 2009

De Saambinder | 20 Pagina's

Hoofdbedekking-Niet meer dan een traditie? 4

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 september 2009

De Saambinder | 20 Pagina's