Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eén doop, en de pijn van overdopen (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eén doop, en de pijn van overdopen (2)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Eén Heere, één geloof, één doop', zo lezen we in Paulus' brief aan Efeze. Toch zijn er over deze ene doop tal van opvattingen. Is er wel één doop? In enkele artikelen willen we stilstaan bij doop en overdoop. In het vorige artikel gaven we - op grond van boeken, artikelen en getuigenissen over de doop- een impressie hoe de doop in evangelische kringen wordt beleefd. In dit artikel vragen we ons af waar de discussie om draait en nemen we een kijkje in de geschiedenis van het baptisme.

In 1609, vierhonderd jaar geleden dus, werd in Amsterdam de eerste baptistengemeente gesticht. De herdenldng hiervan heeft nieuwe gespreksstof gegeven over kinderdoop en volwassendoop. Binnen de reformatorische kerken stond de bijbelse basis van de kinderdoop altijd recht overeind. Wie zich liet overdopen, tastte zo'n wezenlijk onderdeel van onze belijdenis aan dat hij zich daarmee onttrekt aan de kerkelijke gemeenschap. In de Kerkorde van de Christelijke Gereformeerde Kerken bijvoorbeeld is dit met zoveel woorden zelfs vastgelegd.

Voet aan de grond

De volwassendoop heeft in Nederland inmiddels vaste voet aan de grond gekregen. In de hele breedte van de evangelische beweging is de doop door onderdompeling na een persoonlijke geloofsbelijdenis gangbaar. We denken aan de baptistengemeenten, de vergadering van gelovigen en de pinksterkerken. Ook tal van vrije evangelische en charismatische groepen hangen de volwassendoop aan.

In de eerste eeuwen na de Reformatie was dit beeld veel overzichtelijker. In de tijd van de Reformatoren waren er de Wederdopers, in de zeventiende eeuw zetten de eerste baptisten voet aan grond in ons land. Het meer evangelisch getinte baptisme kwam pas in de negentiende eeuw op. In de twintigste eeuw kwamen daar de pinksterkerken bij. En, wat tamelijk nieuw is, binnen de reformatorische kerken groeit het aantal twijfelaars omtrent de kinderdoop en het aantal voorstanders van de volwassendoop. Binnen de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland bijvoorbeeld is het een heus probleem geworden. Zelfs avondmaalgangers en ambtsdragers laten zich opnieuw dopen en willen ondertussen bij hun gemeente blijven horen.

Daarnaast profileren zich de zogeheten reformatorische baptisten. Zij onderschrijven een Engelse geloofsbelijdenis die nauw verwant is aan de Westminster belijdenis. Tegelijkertijd verwerpen zij de kinderdoop. Ook binnen de Gereformeerde Gemeenten zijn er leden die zich inzetten om het gedachtegoed van het reformatorische baptisme te verspreiden.

Vatbaar

Wereldwijd behoort het baptisme ondertussen tot de hoofdstromingen binnen het protestantisme. Met ruim 16 miljoen leden vormen de Zuidelijke Baptisten zelfs het grootste kerkgenootschap in de Verenigde Staten. Deskundigen schatten dat er wereldwijd 400 miljoen evangelicale christenen zijn, van wie verreweg de meesten vasthouden aan de doop na een persoonlijke geloofsbelijdenis. Vooral op het Zuidelijke halfrond groeien evangelische en pinksterkerken heel snel.

Intussen blijken ook jongeren in onze gemeenten soms vatbaar te zijn voor de doop door onderdompeling na een persoonlijke geloofsbelijdenis. De sfeer rond zulke diensten laat indrukken na. 'Het is zo warm!' 'Er gaat wat van uit!' Vaak missen ze de bijbelse bagage om de kinderdoop te verdedigen. Het lijkt allemaal ook zo eenvoudig: 'Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden' (Markus 16:16). Dus eerst een persoonlijk geloof, dan de doop. De praktijk leert dat wie eenmaal innerlijk gekozen heeft voor de volwassendoop er vrijwel niet vanaf te brengen is. Ouders hebben soms tot diep in de nacht gesprekken met een kind dat zich wil laten overdopen. Ze hebben nogal eens het idee dat ze tegen een muur praten. Innerlijk zijn de keuzes al gemaakt, argumenten uit de Bijbel en de belijdenisgeschriften maken nauwelijks indruk. Hoe moeten we hiermee omgaan?

Menno Simons

Laten we eerst kort de geschiedenis van het baptisme schetsen. Recent zijn daarover twee informatieve boeken geschreven, waarvan we dankbaar gebruik hebben gemaakt. Het zijn "De weg van het wassende water; Op zoek naar de wortels van het baptisme", door dr. H.A. Bakker (Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer) en "Gelovig gedoopt; 400 baptisme, 150 jaar in Nederland", door dr. O.H. de Vries (Uitg. Kok, Kampen). De oudste wortels van het Nederlandse baptisme gaan terug op de voormalige roomse priester Menno Simons. Voor ons land geldt hij als de geestelijke 'vader' van de doperse stroming. Menno had zowel scherpe kritiek op de Roomse Kerk als op de leer van de Reformatie. Vooral de leer van de kinderdoop moest het ont-

De volwassendoop heeft in Nederland inmiddels vaste voet aan de grond gekregen. In de hele breedte van de evangelische beweging is de doop door onderdompeling na een persoonlijke geloofsbelijdenis gangbaar.

zien. Zelf predikte Menno geweldloosheid, maar dat kon niet voorkomen dat in de doperse stroming krachten opkwamen die met geweld het koninkrijk Gods wilden laten komen. De bezetting van Munster, onder leiding van de Nederlanders Jan Matthijsz en Jan van Leiden, is daarvan een voorbeeld. Het schrikbevnnA eindigde in een jammerlijk bloedbad.

Menno Simons liet zich in 1536 dopen, reisde jarenlang op en neer tussen Noord-Duitsland en de noordelijke Nederlanden om zijn boodschap uit te dragen. In 1561 stierf hij. Binnen de vroege doperse stroming vinden we een sterke nadruk op de doop na een persoonlijke geloofsbelijdenis. Men koos er bewust voor om Christus na te volgen, al volgde daar lijden op. Deze nadruk op de keuze van de dopeling kwam wel voortdurend in botsing met de reformatorische leer van Gods soeverein welbehagen. Van deze oude doopsgezinde stroming is in ons land niet veel meer over. De doopsgezinde gemeenten zijn na verloop van tijd vrijzinnig in de leer geworden. Ze hebben te maken met een afkalvend en vergrijsd ledenbestand.

Wortels

De baptistengemeente die in 1609 in Amsterdam ontstond, had zijn wortels juist in Engeland. De stichter, John Smyth, behoorde in zijn vaderland tot de groepen puriteinen die braken met de Anglicaanse Kerk. Zij streefden naar zuivere gemeenten. Alleen zij die zich met een ware geloofsbelijdenis aan het dienen van God en Christus verbonden, konden lid worden van deze gemeenten. Al spoedig werd dit 'maken van een verbond met God' verbonden aan de gedachte van de volwassendoop. Zij immers kunnen met volle bewustzijn die stap zetten. Dan wordt het verbond echt bekrachtigd. Grote nadruk lag er vervolgens op de zuiverheid van het leven en het dienen van elkaar.

Na zijn vlucht naar Nederland doopte Smyth eerst zichzelf en daarna 50 gemeenteleden die hem gevolgd waren. Spoedig daarna kwam de gemeente in contact met doopsgezinden in Amsterdam. De overeenkomsten in leer en leven bleken zo groot te zijn dat de gemeente uiteindelijk opging in de doopsgezinde stroming in ons land.

Opwekkingsbeweging

Een nieuwe fase in de geschiedenis van het baptisme zijn de opwekkingsbewegingen in de achttiende en negentiende eeuw. Opwekkingspredikers als John Wesley en George Whitefield -de vaders van het Methodisme- legden in hun preken grote nadruk op de keuze die de mens moet maken. Op het Europese vasteland werd de opwekkingsbeweging bekend als het Reveil. Deze bewegingen maakten de bodem rijp voor een herleefd baptisme in Europa. In 1834 stichtte J.G. Oncken een baptistengemeente in Hamburg. Vandaaruit reisde hij heel Europa door om in contact te komen met christenen die door opwekkingspredikers waren aangeraakt en hun geestelijk voedsel niet meer in bestaande ker­ ken vonden. In 1844 stuurde Oncken vrienden naar het Drentse Gasselternijeveen. Daar was de hervormde predikant dr. J.E. Feisser afgezet. Hij was er als liberaal predikant gekomen, maar maakte een sterke innerlijke ontwikkeling door. In aanraking gekomen met de geschriften van de puritein John Newton legde hij nadruk op een bevindelijke godsdienst. Tegelijkertijd ging hij verlan-

Intussen blijken ook jongeren in onze gemeenten soms vatbaar te zijn voor de doop door onderdompeling na een persoonlijke geloofsbelijdenis.

gen naar een gemeente van alleen wedergeboren christenen. Dit ging samen met kritiek op de kinderdoop. Kunnen kinderen, die niet bewust kunnen geloven, wel lid zijn van de gemeente? Volgens Feisser is de kinderdoop de oorzaak dat de gemeente niet zuiver blijft, maar een mengsel van geloof en ongeloof wordt. Op 15 mei 1845 voegde Feisser de daad bij het woord en liet hij zich met zes volgelingen in een vaart in hun dorp dopen. Deze datum geldt inmiddels als het geboorte-uur van de Unie van Baptistengemeenten.

Beweging

In zijn studie tekent dr. O.H. de Vries het Nederlandse baptisme als een beweging die inderdaad behoorlijk in beweging was. Vanuit verschillende stromingen en opvattingen onderging het baptisme invloed. Genoemd worden de persoon van ds. Jan de Liefde, het darbisme en de heiligingsbeweging. De vrije predikant ds. De Liefde (oprichter van de Vereniging tot Heil des Volks in Amsterdam) werd bekend door zijn niet aflatende ijver op het gebied van evangelisatie en liefdadigheidswerk. Hij leidde zelf evangelisten op die nogal eens actief werden in baptistenkringen. Een andere persoon die invloed uitoefende, was John Nelson Darby, de geestelijke vader van de Vergadering van Gelovigen. Volgens hem moet de kerk teruggaan naar het voorbeeld van de Nieuwtestamentische gemeente, zonder ambtelijke structuur en sterk uitziend naar de wederkomst van Christus. Ook Darby stond, zoals nog altijd de Vergadering van Gelovigen, de volwassendoop voor. Als laatste moet de heiUgingsbeweging rond de persoon van Dwight L. Moody worden genoemd. Deze Amerikaanse opwekkingsprediker legde sterke nadruk op het gevoel. Tijdens zijn optredens werkte hij steeds toe naar een zogeheten "beshssing voor Jezus". De conferenties die Moody belegde, werden bezocht door geestelijke leiders van het Europese vasteland. Zodoende kregen de ideeën van Moody voet aan de grond in Nederlandse baptistenkringen.

Invloed

De laatste fase van de geschiedenis van het Nederlandse baptisme is nog niet zo oud. Sinds de jaren negentig van de twintigste eeuw staat het Nederlandse baptisme onder sterke invloed van de bredere stroom van evangelisch Nederland. De eigen baptistenliederen bijvoorbeeld, verzameld in een speciale bundel, leggen het nogal eens aftegen de opwekkingsliederen.

De Vries noemt hierbij een signaal dat hem verontrust. In traditionele baptistenkringen ligt sterke nadruk op de verantwoordelijkheid van de leden voor het geheel van de kerkelijke gemeenschap. Evangelische gemeenten lijken echter steeds meer op kraampjes op de evangelische markt. Gelovigen gaan al shoppend langs de kraampjes, op zoek naar een fijne gemeente die bij hen past. Talentvolle voorgangers trekken zalen vol mensen, na hun vertrek loopt de gemeente het risico van een flinke aderlating. Bij alle verscheidenheid is er wel een constante binnen de evangelische beweging: De doop wordt alleen bediend na een belijdenis van persoonlijk geloof. Geen kinderdoop dus. Waarom? Daarbij staan we stil in het volgende artikel. (wordt vervolgd)

Middelburg, ds. J.M.D. de Heer

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 september 2009

De Saambinder | 20 Pagina's

Eén doop, en de pijn van overdopen (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 september 2009

De Saambinder | 20 Pagina's