Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een nieuwe biografie over ds. Hendrik de Cock in een herdenkingsjaar (2)

Bekijk het origineel

Een nieuwe biografie over ds. Hendrik de Cock in een herdenkingsjaar (2)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij hebben hier eene Wettige leraar die ons de Vrije Genade Leer volgens en overeenkomstig het Onfeilbaar Woord Gods en na de meninge des Geestes verkondigde (…) Men wil nu eene Algemeene genade Leer waarvoor de waarheid moet bukken en dat kunnen en mogen wij als opzieners niet toestaan. Is er een of ander onder UED die met onze onderdrukkinge om der Waarheid wille leed draagt die komen bij ons en spreke er met ons over maar komt toch niet met consjentiedwang om ons een Algemeene Genade Leer op te dringen daar wij voor eeuwig mede moeten omkomen.

Geen algemene verzoening
Bovenstaand citaat is genomen uit een treffende brief van de kerkenraad van Ulrum, gericht aan de Ring van Leens op 27 april 1834 (blz. 271). Het is een van de documenten die in het boek van dr. H. Veldman voor het eerst worden gepubliceerd. De directe aanleiding tot het schrijven van de kerkenraad was het beslag dat de Ring Leens had laten leggen bij de kerkvoogdij op een deel van het jaartraktement over 1833 van de geschorste predikant van Ulrum om de preekbeurten van de consulent en andere ringdominees in Ulrum te kunnen betalen. Dat probleem kreeg overigens alleen aandacht in de eerste zin van de brief. De vijf kerkenraadsleden stonden ten volle achter hun predikant. Zij hanteerden geen zakelijke argumenten voor de uitbetaling van het restant van het traktement, maar wezen op de leerverschillen tussen hun dominee en de ringpredikanten die de algemene genade leerden, een oude uitdrukking voor de algemene verzoening. Een trouwe wachter op Sions muren kan men toch niet zonder traktement laten leven? De scheiding der geesten was duidelijk.

De toespitsing van de situatie
Begin oktober 1834 voerde De Cock nog overleg met het Provinciaal Kerkbestuur over de ondertekening van een document, dat hem volgens het besluit van de synode, weer toegang zou geven tot de kansel. Enkele broeders vergezelden hem. Men eiste van hem dat hij daarin zijn berouw en leedwezen zou uitspreken omdat hij de orde en de eenheid in de Nederlandse Hervormde Kerk had verstoord door het schrijven van een woord vooraf in het boekje van J. Klok, dat zich tegen de bundel ”Evangelische Gezangen keerde”. De Cock antwoordde dat hij dat zeker wilde doen als men hem uit het Woord van God zou aantonen dat hij zich vergist had. Maar hij kreeg van de arrogante president tot vier keer toe te horen, dat deze geen ‘pour parlées’, geen besprekingen, geen praatjes wilde aanhoren. De Cock nam met ‘verontwaardigd medelijden’ afscheid van het kerkbestuur. In Ulrum veroorzaakte het verhaal van deze ontmoeting algemene verontwaardiging en verslagenheid.
Het was een van de momenten uit de behandeling van de zaak van De Cock, die duidelijk maken dat de Afscheiding voor een belangrijk deel door het vijandige optreden van de kerkbesturen zelf werd geforceerd.
Men kon en wilde De Cock niet verdragen, omdat hij de zo zorgvuldig gekoesterde leervrijheid door zijn optreden aantastte. Hij riep op tot handhaving van de binding aan de gereformeerde belijdenis in het gehele kerkelijke leven en daarmee ook in de liturgie. Dat was onaanvaardbaar voor de verlichte kerkbesturen.

De auteur van de Acte
Toch dacht De Cock begin oktober 1834 nog niet aan Afscheiding. Hij overwoog om zich nog eens op de koning te beroepen en de gang van zaken voor te leggen aan de Synodale Commissie (blz. 325, 333). Maar toen nam de geschiedenis een wending door de onverwachte komst van ds. H.P. Scholte te Doeveren, die een aantal dagen bij hem verbleef om zijn medeleven te tonen. Zijn komst werd door De Cock gezien als een teken uit de hemel: ‘Alles vereenigde zich toen om mij te zijn eene aanwijzing des Heeren, wat ik doen en welken weg ik gaan moest, waarnaar ik altoos van den beginnen biddend had uitgezien’.
In dit verband gaat Veldman in op de tot nu toe onbeantwoorde vraag wie de eigenlijke initiatiefnemer is geweest van de Afscheiding te Ulrum.
De Cock zelf ondertekende de Acte van Afscheiding niet, omdat daarin over hem in de derde persoon enkelvoud werd geschreven. Het document moet ook dan ook worden gezien als een solidariteitsverklaring van kerkenraad en gemeente met hun predikant. Er is maar één aanwijzing te vinden die erop kan wijzen dat De Cock de ontwerper van de Acte zou kunnen zijn. Bij het onderzoek van de archieven vond Veldman twee brieven van mensen uit de directe omgeving van De Cock, die duidelijk maken dat het eerste ontwerp van de Acte van de hand van ds. H. P. Scholte was. De Cock zal de eindredactie voor zijn rekening hebben genomen.
Hij nam op zondag 12 oktober zelf het besluit om tot Afscheiding over te gaan. Hij had toen opnieuw de verderfelijke leer van de consulent, ds. N. Smith, die preekte over de zaligsprekingen, gehoord. De Cock vergaderde over zijn besluit met zijn kerkenraad op 13 oktober. De kerkenraad van Ulrum stelde toen de uiteindelijke tekst van de Acte vast en droeg daarmee de eindverantwoordelijkheid voor de inhoud.

Een tweede boek op cd-rom
De studie van dr. Veldman bestaat in feite uit twéé boeken: het eigenlijke proefschrift en een beschrijving van de 87 gemeenten die Hendrik de Cock heeft gesticht. Dit tweede boek is op een cd-rom bijgevoegd en telt 410 bladzijden. Het is eigenlijk een gedetailleerde uitwerking van hoofdstuk 13 van de dissertatie: ”De door De Cock gestichte gemeenten, 1834- 1841. Van elke gemeente wordt de ontstaansgeschiedenis gegeven, terwijl steeds een literatuuropgave is bijgevoegd. Verder bevat dit deel een calendarium van De Cock, waarop men hem van dag tot dag kan volgen bij zijn werkzaamheden in de jaren 1833-1842 en een overzicht van de predikanten van de classis Middelstum in 1834.

Van conventikel naar kerk
Het bronnenonderzoek van Veldman bevestigt de algemene veronderstelling dat veel van deze gemeenten hun wortels hadden in een plaatselijk gezelschap. De schrijver stelt het aantal daarvan op 75 procent! Daarmee neemt het gezelschap een buitengewoon grote plaats in de voorgeschiedenis van de Afscheiding in. Het is een ‘vooroefening’ en daarmee feitelijk de bakermat van de Afscheiding, zo stelt hij. Veldman weet het verschijnsel ook juist te waarderen: ‘De betekenis van het conventikel lag (…) in het bewaren van de geloofsopvattingen en praktijken van een krachtig-bevindelijk type’.
Hij neigt ertoe om de opkomst van het conventikel te plaatsen tegen het einde van de jaren twintig van de negentiende eeuw. Naar mijn indruk was het gezelschap als noodonderkomen, als alternatief voor de kerk, in de Franse tijd al aanwezig. Nader onderzoek op dit punt is nodig. De schrijver sluit zich terecht aan bij de visie van dr. W. van ’t Spijker, die in 1984 stelde dat het kerkbegrip van Hendrik de Cock niet was gericht op separatisme, maar op het weerleggen van de conventikelgeest. Het gezelschap werd door de Afscheiding omgevormd tot een voluit gereformeerde kerk in de zin van de belijdenis.

Onafwendbaar
Dr. Veldman heeft met zijn brede, op volledigheid gerichte studie de gehele gereformeerde gezindte in dit herdenkingsjaar een grote dienst bewezen. Niemand kan immers om de vraag naar de motieven van Hendrik de Cock en de zijnen en de betekenis van de Afscheiding als zodanig heen.
Daarbij zal de studie van Veldman jarenlang door zijn ‘compleetheid’ hét standaardwerk blijven.
De belangrijke vraag naar de Afscheiding als het begin van een repeterende breuk (blz. 329) wordt op blz. 513 van een antwoord voorzien. Het verwijst naar particularisme en subjectivisme, die dominanter waren dan de gegeven eenheid van de belijdenis. In mijn woorden weergegeven stelt de schrijver: De gedachte dringt zich op dat de gereformeerde visie op de kerk als het lichaam van Christus door de invloed van het gezelschappelijke denken was verzwakt. Daardoor volgde op de Afscheiding voor velen een nieuwe afscheiding.
Dat antwoord bevat een belangrijke kern van waarheid. Verschillen in geestelijke ligging kunnen kerkscheidend werken. Er kan misbruik gemaakt worden van het afscheidingsbeginsel. Is daarmee echter alles gezegd? De leerverschillen waren niet gering! In de tijd van de Republiek greep de overheid zowel plaatselijk als regionaal in bij kerkelijke twisten. In de neutrale staat van de negentiende eeuw was die mogelijkheid weggevallen.
In het algemeen kan ik mij goed vinden in de waardering van de feiten bij Veldman. Er was voor allerlei dwalende opvattingen ruimte in de Hervormde Kerk, maar in de nationale synode en zeker in de vijandige Classis Middelstum en de Ring Leens was geen plaats voor de door De Cock bepleitte binding aan de belijdenis.
Het was onaanvaardbaar dat deze dorpspredikant de leervrijheid - het troetelkind van de Verlichting in het kerkelijke leven - durfde aantasten.
Alleen als hij het verzet tegen de geest van de tijd had gestaakt en zijn schorsing had geaccepteerd, was er voor hem ruimte geweest. Dat kon hij niet om des gewetens wil.
De belangrijke studie van Veldman leidt aan de hand van het feitenmateriaal tot de conclusie dat de Afscheiding helaas onafwendbaar was.

N.a.v. ”Hendrik de Cock (1801-1842), op de breuklijnen in theologie en kerk in Nederland”, door Harm Veldman; uitg.Kok,Kampen, 2009, ISBN 9789088651281; gebonden, 752 blz.;met cd-rom. € 45.00.

(slot)

Waarde, ds. M. Golverdingen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 2009

De Saambinder | 20 Pagina's

Een nieuwe biografie over ds. Hendrik de Cock in een herdenkingsjaar (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 2009

De Saambinder | 20 Pagina's