Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Micha’s Advents-verwachting

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Micha’s Advents-verwachting

Maar ik zal uitzien naar den Heere, ik zal wachten op den God mijns heils; Mijn God zal mij horen. Micha 7 : 7

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En nu zegt de profeet: ik zal wachten op de God mijns heils. Ik zal wachten. Het is een geloofsdaad van Micha, want alleen het werkzame geloof kan wachten. Dat wachten van hem is ook een heilig wachten, het is een hopen op de God des heils, gelijk men het ook vertalen kan: ik zal hopen.

De levende hoop heeft een wortel. waar zij uit op komt, het is een vrucht van het nieuwe leven, dat uit God is.
Het is die hoop gelijk de apostel Petrus schrijft: “Die ons naar Zijn grote barmhartigheid heeft wedergeboren tot een levende hoop”, welke is in tegenstelling tot de valse hoop, welke wortelt in bedrieglijk mensenwerk, wat gebouwd is op een traan, wat gemoedelijkheden, roering in het gemoed, hoeveel kan er zijn, dat toch eeuwig ver af is. Waar Christus van sprak; velen zullen te dien dage zeggen, hebben we niet in Uw Naam geprofeteerd, krachten gedaan, duivelen uitgeworpen? En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: “Ik ken u niet”.
De ware hoop heeft een fundament, gelijk als de voorzichtige bouwer zijn huis gebouwd heeft op de steenrots.
zo is het huis van de ware hoop gebouwd op de enige ware Steenrots Christus Jezus. Deze hoop, welke door de Heilige Geest in het hart gewerkt is en geen ander fundament heeft dan Jezus Christus en Die gekruisigd.
Alle leunsels en steunsels worden ontnomen, alle hoop ontvalt buiten dat enige Fundament. Deze ware en levende hoop en verwachting van Gods kerk is een dierbare genade, die de Heere aan Zijn volk geeft en welke onlosmakelijk verbonden is met geloof en liefde. De profeet zegt: “Ik zal wachten (hopen) op den God mijns heils”. De Heere alleen is voor hem de bron van zaligheid, van alle heil, verlossing en redding. Dat mag Micha nu door het geloof beoefenen.
Hij zegt: “De God mijns heils” en dan heeft dat geloof een mijnend karakter. Hoewel er tijden kunnen zijn in het leven van Gods volk, dat ze niet geloven kunnen en met de vader van de maanzieke knaap uitroepen: “Ik geloof Heere, kom mijn ongelovigheid te hulp”. Zo is dan de hoop van Gods kerk een levende hoop, een levende verwachting, die zich uitstrekt tot Hem, Die het voorwerp is van hun hoop en verwachting, en die met de dichter van Psalm 53 uitzien naar Zijn gezegende komst. Och, dat Israëls verlossing uit Sion kwame.
Kent u dat uitzien, hopen en verwachten naar de vervulling der beloften, naar de Beloofde des Vaders?
Daarna zegt de profeet: “Mijn God zal mij horen”. Wat voor vlees en bloed onmogelijk blijft, is een heilige vanzelfsprekendheid voor het geloof, dat door de liefde werkzaam is, ook al kan het zijn, dat alles tegen schijnt te zijn en in uw ziel gespot wordt: “waar is nu de God op Wien gij bouwdet en aan Wien dat gij uw zaak vertrouwdet?” De vijand spot met de geloofsverwachting van Gods kerk.
O, wat kan er een strijd zijn in het leven van Gods ware volk of hun werk wel in der waarheid is. Maar nu mag Micha geloven, dat de Heere hem zal bevrijden en zal verlossen. Dat is dan geen vrucht van eigen akker, maar de Heere doet hem dat geloof beoefenen door de bediening des Geestes.
Zo mag de profeet het uit zijn hand geven en in de hand des Heeren leggen. Micha mag geloven, dat de Heere het doen zal. Dat Hij zal verlossen op Gods tijd en wijze. Hoe dan ook de vijanden spotten: geen heil bij God.
Maar nu is het de Heere, die de vijanden van Zijn volk zal beschamen.
Want Sions Verlosser is gekomen, dat wil ook Micha’s advents-verwachting ons leren. Het woord advent, het wil toch zeggen: Hij komt, Hij is gekomen. Hij is gekomen als Sions Verlosser, gelegd in de beestenstal in Bethlehem, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet, om Zijn volk te verlossen van de vloek der wet, te verlossen van schuld en straf om voor Zijn volk een recht ten eeuwige leven te verwerven. In Christus ligt nu de zaligheid van Gods volk eeuwig vast, want Hij is de nooit beschamende Rotssteen Zijner ellendigen. Deze zaligheid worden nu al Gods kinderen deelachtig door inlijving in Christus, welke plaats heeft in de wedergeboorte, hetwelk de levendmaking van Zijn volk is.
Maar nu alleen voor zover het geloof Christus en Zijn weldaden mag toeëigenen, heeft de kerk er de troost van. De Heere geve licht om onze weg te bezien. Hij doe het gemis meer en meer inleven, opdat het geve levende werkzaamheden des geloofs aan de troon der genade, om in een uitzien, een hopen, een wachten des geloofs uit te zien naar de vervulling Zijner beloften en met de dichter te beoefenen:

Maar de Heer’ zal uitkomst geven,
Hij die ‘s daags Zijn gunst gebiedt;
‘k Zal in dit vertrouwen leven;
en dat melden in mijn lied.
‘k Zal Zijn lof zelfs in de nacht
Zingen daar ik Hem verwacht.
En mijn hart, wat mij moog’ treffen
Tot den God mijns levens heffen.


Brakel, ds. T.M. van Dijk

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 december 2009

De Saambinder | 16 Pagina's

Micha’s Advents-verwachting

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 december 2009

De Saambinder | 16 Pagina's