Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Andrew Gray

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Andrew Gray

Oud Goud

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kostelijke schatten heeft de Heere ons willen nalaten in werken van de Puriteinen in Engeland. Schatten die het waard zijn niet als museumstukken behandeld te worden, maar met aandacht bestudeerd en gelezen te worden.

Toch zijn het niet alleen Engelse Puriteinen, maar ook Schotse Presbyterianen die in ons land grote bekendheid hebben gekregen. Ze werden geliefd bij Gods kinderen die door vertalingen tot hun werken toegang kregen. Oud Goud is zo van over de Noordzee ook in ons land voor velen tot zegen geweest. Een van deze Schotse schrijvers was Andrew Gray, die maar zo kort in Gods Kerk heeft mogen dienen.

Jeugd en studie
Het was een groot gezin waarin Andrew in 1633 geboren werd. Als elfde kind uit een gezin van 21 kinderen kwam hij ter wereld in Lawn Market, Edinburgh. Zijn ouders waren Sir William of Pittendrum, een koopman en vurig verdediger van het koningshuis, en Egidia Smyth. Ongetwijfeldwas de jonge Andreween zeer begaafd kind. Met ijver legde hij zich toe op de studie, zodat hij al vroeg aan de universiteiten van St. Andrew en Edinburgh de theologische studie kon beginnen. Hij wist zich als opgroeiende jongen al geroepen tot de dienst in Gods wijngaard. In zijn kinderjaren had hij al praktijkonderwijs op de hemelse Academie mogen genieten. Beschamend en ontdekkend onderwijs ook. Zelf vertelde hij erover dat hij op zekere dag, toen hij op weg was van Edinburgh naar Leith, een arme bedelaar in het veld zag, die, achter een grote steen, zijn hart uitstortte in gebed. Diep kwam Andrew onder de indruk van de ernst en vurigheid van wat hij daar hoorde. Hij zei bij zichzelf: ‘Daar is nu een ellendig schepsel, in een berooide toestand. En ik die alles heb wat ik nodig heb, ben een ondankbaar mens die nooit zo’n erkenning van onverdiende weldaden geuit heeft als die arme bedelaar’.

God maakte de jonge Andrew echter zelf bedelaar die van gegeven goed, van genade, leven moest. Voor zulke bedelaars die door onderwijs van de hemel steeds armer worden, is Christus dierbaar.Hij Die armwilde worden daar Hij rijk was, opdat door Zijn armoede velen rijk zouden worden. In 1651 studeerde hij af. Als 19-jarige werd hij kandidaat tot de heilige dienst en beroepbaar gesteld.

Ambtelijke loopbaan
Het is geen wonder dat sommigen bezwaren hadden tegen het bevestigen van zo’n jonge predikant. Toch kon Gray op 3 november 1653 in de Outer High Kirk in Glasgow tot zijn dienstwerk worden ingeleid. Bezwaren die aanvankelijk geuit waren tegen de leeftijd van de jonge dienaar werden al spoedig weggenomen. Immers de Heere gaf getuigenis aan Zijn eigen werk, aangezien Gray van een zeer getrouwe ambtsvervulling blijk gaf. Van heinde en ver kwam men om te luisteren naar de boodschap van zijn Zender die de jonge dienaar brengen mocht. En al was hij nog erg jong, zijn kennis van de bevinding van een christen was groot. Hij kende de vreugden, de strijd, de uitreddingen en de hinderpalen, de verzoekingen en verleidingen, de nederlagen en de overwinningen van het leven van deware pelgrim. Van het leven van hen die in zichzelf nooit boven de bedelstand uitkomen zullen. Zomocht hij ook voor anderen, vaak veel ouder dan hij zelf, tot een leidsman zijn.

Van Gray is gezegd dat hij een eenvoudige preek zo helder kon maken dat een geleerd gehoor zich erin verlustigde, terwijl hij tegelijkertijd zich zo duidelijk en eenvoudig uitdrukte, dat de minst begaafde hem begrijpen kon. Als hij sprak tot de onbekeerden, zegt een tijdgenoot van hem, wist hij de bedreigingen door God zo op de consciënties van zijn hoorders te binden, ‘dat hij dikwijls de haren van hun hoofd te berge deed rijzen’. Anderzijds kon hij de noodzakelijkheid, gepastheid en beminnelijkheid van zijn Koning ook zo heerlijk aanprijzen dat zij die Hem werkelijk liefhadden, hem met verwondering en blijdschap beluisterd zullen hebben. Het licht van deze lamp heeft maar kort mogen schijnen. Toen hij nog maar 22 was, uitte hij de wens dat hij zijn Meester in heerlijkheid spoedig zou mogen ontmoeten. Die wens heeft de Heere hem gegeven. Slechts enige maanden later, na een kort ziekbed, mocht hij de reisstaf neerleggen en ingaan in heerlijkheid om zijn Koning zonder zonde en gebrek te dienen en Hem alle eer te geven. Hij was slechts ruim twee jaar predikant geweest. Zijn godvrezende vrouw, Rachel Baille (die later de bekende George Hutcheson huwde), en twee kinderen (Robert, die ook spoedig stierf, en Rachel) bleven achter. Een grote lege plaats was er gekomen in het gezin, maar ook in de kerken van Schotland, waar Gray zo’n belangrijke plaats ingenomen had.

Ootmoed
Het is een grote genade klein te blijven onder grote bemoeienissen en gaven die de Heere uit genade verleent. Een veertje heeft nog wind nodig om de hoogte in te gaan, maar een zondig mensenkind, zoals Gods kind hier toch blijft, gaat vanzelf wel de hoogte in, als de Heere het tenminste niet verhindert. Een voorbeeld van echte ootmoed zien we in het volgende bekende voorval in het leven van twee nog jonge predikanten. De ene was James Durham, de andere Andrew Gray. Beiden waren op weg naar de kerk waar ze preken zouden. Durham zag wel dat een grote menigte op weg was naar het kerkgebouw waar Gray zou preken, terwijl er maar weinigen richting zijn kerkgebouw gingen. Hij zei: ‘Broeder, ik zie wel dat u heden een propvolle kerk zult hebben’. Waarop zijn jonge broeder antwoordde: ‘Zeker, broeder, ze zijn wel dwaas om bij u weg te blijven en bij mij te komen’. Durham antwoordde: ‘Nee, waarde broeder, want niemand kan zoveel eer en voorspoed in zijn bediening hebben, tenzij het hem van de hemel gegeven wordt. Ik verblijd mij dat Christus gepredikt wordt en dat Zijn koninkrijk en zaak veld winnen, want ik ben tevreden iets te zijn, of niet te zijn, opdat Christus alles in allen zijn moge’. Het was zijn grootste vreugde, dat Christus verheerlijkt werd en dat Zijn koninkrijk komen zou.

De preken van Gray
Al heeft deze brandende kaars maar heel kort zijn lichtmogen verspreiden, nu, zoveel jaren later, mogen de preken van Gray onder ons nog gelezen worden. De meeste werden namelijk stenografisch door een student opgetekend, en later verbeterd door andere achtergebleven aantekeningen, onder meer die in het bezit van zijn vrouw. En zo werden zijn preken niet alleen bekend in Engeland, Schotland en Noord-Amerika, maar door vertaling ook in ons land. Ze werden niet alleen bekend, maar ook geliefd. Ernstig waarschuwend, liefelijk nodigend, aandringend en oproepend tot bekering en geloof, heeft Gray klaagliederen gezongen en op de fluit gespeeld. De vraag is maar of er bij de klaagliederen geweend is, en of er bij het op de fluit spelen gedanst is. Met andere woorden, of er een hartelijke erkenning van schuld met droefheid over de zonde geweest is. Maar ook een hartelijke vreugde in God door Christus toen Hij in Zijn schoonheid verkondigd werd. Aanvankelijk werden de vertaalde preken gebundeld onder titel ”Al de werken”. Deze bevat de volgende prekenseries:
- De verborgenheid des geloofs ontsloten
- Grote en dierbare beloften
- Bestuur en aansporing tot waarneming van de plicht van het gebed
- De geestelijke strijd en de geestelijke vergenoeging
- Elf predikatiën op Avondmaalstijden
Later werden er nog meer prekenbundels uitgegeven, omdat er toch nog meer van zijn schriftelijke nalatenschap bewaard gebleven bleek te zijn. We noemen ze:
- De overste Leidsman
- De Roos van Saron
- Wakende aan zijn poorten
- Uitnemende openbaringen
- De christen in volle wapenrusting
- Driemaal gebeden

Gray geeft de mens geen rust buiten Christus. Alleen in Hemis er behoudenis, niet in overtuigingen, tranen of bemoedigingen, al zullen ze zeker niet gemist worden. Hij alleen is de RotssteenWiens werk volkomen is. Gelukkig wie buiten de vrijstad Christus daarom geen rust kan vinden en naar Hem uitgedreven wordt. Hij ontvangt zondaars en eet met hen. Zijn schoonheid, hoog te loven, gaat immers al het schoon van mensen ver te boven. Die schoonheid wordt geopenbaard aan mensen die hun eigen walgelijkheid en vuilheid hebben leren kennen. Die op de bedelaarsschool blijven zullen, zolang ze hier op aarde zijn. Maar die ook, door Hem bediend, hier vruchten mogen dragen. Vruchten van geloof en bekering waardig. De vrucht van ootmoed ook en verwondering. Ze zullen dan ook zo van harte de Koning loven omdat Hij het gedaan heeft. Hij alleen is waardig te ontvangen alle eer en lof en dankzegging voor Zijn uitnemende liefde. Wie daar iets van ervaren heeft, zal met verwondering Zijn Naam vermelden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 maart 2010

De Saambinder | 16 Pagina's

Andrew Gray

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 maart 2010

De Saambinder | 16 Pagina's