Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ranken in de Wijnstok

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ranken in de Wijnstok

Ik ben de Wijnstok, en gij de ranken. Johannes 15:5a

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jezus sprak tot Zijn discipelen niet alleen: Ik ben de ware Wijnstok, en Mijn Vader is de Landman. Maar Hij sprak nog meer: Ik ben de Wijnstok, en gij de ranken. In deze woorden klinkt een wonder door.

'En gij de ranken.’ Dat waren de elf discipelen van zichzelf niet. Zij waren van zichzelf aan de oude stam Adam verbonden. Er was een wonder in hun leven gebeurd. En wil het wel met ons zijn op reis naar die grote eeuwigheid is er een Godsdaad nodig.
Geliefde lezer(es), in de staat der rechtheid, in de heerlijke hof van Eden, waren Adam en Eva een rank door de schepping aan de levende God verbonden. De levenssappen van ware vrede, vreugde en blijdschap doorstroomde hun ziel. Er was een leven in Gods gunst en gemeenschap. ‘En God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed.’ Zijn wij daar in ons leven al bij bepaald geworden?
Wij allen zijn goed en volmaakt uit Gods hand voortgekomen, maar zo is het niet gebleven. Adam heeft de band met God doorgesneden. O diepte van onze val. Wij hebben allen in Adam gezondigd en hebben onszelf van God losgescheurd. Wij allen zijn door de zonde een rank verenigd met de oude stam Adam. De vruchten die wij voortbrengen zijn bittere, wrange en stinkende vruchten. Jezus heeft het zo duidelijk geleerd: ‘Een goede boom kan geen kwade vruchten voortbrengen, noch een kwade boom goede vruchten voortbrengen.’
‘En gij de ranken.’ Dat waren de discipelen geworden door wedergeboorte. Is dat in ons leven ook al gebeurd? Wij moeten van Adam afgesneden en Christus door een waar (oprecht) geloof ingelijfd worden. In het vervolg staat duidelijk: ‘blijft in Mij.’ Er staat niet: Aan Mij, rondom Mij. Judas had drie jaar als een verwilderde rank van de oude stam Adam zich om de ware Wijnstok geslingerd. In Psalm 91 lezen wij: ‘Die in de Schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten...’ Wij kunnen er vlakbij zijn en er tegenaan leunen, maar dat is er nog niet in. Bij de dwaze maagden bleef er maar een deurdikte tussen, maar het was wel een eeuwigheidsverschil. ‘En de deur werd gesloten.’ Noodzakelijk is en blijft de inlijving door wedergeboorte. ‘Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden.”
‘En gij de ranken.’ Dan komt dat ook in de vruchten van het leven openbaar. Vanuit de wortel worden de sappen voortgestuwd door de holle en oudere takken van de wijnstok. Vanuit die takken worden de sappen door de ranken opgenomen en wordt vrucht voortgebracht.
Wat zijn dat voor vruchten? De afsterving van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens. De droefheid naar God werkt een onberouwelijke bekering tot zaligheid. Gods kinderen krijgen een heimwee naar God en Zijn gemeenschap. Zij gaan de zonden bitter bewenen, haten en vlieden. Ze schreeuwen de Heere achterna. Zij leren zichzelf kennen als een kwade rank vol van bittere vruchten.
‘En gij de ranken.’ Wat is een rank eigenlijk? Een rank begint in het voorjaar uit te lopen. Frisgroene bladeren, sierlijke uitspruitsels en kleine bloesems worden gezien. De kleine groene en onrijpe druifjes komen voort. Er moeten wat waterranken weggenomen worden. Snoeien is zeker onmisbaar.
‘En gij de ranken.’ Wat is een rank eigenlijk? Een rank begint in het voorjaar uit te lopen. Frisgroene bladeren, sierlijke uitspruitsels en kleine bloesems worden gezien. De kleine groene en onrijpe druifjes komen voort. Er moeten wat waterranken weggenomen worden. Snoeien is zeker onmisbaar.
Ranken moeten geleid worden, anders zouden ze alle kanten uitlopen, het meest de hoogte in. De grote Landman leidt de Zijnen door de Heilige Geest eerst de diepte in. ‘Waaruit kent gij uw ellende? Uit de wet Gods.’ Die kennis is onmisbaar. De wet is niet alleen een kenbron van ellende, maar ook een tuchtmeester tot Christus. Het leven uit Hem is zo onmisbaar nodig. Gods kinderen zijn tot het dragen van vrucht geroepen. De Heilige Geest maakt plaats voor Christus in een rechte weg. Dan moeten alle sierlijke waterloten weggenomen worden. In het najaar of vroege voorjaar begint de landman te snoeien. Een rank heeft geen pijn. Maar als de Heere in het leven van Zijn volk het eerste wegneemt om het tweede te stellen is dat pijnlijk en smartelijk. ‘Zie, dat Ik gebouwd heb, breek Ik af, en dat Ik geplant heb, ruk Ik uit, zelfs dit ganse land.’ Sterven aan onszelf is noodzakelijk! Een stervend leven te beoefenen is onmisbaar en profijtelijk om uit Christus, de ware Wijnstok, te leven.
‘Al wie vrucht draagt, die reinigt Hij, opdat zij meer vrucht drage.’ Een vruchtdragende wijnstok heeft reiniging nodig. Wat moeten wij daaronder verstaan? Een wijngaardenier noemt het reinigen ook wel krenten. Wat is nu eigenlijk krenten? Wanneer de rank zijn kleine druifjes laat zien moet de rank bewerkt worden. De overtollige en onvruchtbare druifjes moeten uit de trosjes geknipt worden. Waarom is dat nodig? Wel, opdat de andere druiven niet te klein zullen blijven en de volle sappen in zich kunnen opnemen.
Al wie vrucht draagt, die reinigt Hij, opdat zij meer vrucht drage.’ Er is in het leven van Gods kinderen nog zoveel wat onvruchtbaar is en wat zij voor vrucht aanzien. Er is nog zoveel vleselijkheid wat voor geestelijkheid wordt aangezien. Het doorgaande werk van levensvernieuwing en levensheiliging is zo nodig. In de weg van heiligmaking leven Gods kinderen in: ‘Ik wist niet dat mijn tere ziel, zoveel van het aardse overhield.’ Er is nog zoveel inklevende verdorvenheid en ongerechtigheid. Wat is de Geest van ontdekking en ontbloting toch nodig om te zien wie wij zijn en blijven in onszelf. Paulus heeft het zo duidelijk geschreven vanuit de doorleving. De strijd tussen vlees en geest. Rom. 7:18‑19: ‘Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is wel bij mij, maar het goede te doen, dat vind ik niet. Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik.’ Dat deed hem uitroepen: ‘Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere.’ Waarom dankte hij God, door Jezus Christus? Omdat God Zijn Zoon niet alleen gegeven heeft tot rechtvaardigmaking maar ook tot heiligmaking.
Volk des Heeren, Hij geve u Christus te benodigen tot uw heiligmaking. Om tot Hem uitgedreven te worden, de geopende Fontein tegen de zonde en de onreinheid, en in Hem verzoening te krijgen van alle zonden. Wat wordt Christus, de ware Wijnstok dan noodzakelijk, dierbaar, beminnelijk en onmisbaar tot zaligheid.
’Opdat zij meer vrucht drage.’ Opdat er na het krenten volle en sappige druiventrossen zullen volgroeien om afgesneden en gegeten te worden. En nu zal de Kerk die vrucht niet van zichzelf voortbrengen. Als wij in onszelf nog zoeken dan vinden wij enkel de dood en de onvruchtbaarheid. ‘Uit u worde geen vrucht meer in der eeuwigheid.’ Dat is een levensles! Geen goede gedachte, geen goed woord, geen goed werk van ons meer. En toch zal de Kerk vruchten voortbrengen. Onze Heidelberger heeft het zo treffend verwoord in antwoord 64: ‘Want het is onmogelijk, dat, zo wie Christus door een waar geloof ingeplant is, (hier hebben wij dus, de inlijving van de zondaar in de ware Wijnstok) niet zou voortbrengen vruchten der dankbaarheid.’
‘Opdat zij meer vrucht drage.’ De vrucht is door Jezus Christus aangebracht aangebracht. ‘Uw vrucht wordt uit Mij gevonden.’ Christus heeft de bittere vruchten van de zonde en de dood voor de Zijnen gesmaakt. Maar Hij heeft ook de zoete en volle vruchten voor Zijn Kerk aangebracht. Vrede met God door het bloed des kruises. Rust in de ziel door de Rustaanbrenger. Hebben wij die vrucht al gesmaakt? ‘En Zijn vrucht is mijn gehemelte zoet. ‘En alles wat aan Hem is, is gans begeerlijk.’ Daarop ziende heeft de bruid gebeden: ‘O, dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame, en ate zijn edele vruchten!’
Zijn wij al een rank van de ware Wijnstok? Hoe kunt u dat weten? Dan komt er een breken met de zonde. De vrucht van het nieuwe leven is levensvernieuwing en heiliging. Wat zijn uw vruchten?
Lezer(es), onderzoek uzelf! Smeek de Heere om de vernieuwing van uw hart, de inlijving in Christus door een waar geloof. Nu kan de Heere dode ranken van Adam nog inlijven in Christus, de ware Wijnstok. Er is wel haast bij. ‘Alle rank, die in Mij geen vrucht draagt, die neemt Hij weg.


Urk, ds. J. van Belzen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 januari 2013

De Saambinder | 16 Pagina's

De ranken in de Wijnstok

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 januari 2013

De Saambinder | 16 Pagina's