Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Even maar...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Even maar...

Niet veranderd

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ons leven is vol veranderingen. Mensen veranderen, omstandigheden veranderen, de maatschappij verandert. Groot is de verandering als de wieg leeg is na het hartverscheurende afscheid van een jong gestorven kind. Ingrijpend is de lege stoel na een lang gelukkig huwelijk. Er zijn veel veranderingen in de samenleving, en zeker lang niet altijd ten goede. Lege plaatsen in het wegvallen van Gods kinderen geven merkbaar gemis. Ook de lege plaatsen in de kerkenraadsbanken. Er zijn veranderingen in de kerk die je verdriet doen. Er zijn veranderingen die nooit wennen. Maar wat zegt Maleachi, de profeet die als laatste aan het woord is in het Oude Testament? Hij zegt tegen Jakobs zaad, over Jakobs God en tot Jakobs troost: ’Want Ik, de HEERE, word niet veranderd; daarom zijt gij, o kinderen van Jakob, niet verteerd’ (3:6).
Dat toont ons de onveranderlijkheid van God, zowel in Zijn recht als in Zijn genade. Maleachi spreekt over de onveranderlijkheid van de HEERE, de Verbondsgod in Zijn wezen, Zijn welbehagen, Zijn werk en Zijn verbond. Weet u hoe Augustinus deze volmaakte, goddelijke onveranderlijkheid des Heeren belijdt? Hij schrijft: ’Mijn God, onveranderlijk zijt Gij, en Gij verandert toch alle dingen. Nooit zijt Gij nieuw, nooit oud, en Gij vernieuwt toch alle dingen en veroudert de hoogmoedigen.
zonder dat zij het bemerken. Gij werkt immer en zijt altijd in rust. Gij vergadert en hebt niets nodig; onder, in en boven alles schept en onderhoudt en voleindigt Gij. Gij zoekt en hebt toch niets verloren. U berouwt en toch zijt Gij niet bedroefd. Gij toornt en blijft onverstoord. Verandert het werk, maar niet Uw voornemen. Neemt aan wat Gij vindt, doch Gij hebt nooit verloren; zijt in geen ding arm en verheugt U over gewin. Gij zijt in geen ding behoeftig en eist toch opbrengst. Gij betaalt schulden en zijt niets schuldig; vergeeft schulden en verliest niets.’
Zo hield Augustinus een alleenspraak met de onveranderlijke God. Zo zonk hij, die door God was opgeraapt van het vlakke van het veld, weg in de onveranderlijke God Die hij aanbad met de woorden: ‘Wie is een groot God gelijk God. De God Israëls!’
‘Ik de HEERE word niet veranderd...’ Is dit u tot troost of... tot schrik?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 maart 2013

De Saambinder | 16 Pagina's

Even maar...

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 maart 2013

De Saambinder | 16 Pagina's