Jezus in het donker en Zijn volk in het licht

Het eerste wat hier opvalt, is de grote tegenstelling tussen duisternis en licht. In Egypte is een inktzwarte duisternis, terwijl het bij de kinderen Israëls in het land Gosen licht is. De Heere heeft Farao bezocht met plagen, omdat hij het volk van Israël niet wilde laten trekken en zich meer en meer verhardde.

Het oordeel der verharding is een verschrikkelijk oordeel: dan wordt een mens al harder, er zijn al minder indrukken van Gods Woord in zijn gemoed, meer en meer gaan de vermaningen van de Heere langs hem heen. En waar loopt het op uit? Op een inktzwarte duisternis, op de eeuwige nacht en de eeuwige verlorenheid. Dat is de ernstige prediking die uitgaat van het oordeel van de negende plaag, die over Egypte kwam en heel het land in dikke duisternis hulde. Verhardt u niet, maar laat u leiden! Anders zal ook uw lamp worden uitgeblust in zwarte duisternis. En duisternis is in de Bijbel altijd het beeld van de vloek, van de toorn van God, van het verderf. De hel wordt ook wel de buitenste duisternis genoemd. Wat is er op de aarde door de zonde grote duisternis gekomen.

Een aarde die bloedt uit duizend wonden. En op de bodem van alle vragen ligt de zondeschuld van deze wereld.

Maar nu het wonderlijke: Terwijl de Egyptenaren zuchten in het aardedonker, is het bij het volk Israël licht. De Heere neemt het voor Zijn volk op. Dat volk komt niet om in het oordeel dat over Egypte gaat. Wat een prediking! Terwijl de wereld in het donker omkomt, schijnt het licht van Gods genade over Zijn volk. Welgelukzalig is het volk, welks God de Heere is. Bij al de kinderen Israëls was het licht in hun woningen.

Weet u wat Gods kinderen leren? Dat zij de duisternis hebben verdiend.

Vanwege hun zonden en afmakingen hebben zij zich het oordeel van de eeuwige duisternis waardig gemaakt. Als de Heere dat oordeel over hun leven zou voltrekken, dan zou het rechtvaardig zijn. Zij zouden er “amen” op moeten zeggen. Uw doen is rein en Uw vonnis gans rechtvaardig!

Maar nu het wonder van onze tekst: Als het Egypte van deze wereld wegzinkt in de duisternis, dan schenkt God aan Zijn volk het licht. Het licht is in de Schrift altijd een beeld van Gods gunst en nabijheid, van Zijn genade en Goddelijk ontfermen. Buiten God is alles donker. Nabij God is het licht. Dan mag het met Asaf worden doorleefd, dat het onuitsprekelijk goed is nabij God te zijn.

Hoe is dat mogelijk? Kom, ga dan mee naar Golgotha. Die inktzwarte duisternis brengt ons bij de Goede Vrijdag. Daar hangt Christus. En hoe? In een inktzwarte duisternis. De duisternis van de negende plaag in Egypte was als het ware een heenwijzing naar het oordeel van de duisternis op Goede Vrijdag, toen Jezus daar in het donker hing. Drie uur lang hield zelfs de zon het licht in. En daarbij was er de duisternis van de Godverlatenheid in Zijn reine ziel. Omdat Christus in het duister hing, ontvangt Zijn volk het licht. Want Israël had dezelfde duisternis verdiend als Egypte. Omdat Hij de duisternis van Zijn kinderen heeft overgenomen, omdat Hij als het ware in die Egyptische duisternis wilde dalen in hun plaats, daarom zullen zij het licht des levens hebben.

Het is niet uit te spreken wat het Hem gekost heeft, toen Hij de duisternis van Zijn volk heeft overgenomen. Hij in de duisternis, Hij van God verlaten, opdat zij nimmermeer van Hem verlaten zouden worden.

Wat krijgt onze tekst dan een diepte: Bij al de kinderen Israëls was het licht in hun woningen. Hier schijnt het licht van de komende Zaligmaker, Die uit Israël zou voortkomen. Alleen door die Zaligmaker kan het licht worden in een duistere wereld.

Licht in Hem, kent u het? Licht, als de Heere uw wenende ziel bemoedigt vanuit Zijn Woord. Licht, als u in uw onmogelijkheid iets mag zien van de mogelijkheid van zalig worden in Christus. Licht, als het oog des geloofs op de Koning mag zien in Zijn schoonheid. Licht, als uw veroordeelde hart mag zinken op Jezus alleen. Als dan de wereld omkomt in het duister, dan mogen Gods kinderen zich verheugen in het licht van Gods genade.

Wat zal uw toekomst zijn? Buiten Christus zal er geen licht zijn, maar een eeuwige duisternis. Echter, in Christus zal het eeuwig licht zijn. Dan is er toekomst. De Heere laat u nog nodigen om met de duisternis van uw leven tot Hem te vluchten. Hij laat u nog horen, dat er plaats is aan de voeten van Christus voor schuldige zondaren. Tot Wie zult u dan anders heengaan? Bij en in Hem is het licht. Dan is het niet erg als de vijanden woeden, als we door vele verdrukkingen moeten gaan, als al Gods golven en baren over ons heengaan. Dan is het niet erg als de schaduwen donkerder worden. Dan is er een toekomst van eeuwig licht. Dat heeft die dierbare Zaligmaker verdiend toen Hij op Goede Vrijdag hing in de duisternis. Omdat Hij op Golgotha in het donker gehangen heeft, zal Zijn kerk het licht des levens hebben. Zalig vooruitzicht van de gemeente Gods: Geen duisternis meer, geen schaduwen meer, maar een eeuwig licht wanneer God zal zijn alles en in allen.

Maar (blij vooruitzicht dat mij streelt!)

Ik zal, ontwaakt, Uw lof ontvouwen,

U in gerechtigheid aanschouwen,

Verzadigd met Uw Godd’lijk beeld

Ps. 17:8, berijmd

Zeist, ds. J.J. van Eckeveld

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen