Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het geestelijke huwelijksleven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het geestelijke huwelijksleven

...gelijk ook Christus het Hoofd van de gemeente is. Efeze 5:23m

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Psalm 45 wordt wel de Bruiloftspsalm genoemd. Er wordt gezongen van de Koning, Die de Bruidegom is van Zijn zwarte Bruidskerk. De dichter roemt Zijn schoonheid en heerlijkheid. Maar ook wordt de toekomstige Bruidskerk aangesproken.

Zij wordt in het elfde vers opgeroepen om te horen. Zij schijnt in slaap gezonken te zijn, en hoort niet. Wij slapen van nature onze doodsslaap.
En hebben geen oor voor de woorden van de eeuwige Koning. Maar ook degenen die opgewekt zijn uit de doodsslaap, kunnen weer zo slaperig zijn, zo ingezonken, zodat zij de stem van de Koning niet opmerken. Zo wordt ze opgewekt, hoor o dochter en zie en neig uw oor. Dat ze zal luisteren en zal opmerken wat er gezegd gaat worden.
Vergeet uw volk en uws vaders huis.
Dat wil zeggen: laat alles achter wat u kan hinderen. Dat zij gericht zou worden op de Koning, opdat zij alles zou verliezen wat in de weg staat. Om te staan naar de ontmoetingen met de Koning.
De apostel wekt de gemeente van Efeze op tot een heilige wandel. Hij wijst op de verhoudingen onder elkaar.
Zo komt hij bij het huwelijk terecht.
Hij gebruikt het natuurlijk huwelijk, om het geestelijk huwelijk te verklaren. Dat is het huwelijk tussen de blanke Bloedbruidegom en de zwarte Bruidskerk. Hij spreekt van het onderdanig zijn van de vrouw aan de man.
Want zo de man het hoofd is van de vrouw, is Christus het Hoofd van Zijn gemeente. Christus kreeg Zijn gemeente uit de hand des Vaders. In de eeuwige Vrederaad heeft Hij Zijn zwarte Bruidskerk gekregen, voor de prijs die Hij betalen zou. Maar in de tijd kreeg Hij haar bij de opstanding uit de doden, nadat Hij de prijs betaald had.
De dichter van Psalm 16 heeft het verwoord: “De snoeren zijn mij in liefelijke plaatsen gevallen; ja, een schone erfenis is mij geworden”. Dat Hij de Bruidskerk kreeg, dat is zeker, maar voor ons persoonlijk is het de vraag, of wij er toe behoren. Christus is naar de heilige herscheppingsorde als Hoofd gesteld over Zijn Bruidskerk.

Hij is boven alle mensen verheven.
Dat kwam bijzonder openbaar nadat Hij van de doden was opgestaan. Hij is de opgestane Levensvorst, Die het Hoofd is van de Kerk. Het gaat om de ontmoetingen met Hem. Wat is Hij een verborgen Persoon in het leven van de Bruidskerk. Hij is verborgen in de trappen van Zijn vernedering, maar ook in Zijn verhoging. Maria Magdalena had Hem leren kennen in Zijn levendmakende bediening. Zij was verlost van zeven duivelen. Zij had Hem mogen leren kennen in de trappen van Zijn vernedering, maar Hij was verborgen in de trappen van Zijn verhoging. Het ging dwars door de dood naar het leven. Zij heeft wat gedwaald rond dat graf van Jezus. Op zoek te zijn naar een dode Jezus, en Hem niet te kunnen vinden. Gelukkig, dat zij geen dode Jezus kon vinden, want Hij leeft, Hij leeft tot in alle eeuwigheid. Hij is het Hoofd. Wat een heerlijke eigenschappen heeft Hij, als het Hoofd. Hij was dierbaar en zalig in de trappen van Zijn vernedering. Wat wordt Hij dierbaarder en heerlijker in de trappen van Zijn verhoging. Maria heeft er van uitgeroepen, Rabbouni!
Hij schitterde als de maan en glansde als de zon. Hij heeft Zijn Middelaarsheerlijkheid willen openbaren. Hij is de gerechtigheid van Zijn Kerk.
Hij droeg naar Zijn opstanding een verheerlijkt lichaam, Hij is met heerlijkheid en majesteit bekleed. Hij is het Hoofd van Zijn Bruidskerk. “Zijn hoofd is van het fijnste goud, van het dichtste goud; Zijn haarlokken zijn gekruld, zwart als een raaf” (Hoogl. 5:11). Hier wordt de waarde en de heerlijkheid van Christus verklaard.
Hij is het Hoofd van het Goddelijk Koninkrijk. Hij regeert met wijsheid en verstand. Zoals de man het hoofd is van de vrouw, zo is Christus het Hoofd van Zijn Bruidsgemeente. Hij heeft het verstand om haar verstandiglijk te leiden. “Raad en het wezen zijn Mijne; Ik ben het Verstand, Mijne is de Sterkte” (Spr. 8:14). Hij is bekwaam om de zwarte Bruidskerk te leiden. Hoe blijkt het dat Hij het Verstand is. Als Hij het Verstand niet was, de Bruidskerk zou in haar dwaasheid omkomen.
Wat openbaart Hij Zijn wijsheid in de toebrenging tot de Bruidskerk. Hij weet hen met wijsheid te vangen. “En wie zielen vangt, is wijs” (Spr. 11:30b).
Het is een wonder, als Hij door het Woord Zijn wijsheid openbaart. Hij is het Hoofd van Zijn gemeente, Hij heeft Zijn haarlokken gekruld als een raaf, dit ziet op Zijn eeuwige jeugd en kracht. Hij weet de harten in te nemen van de Bruidskerk. Opdat zij naar Hem zouden gaan verlangen.
Dat zij zonder Hem niet meer konden leven, daar Hij als het Hoofd in al Zijn eigenschappen blinkt en schittert in heerlijkheid. Hij is met de Heilige Geest gezalfd en dat zonder mate.
Ach, dat wij iets gewaar zouden mogen worden van Zijn bediening. Dat wij vernederd zouden worden voor Hem. Als Hij Zijn bediening gaat verheerlijken in de mens, dan worden wij verootmoedigd en vernederd onder God, dan gaan wij de uitgangen kennen naar God. Dan wordt er ware onderdanigheid gewerkt voor God. Dan wordt de schuld gevoeld en het gemis ervaren. Hij is het Hoofd van Zijn Bruidskerk. En Hij weet met hen wegen te gaan om ze tot de kennis te brengen van Hem, het Hoofd.
Hij heeft daartoe alle vermogens en macht. Om dan Zijn leiding gewaar te worden onder Zijn Woord. Want als Hoofd leidt Hij Zijn Bruidskerk door het Woord. En wat worden zij verbonden aan dat Woord. Het gaat om een Bijbelse bekering. Hij leidt ze dwars door de dood naar het leven.
Hij leidt ze in de gerechtigheid, opdat de gerechtigheid van Hem waarde zal krijgen in hun leven. Hij gaat ze afbrengen van alles wat geen God en Christus is. Dat wij ons zouden toetsen of wij tot die Bruidskerk behoren.
Beproef vrij, van omhoog, Mijn hart, dat voor Uw oog, Alwetende, steeds openlag.

Kootwijkerbroek, ds. G. Beens

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 2014

De Saambinder | 20 Pagina's

Het geestelijke huwelijksleven

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 november 2014

De Saambinder | 20 Pagina's