Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gemeenschap der heiligen (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gemeenschap der heiligen (1)

De Kerk met een hoofdletter

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

We leven in een tijd, die weleens genoemd is het ik-tijdperk. Het is een tijd van individualisme. Ieder leeft voor zichzelf. Als ik het maar goed heb. Als ik maar genieten kan. Als ik maar geen gedeelte van mijn salaris moet inleveren. Is dat niet het beeld van veel mensen?

Gelukkig is er door Gods algemene goedheid nog meeleven met elkaar.
Daar zijn nog voorbeelden van. Maar toch..., wat kunnen we gemakkelijk langs elkaar heen leven. In de wereld, maar ook in de kerk. Dat laatste is nog het ergste. In de kerk zou het anders moeten zijn. Een kerkelijke gemeente is een gemeenschap als het goed is. Dat brengt ons bij wat in onze apostolische geloofsbelijdenis wordt aangeduid als ”de gemeenschap der heiligen”.
Artikel 9 van de twaalf artikelen luidt als volgt: ‘Ik geloof een heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen’. De gemeenschap der heiligen wordt dus nauw verbonden met de kerk. In de kerk wordt de gemeenschap der heiligen beleefd.
Een kerk zonder de gemeenschap der heiligen is geen kerk.
Welke kerk wordt hier bedoeld? Laat de Nederlandse Geloofsbelijdenis het maar zeggen: ‘een heilige vergadering der ware Christ-gelovigen, al hun zaligheid verwachtende in Jezus Christus’ (art. 27 NGB). In een ander artikel zegt de belijdenis: ‘een verzameling dergenen, die zalig worden’ (art. 28 NGB).
Het gaat hier dus om de Kerk met een hoofdletter, de onzichtbare kerk, de gemeenschap van Gods kinderen.
Als we de Heere niet vrezen, als Gods werk niet in ons hart is, dan horen we niet bij die heiligen.
Daaruit blijkt wel dat de gemeenschap der heiligen niet bestaat uit wat gezelligheid in de gemeente. Er wordt in onze gemeente met elkaar meegeleefd, er is een goede onderlinge band, er wordt zo meegeleefd met de zieken. Dat zijn op zichzelf goede zaken, die we mogen waarderen. Maar de gemeenschap der heiligen is iets wat veel dieper gaat. Het gaat hier over de gemeenschap tussen Gods kinderen, de band die hen samenbindt.

Heiligen niet in zichzelf
De lidmaten van die Kerk worden dus ”heiligen” genoemd. ‘Gij zijt een heilig volk’ (zie 1 Petr. 2:9). Wil dat nu zeggen dat het hier gaat om mensen zonder zonde? Vraag dat maar aan Gods kinderen. Ze hebben de droefheid over hun zonden leren kennen.
Ze zouden de zonden in hun leven zo graag willen uitroeien met wortel en tak, maar de strijd tegen hun inwonend verderf blijft. Er zijn weleens ogenblikken, en dat zijn niet de slechtste, dat Gods kinderen ernaar verlangen om verlost te mogen worden van de zonde en heilig voor God te mogen leven. Maar dat is bewaard voor het Kanaän hier boven.

Wie zijn dan die heiligen? Het woord ”heilig” heeft in het Woord van God vaak de betekenis van ”afgezonderd”.
De heilige vaten in de tempel waren afgezonderd voor de dienst des Heeren. De heiligen vormen een afgezonderd volk, een volk van vreemdelingen hier op aarde, dat met de wereld niet meer mee kan.
Is dat nog te zien? De grenzen tussen kerk en wereld vervagen zo! Als we de Heere vrezen, dan is dat te zien aan heel onze levenswandel. Dan is er een andere droefheid dan van de wereld, een andere blijdschap, een ander verlangen.

Heilig in Christus
Hoe kunnen zondaren in de Schrift heiligen genoemd worden? Ze zijn niet heilig in zichzelf. Ze zijn heilig in Christus. Daar ligt het geheim van hun leven. Daar ligt ook het hart van de gemeenschap der heiligen. Het zijn in zichzelf ”onheilige heiligen” (Kohlbrugge). In zichzelf zijn ze niet heilig, maar leren ze zichzelf al meer kennen als onheiligen. Als het licht van Gods heiligheid en alwetendheid ons leven doorschijnt, dan blijft er enkel onheiligheid over, dan gaan we met Jesaja belijden, dat we moeten vergaan omdat we onrein van lippen zijn. De heiligheid van de gemeente Gods ligt alleen in Christus. Waar alle gronden en steunsels voor God wegvallen wordt Christus de grond van onze hoop, als Hij Zich openbaart en wegschenkt aan het hart en het geloof Hem omhelzen mag.

Weet u hoe het met die heiligen is? Al mogen ze weten voor rekening van Christus te liggen, in zichzelf blijven zij onheiligen. De bruid in het Hooglied heeft het gezegd: ‘Ik ben zwart, doch liefelijk’ (Hoogl.1:5). Zwart in zichzelf en toch liefelijk, maar dan in een ander, in die grote Ander, in Jezus Christus. De Heere ziet Zijn volk aan in Christus, in Zijn verdiensten, in Zijn gerechtigheid, in Zijn heiligheid. Bekleed met de borggerechtigheid van Christus is de zonde van Zijn kind in Gods ogen bedekt met die gerechtigheid. In Christus ziet de Heere geen zonde meer in Zijn Jakob en geen overtreding in Zijn Israël. Dan kunnen zondaren heiligen worden genoemd. Alleen in Christus. Alleen daar ligt het hart van de gemeenschap der heiligen. In de gemeenschap met Christus.

(wordt vervolgd)

Zeist, ds. J.J. van Eckeveld

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 2015

De Saambinder | 16 Pagina's

Gemeenschap der heiligen (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 2015

De Saambinder | 16 Pagina's