Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meesters broodnodig

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meesters broodnodig

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het basisonderwijs blijft het aantal meesters nog steeds laag. Dat was vroeger anders. In het midden van de vorige eeuw was de gemiddelde bezetting op een lagere school 75% mannen en 25% vrouwen. Inmiddels is die verhouding helemaal omgedraaid. Op een aantal scholen is alleen de directeur man, of is er helemaal geen man meer verbonden aan een basisschool. Mannen die de hele week lesgeven in het basisonderwijs zijn er niet veel meer.

Maar maakt het eigenlijk wel uit of er nog mannen voor de klas staan? Vrouwen kunnen toch uitstekend lesgeven en de ervaring heeft geleerd dat ze prima leiding kunnen geven? Wat is daar mis mee? En dan nog wat: stoppen er verhoudingsgewijs niet meer mannen in het eerste jaar van de Pabo dan vrouwen? Is het voor mannen wel zo gemakkelijk om meester of directeur te worden? Zulke en andere geluiden worden gehoord als het gaat om de discussie over mannen in het onderwijs.
Zijn mannen wel echt broodnodig?
Hoewel we in grote lijnen kunnen constateren, dat de kwaliteit van het onderwijs er niet minder om wordt als er weinig of geen mannen op een school werkzaam zijn, zijn er toch dringende redenen om eens met jongens in gesprek te gaan over de keuze van een beroep richting het basisonderwijs. In de laatste jaren van het voortgezet onderwijs komt de beroepskeuze natuurlijk aan de orde.
Om meer mannen in het onderwijs te krijgen, is het nodig het beroep van ‘meester in het basisonderwijs’ te stimuleren en de keuze voor dat beroep aan te moedigen. Vader en moeder kunnen met hun zoon(s) in gesprek gaan, ambtsdragers op huisbezoek kunnen het onderwerp aansnijden en ook op de jeugdvereniging is ‘beroepskeuze’ een mooi onderwerp. In de geschiedenis van de reformatorische scholen waren het juist mannen die bij de start van de school hun opdracht (en roeping) zagen liggen.
Wat zijn de dringende redenen om meer mannen in het basisonderwijs te krijgen? Enkele overwegingen:
1. Kinderen hebben - zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek - verschillende voorbeelden nodig voor een goede en stabiele ontwikkeling. Het is goed als kinderen op jonge leeftijd in aanraking komen met zowel meesters als jufs. Soms wordt gedacht dat vooral jongens dat nodig hebben, maar dat blijkt niet zo te zijn. Ook voor meisjes is het goed om eens een meester te hebben. Meesters blijken anders om te gaan met gezag en dat heeft op sommige leerlingen een positieve uitwerking.
2. Zowel meesters als jufs bepalen samen het beleid in de school. Het is bekend dat er andere beleidsbeslissingen genomen worden, als er alleen een mannencultuur óf alleen een vrouwencultuur zou zijn. Daarom is het goed voor een school als het team uit mannen en vrouwen bestaat. Zij zijn vanuit ieders eigenheid samen bezig met bepaalde ontwikkelingen in het onderwijs, zoeken oplossingen voor knelpunten, enzovoorts, en dat komt ten goede aan de kwaliteit van het onderwijs.
3. Meer mannen voor de klas en meer leiding geven is voor velen onder ons iets wat behoort bij de identiteit en de continuïteit van ons reformatorisch/ christelijk onderwijs. Ouders, kijk eens met uw zoon(s) een halve eeuw terug. In die tijd werden jongens door de kerkenraad en de omgeving gestimuleerd om naar de kweekschool te gaan. Het beroep van meester had nog een hoge status, maar daar ging het niet om. Het ging om de kinderen, om die te mogen onderwijzen in de lijn van gezin-kerk-school. De status is wel veranderd, maar de uitdaging om in je meester-zijn, je directeur-zijn, te laten merken dat de Bijbel de hoogste waarde en het laatste woord heeft, is niet gewijzigd. Die uitdaging mag ook anno 2015 voortgezet worden. Daar hebben we zowel mannen als vrouwen voor nodig.
4. In teams met veel jufs die als parttimer werken, en weinig meesters is vaak veel verloop. Meer mannen betekent doorgaans meer continuïteit.
5. Meesters en jufs mogen juist in het basisonderwijs de Bijbel openen, er dagelijks uit vertellen en hun onderwijs van daaruit vormgeven. De laatste jaren is er weer een tendens zichtbaar, waarin men zoekt naar de Bijbelse uitgangspunten en de verbinding daarvan met de verschillende vakken.

Hardnekkig misverstand
Meester of juf zijn is soft, zegt men.
Dat is zeker niet waar. Natuurlijk is het totaal anders dan een baan in het bedrijfsleven. Het staan voor de klas en het leiding geven aan een team is hard werken. Een gedegen vakkennis en vaardigheden zijn nodig om te kunnen omgaan met verschillen tussen kinderen en collega’s. Er moet met veel belanghebbenden rekening worden gehouden. Niet iedereen is daar bedreven in. Helaas blijkt het vak soms te zwaar en moet een leerkracht - man of vrouw - teleurgesteld het onderwijs verlaten.
Er zijn in onze gemeenten jongens die nu in HAVO-5 of VWO-6 zitten. Onder hen zijn er die de bekwaamheid hebben en zich willen ontwikkelen om met groepen kinderen en volwassenen om te gaan. Ben jij dat? Mogen we dan aan jou vragen om bij je beroepskeuze je eens grondig in dit mooie, verantwoordelijke beroep van meester te verdiepen. Maak biddend een keuze!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 april 2015

De Saambinder | 20 Pagina's

Meesters broodnodig

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 april 2015

De Saambinder | 20 Pagina's