Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een gebed van de Bruidskerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een gebed van de Bruidskerk

Trek mij, wij zullen U nalopen. Hooglied 1:4a

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

De tekst is genomen uit het Hooglied, hetwelk van Salomo is. Daarin beschrijft Salomo de liefde die hij heeft tot zijn Sulammith. Maar boven dit alles klinkt de liefde, die de hemelse Bruidegom heeft voor een zwarte Bruidskerk.

Zo lief had hij de Kerk, dat Hij Zijn leven voor hen gaf op de heuvel Golgotha. En ook mag de wederliefde klinken van de bruid, omdat de Bruidegom haar eerst heeft liefgehad.
De hoogte- en dieptepunten van het leven van de Bruidskerk worden ons beschreven in het boek Hooglied.
De bruid vraagt in de tekst om getrokken te worden tot de Bruidegom. Zij kende de Bruidegom; de Bruidegom had Zich geopenbaard en verklaard in haar leven. Zij weet hoe goed het is om in de gemeenschap met de Bruidegom te verkeren. Juist daarom vraagt zij om getrokken te worden. Zij heeft ervaren: ‘Maar ’t is mij goed, mijn zaligst lot, nabij te wezen bij mijn God.’ ‘Trek mij …’ Kent u die bede persoonlijk? Kent u die eerste trekking? Wat is het nodig in ons leven, dat wij getrokken worden uit de duisternis tot Gods wonderbaar en heerlijk licht. Getrokken uit de poel van modderig slijk van zonde en ongerechtigheid. Dat wij getrokken mogen worden met de koorden van Gods eeuwige zondaarsliefde. Dat trekken is een eenzijdig werk van God, een onwederstandelijk werk van God.
De zondaar is onmachtig en onwillig. De Heere trekt de zondaar met overtuigingen, zodat deze wordt overtuigd van zijn of haar ellendestaat, maar ook wordt de liefde Gods in het hart uitgestort. En of iemand nu van jongsaf de Heere vreest zoals Timótheüs, of op latere leeftijd krachtdadig is stilgezet, in beide gevallen zullen zij het woord beamen: ‘Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader Die Mij gezonden heeft, hem trekke’ (Joh 6:44).
‘Trek mij …’ De bruid is ook na ontvangen genade afhankelijk van de Bruidegom. Het geestelijk leven is samen te vatten in dat ene woord: trekken. De bruid heeft voortdurend nodig om getrokken te worden. De bruid kan door eigen schuld terechtkomen op het bed van zorgeloosheid en wereldgelijkvormigheid. O, wat kan de bruid ingezonken zijn, de aarde flessen gelijk geworden zijn. Vandaar de bede: ‘trek mij …’ David getuigt: ‘Gelijk een schaap heb ik gedwaald in ’t rond, dat, onbedacht, zijn herder heeft verloren.’ Daarom: trek mij naar Uw liefde, naar Uw gemeenschap, naar Uw gerechtigheid en heiligheid.
De tekst vervolgt: ‘Wij zullen U nalopen.’ Wanneer de Heere gaat trekken door Woord en Geest, gaan wij volgen, achterna wandelen. Men volgt geen mensen na, men kan de wereld niet meer navolgen, maar het Lam, waar Het ook heengaat (Openb. 14:4).
Al gaat de weg door de zee, door een dal van de schaduw des doods, dan mogen zij Hem nalopen.
De kanttekening zegt : ‘Dat wij gewilliglijk en met vreugde onzen Heere en Bruidegom Jezus Christus navolgen, ja nalopen.’ Nalopen is door genade mogen gaan in het spoor van Gods geboden, met de bede: ‘Doe mij op ’t pad van uw geboden treên, schraag op dat spoor mijn wankelende gangen.’ Het is een volgen, om meer en meer afgetrokken te worden van het aardse, en getrokken te worden naar het hemelse.
Nalopen, is kruisdragen achter Christus aan, Zijn voetstappen drukken. Nalopen is mijn leven verliezen, op alles de dood leren schrijven, opdat het leven van Christus mij alles zou zijn.
Ze lopen Christus na. Tot Wie zouden ze anders heengaan? Hij heeft de woorden des eeuwigen levens.
Eenmaal volgt de volmaakte trekking: ‘En Ik, zo wanneer Ik van de aarde zal verhoogd zijn, zal hen allen tot Mij trekken’ (Joh. 12: 32).

ds. J. van Rijswijk, Aalburg

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 2015

De Saambinder | 20 Pagina's

Een gebed van de Bruidskerk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 oktober 2015

De Saambinder | 20 Pagina's