Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dankdag bij de oudvaders

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dankdag bij de oudvaders

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De biddagen zijn al heel oud. Ten tijde van de Reformatie kwamen ze in gebruik. We kunnen dan ook in de DKO (artikel 66) lezen over de biddagen. Over dankdagen wordt in dat artikel niet expliciet gesproken, al werden ze wel gehouden.

Aanvankelijk hield iedere gemeente op eigen initiatief een biddag, wanneer men dat nodig achtte, bijvoorbeeld bij de verkiezing van een predikant. In wat later tijd was het de overheid die bij bijzondere gelegenheden - bij nationale rampen of in oorlogssituaties - een biddag uitschreef. Dan werd de gehele kerk in Nederland opgeroepen om een boetedag te houden. Van ds. Th. van der Groe, de ernstige predikant te Kralingen, is bekend een ”Verzameling van Biddagspredikatiën.

De onder ons bekende ds. L.G.C. Ledeboer heeft in zijn tijd de ledeboeriaanse gemeenten telkenmale opgeroepen tot een algemene ‘dank-, vasten- en bededag’. Hij is er na zijn afzetting in 1841 al snel mee begonnen. Hij schreef dan, soms in samenwerking met andere predikanten (vaak ds. P. van Dijke), een 'biddagsbrief'.

Deze werd verzonden naar de gemeenten en werd daar voorgelezen. Wat ons vooral treft in deze brieven is de ernst, waarmee Ledeboer de gemeenten opwekt.

Zegeningen en weldaden

In lijn met de biddag geldt ook voor de dankdag: die werd ingesteld ‘voor de veelvoudigen verkregen seegeningen en weldaeden’.

Dankdagen werden uitgeschreven als men bijvoorbeeld gered was uit een groot gevaar. Ook de dankdagen voor het ontvangen van het gewas kende men al in de zeventiende eeuw, in het bijzonder in Zeeland en Overijssel. In later tijd (na 1795) werd het uitschrijven van bid- en dankdagen geheel een zaak van de kerk. Wel heeft de overheid nog een enkele keer in noodsituaties de wens te kennen gegeven dat de kerken een dergelijke dag voorschreven. Vooral op het platteland werden veelal dankdagen ‘voor het gewas’ gehouden. Veel steden volgden, toen in de 20e eeuw ‘en arbeid’ aan ‘het gewas’ werd toegevoegd.

In de geschriften van onze oudvaders komen we meer biddagen boetepreken tegen dan dankdagpreken. Maar ze zijn er wel. Ik denk bijvoorbeeld aan de dankdagpreken van d’Outrein en Sibersma. Of aan ”Neerlands dankdag over het sluiten van de Akensche vreede, plegtig gevierd met eene kerkrede over Psalm 147:12-14”, gehouden door Johannes Barueth. Ook de dankdagpreken van Hellenbroek in zijn ”Keurstoffen” zijn niet onbekend. En zo zijn er nog meer te noemen.

Claessen in Leerdam

Nog één voorbeeld wil ik u niet onthouden, namelijk van ds. Johannes Claessen (1734-1812), predikant te Kedichem (1761) en te Leerdam van 1761 tot aan zijn emeritaat in 1806. Hij was in Leerdam min of meer getuige van de ramp die de plaats Asperen in 1784 trof. Op de dankdag van dat jaar kwam hij erop terug en herinnerde hij zijn gehoor aan wat gebeurd was. Die preek is bewaard gebleven: ”Gedachtenis van den harden winter en ongemeenen watervloed van het jaar 1784”.

Wat was er geschied? Wel, in maart 1784 was er een dijkdoorbraak in Ochten, die door andere doorbraken gevolgd werd. Het water kwam dichtbij: ‘Nauwelijks was het woensdag de 3e maart, of de opzichters van de Diefdijk kwamen om overeenkomstig de instructies de drie overlaten te doorsteken, en daardoor te proberen of men de Alblasserwaard van een overstroming vrijwaren kon’.

Maar de rivier vloog op als ‘een kokende pot’. En: ‘Geen van de dijken kon een dergelijke aandrang van het water, waarvan de baren ten hemel steigerden weerstaan’. Alles ging zo plotseling in zijn werk, dat nog op diezelfde dag Asperen aan de landzijde overstroomd werd. En op de dag erna liep het water zo hoog op, dat men aan de kant van de Linge voor een doorbraak van de wallen vreesde. En inderdaad gebeurde dat ’s avonds. De op de stad aanvallende wateren namen Asperen stormenderhand in en onder een vreselijk noodgeschrei poogden de mensen zich op de hooggelegen gedeeltes te redden. Ook te Leerdam hebben toen velen hun vee zien omkomen. Voorts was er veel schade aan wallen en huizen, maar de mensen bleven gespaard. En zo werd het dankdag te Asperen, waar men de roede des Heeren sterk gevoeld had: ‘Waarlijk niet tevergeefs hebt gij geschreeuwd en gekermd, want de wateren waren tot aan de lippen gekomen; zij schenen over uw zielen te zullen gaan en u leek tot uw ondergang genaderd te zijn’. Aldus ds. Claessen.

We zijn nu een paar eeuwen verder, maar ook voor ons is het noodzakelijk de hand des Heeren over ons op te merken en in verootmoediging Hem te erkennen voor alle onverdiende weldaden, aan ons bewezen.

ds. J. Schipper, Leerdam

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 2015

De Saambinder | 20 Pagina's

Dankdag bij de oudvaders

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 november 2015

De Saambinder | 20 Pagina's