Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De orde des heils [10]

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De orde des heils [10]

De heerlijkmaking (2)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

We zijn toegekomen aan de wederopstanding des vleses. De schakel van de opstanding haakt in de schakel van het eeuwige leven.

De verdienste van Christus heeft ook betrekking op het lichaam. Als het goed is zijn wij ook van ons lichaam niet zelf de eigenaar. De wereldse mens heeft de mond vol over zelfbeschikking. Een kind van God zou dat niet eens willen. Het eigendomsrecht van Christus is juist hun enige troost en dat omvat lichaam én ziel (HC, Zondag 1). In de loop der geschiedenis is er soms heel negatief over het lichaam gesproken. Het zou iets zijn wat we maar beter kwijt kunnen zijn dan rijk. Wat een kooi is voor een vogeltje zou het lichaam zijn voor de ziel. Het kooitje kan maar beter opengaan. Maar zo negatief spreekt de Bijbel niet. Het menselijk lichaam behoort tot de schepping Wat heeft Christus er voor over gehad om ook het lichaam van de Zijnen te verlossen. Zijn lichaam moest de dood ervoor ingaan. De straf op de zonde is immers: ‘tot stof zult gij wederkeren’. En die straf moest geheel worden gedragen. Opmerkelijk genoeg heeft het lichaam van Christus geen verderving gezien. Ons lichaam gaat na het sterven zo spoedig tot ontbinding over. Het wordt zoals Job het uitdrukt ‘doorknaagd’. Een aangrijpende gedachte. Maar God heeft niet toegelaten dat Zijn Heilige de verderving zag. Daarom zal ook het lichaam van al de Zijnen eens in heerlijkheid verrijzen. Job mag geloven dat zijn stof weer vlees zal worden en dat hij met zijn eigen ogen zijn Verlosser zal aanschouwen: ‘Want ik weet: mijn Verlosser leeft, en Hij zal de laatste over het stof opstaan; en als zij - dat zijn de wormen - na mijn huid dit doorknaagd zullen hebben, zal ik uit mijn vlees God aanschouwen; Denwelken ik vóór mij aanschouwen zal, en mijn ogen zien zullen, en niet een vreemde; mijn nieren verlangen zeer in mijn schoot’ (Job 19:25-27).


Op de jongste dag zal het lichaam van de verlosten een heerlijk lichaam zijn. Het zal van alle onvolkomenheden verlost zijn. Dan zal de kreupele springen als een hert. Het lichaam zal weer geschikt zijn om God voor eeuwig groot te maken.


Delen in de toepassing

In deze tijd mogen Gods kinderen al enigszins in die toepassing delen. God zorgt, om Jezus’ wil, voor hun lichaam. Het wordt een tempel van de Heilige Geest genoemd. De haren van hun hoofd zijn alle geteld. De onderhouding van hun lichaam is gegarandeerd in de verdienste van Christus. De godzaligheid bevat niet alleen de belofte van het toekomende, maar ook van het tegenwoordige leven. Christus leerde Zijn discipelen vragen om ‘ons dagelijks brood’. En Agur mocht weten dat God een deel voor hem bescheiden had (Spreuken 30:7). Maar die toepassing blijft in deze bedeling nog zo onvolkomen. De zorgende hand Gods is slechts een voorsmaak van het eeuwige leven. Op de jongste dag zal het lichaam van de verlosten een heerlijk lichaam zijn. Het zal van alle onvolkomenheden verlost zijn. Dan zal de kreupele springen als een hert. Het lichaam zal weer geschikt zijn om God voor eeuwig groot te maken.

Hier op aarde lopen Gods kinderen voortdurend tegen hun lichamelijke beperkingen aan. De discipelen wilden wel waken in de hof van Gethsémané. Hun geest was wel gewillig maar het vlees was zwak. Maar straks is er geen vermoeidheid meer, geen schorheid, geen verwardheid, geen doofheid. Niets van dat alles. ‘En geen inwoner zal zeggen: Ik ben ziek’. Waarom zal daar geen ziekte meer zijn? Jesaja vervolgt ‘want het volk, dat daarin woont, zal vergeving van ongerechtigheid hebben’ (Jes. 3334). Hoe duidelijk moet het toch zijn dat de toepassing van Christus’ verdienste ordelijk en trapsgewijze is.

Herkenning in de hemel

Het zal geen ander lichaam zijn. Anders kan er ook geen sprake zijn van een wederopstanding. Het stof zal weer vergaderd worden. Paulus zegt daar zulke mooie dingen over in 1 Korinthe 15: ‘Alzo zal ook de opstanding der doden zijn. Het lichaam wordt gezaaid in verderfelijkheid, het wordt opgewekt in onverderfelijkheid; het wordt gezaaid in oneer, het wordt opgewekt in heerlijkheid; het wordt gezaaid in zwakheid, het wordt opgewekt in kracht’.

De opstanding is een oogsten van hetgeen eerst werd gezaaid. Wij laten onze lichamen niet verbranden, maar volgen het voorbeeld van de begrafenis van Christus. Verbranding staat in de Bijbel gelijk aan oordeel en vervloeking. Puur heidens! Een vraag die vaak wordt gesteld is of er ook herkenning zal zijn in de hemel? Boston schrijft dat het tot de volmaaktheid van de hemel behoort dat Gods kinderen elkaar zullen herkennen. Hoe zou de hemel de hemel kunnen zijn als de inwoners vreemdelingen bleven voor elkaar?

Kunt u met de apostolische geloofsbelijdenis zeggen: ‘Ik geloof in de wederopstanding des vleses?’ De opstanding van de goddelozen zal daarentegen verschrikkelijk zijn. Zij zouden liever in het graf gebleven zijn. Bedenk toch dat het niet begint met de laatste schakel, maar met de eerste! De levendmaking.

(wordt vervolgd)

ds. A. Schot, Nunspeet

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 2016

De Saambinder | 20 Pagina's

De orde des heils [10]

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 2016

De Saambinder | 20 Pagina's