Jezus is gedoopt

‘Toen is tot hem (Johannes) uitgegaan Jeruzalem en geheel Judéa en het gehele land rondom de Jordaan; en werden van hem gedoopt in de Jordaan, belijdende hun zonden’ (vers 5 en 6).

‘Toen kwam Jezus van Galiléa naar de Jordaan tot Johannes, om van hem gedoopt te worden’ (vers 13).
Hij Die de Hoogste is, daalt ‘t laagste af. Hij Die heilig is, schaart Zich in de rij van zwarte zondaren. Hij Die het Leven is, stelt Zich op de weg van de dood.
Johannes doopt Jezus. Johannes, zondaar in zichzelf, doopt zijn (eigen) Zaligmaker. De in zichzelf onheilige doopt de Heilige; de onderdaan doopt zijn Koning. Jezus is gedoopt. Hij is ondergedompeld in het oordeel van God.
Wat begint het kruis van Golgotha zich hier al af te tekenen. Wordt Hij ook hier niet met de overtreders, met de zondaren, gerekend? Hier wordt Hij van Godswege tot zonde gemaakt. Hij heeft geen zonde. Hij is geen zonde, maar Hij wordt zonde gemaakt. ‘Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem’ (2 Kor. 5:21). En waar zonde is, daar is de dood. ‘De bezoldiging der zonde is de dood’ (Rom. 6:23a).
Zo begint Jezus Zijn doodsgang te maken in ‘t openbaar, een gang die eindigen zal op Golgotha. Waar het water van de Jordaan zich sluit boven Zijn Middelaarshoofd, waar Hem de adem wordt afgesneden, daar drinkt Hij uit de lijdensbeker van de dood. En dat plaatsbekledend.
Hij is het Lam van God. Dat de zonde der wereld wegdraagt. Hier dalen ze af in het water: tollenaren en zondaren en …de Heere Jezus. Hij eet niet alleen met hen, maar Hij wordt ook met hen gedoopt. Maar er is meer. Want Jezus daalt niet alleen af in het water, maar Hij komt er ook weer uit op. En nog wel ‘terstond’. Daarin blinkt iets door van de heerlijkheid en de majesteit van Zijn overwinning. Heeft het Golgotha van de dood niet z’n vervolg gekregen in de hof van het leven? Opgestaan is Hij ten derde dage.
Zie hoe dit ene gebeuren vol is van het heilshandelen van God. Hier staat de Zaligmaker van zondaren, de Borg van Zijn gemeente, hier staat Hij omhuld met het water van de dood. Maar hier staat Hij ook gekroond met het morgenrood van Zijn opstanding. Profetie van Pasen. Hier is de dood aanvankelijk al verslonden tot overwinning. Hier brengt Hij alle gerechtigheid aan. Alleen Zijn gerechtigheid is genoegzaam voor Gods Aangezicht.
En daarom, wie u ook bent: Hém hebt u nodig. Bij Hem moet u zijn. Bij Hem kunt u terecht. Alles wat u zelf aanbrengen wilt, brengt u er verder van af. Alleen wat Hij doet, brengt u er dichterbij.

O, bedenk het: Wat Hij deed, dat kunt u niet. Wie kan zichzelf ontdoen van de last van vloek en schuld? Wie is in staat de dood te overwinnen? Wie kan staan in de heilige tegenwoordigheid van God? Wie dat meent, maakt het werk van Christus krachteloos. Dan staat u God tegen en verwerpt u de door God gegeven Zaligmaker. Dat zal God niet ongestraft laten.
Wie weigert een tollenaar te zijn, is een farizeeër. Waak toch op en hoor het spreken van God: Dit is Zijn gebod, dat gij gelooft in de Naam van de Zoon van God. Hier bij de Jordaan staat Hij met uitgebreide armen om genadig te zijn. Bekeert u, bekeert u. En acht de lankmoedigheid onzes Heeren voor zaligheid.

Bent u degene, die door de machten van de dood naar beneden wordt getrokken? Bent u het, die aan alle kant nood en dood ontwaart, die staat in het krachtenveld van de aanvechting van satan? U hebt niets in te brengen dan schuld en schande, elke keer weer opnieuw? U zucht tot God en u kunt voor Hem niet bestaan? Als God met u doet naar uw ongerechtigheid, wie zal bestaan? Als Hij het vonnis strijkt over uw leven en u hebt geen gerechtigheid? Want is er ooit één ogenblik geweest waarop u vanuit uzelf voor God hebt geleefd?
Hoe meer dat dringt, hoe onmogelijker het wordt. Waar eindigt het? In de dood! Gode zij dank waar dat de werkelijkheid is. Waarom? Wel, daar is Jezus. Daar is de Zaligmaker van verlorenen. Daar is Hij om te doen wat u zelf nooit zult kunnen doen. Hij gaat door de dood heen tot het leven. Zie, nog druipt Hij van het doopwater, maar Hij is er door gekomen en Hij is eruit opgekomen. De dood ligt aan Zijn voeten en Hij heeft Zijn handen vrij. Hier is de Koning, Die uitdeling houdt aan de armen. Hongerigen worden met goederen vervuld.

O, bedenk het: Wat Hij deed, dat kunt u niet. Wie kan zichzelf ontdoen van de last van vloek en schuld? Wie is in staat de dood te overwinnen?

Zie, zo is Hij gaan staan in de rij van de dopelingen, van zondaren en van tollenaren. En als de Vorst van Pasen betuigt Hij: Ik leef en gij zult leven. Hier wacht Hij allen, die belijdende hun zonden, de doodsgang maken en zie, zij leven. Op Zijn borgtocht komen zij er door. Hij zet mijn voeten op een rotssteen die mij te hoog zou zijn. Bij de Jordaan is het: Gij maakt eerlang mij het levenspad bekend. Hier ligt het nooit ontdekte spoor. Waar geen weg was, ligt de weg open in Hem, Die alle gerechtigheid vervuld heeft.

Het welbehagen van de Vader zal op een voorspoedige wijze voortgang hebben door Christus’ hand.
Uitzicht in Hem, ook in dit pas begonnen jaar.

ds. R. Kattenberg, Ede

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen