Een gelijkenis
Een gelijkenis is een bepaalde leervorm, die bij de rabbijnen geliefd was. Het is een aanschouwelijk verteld verhaal uit het alledaagse leven, om een dieper liggende boodschap te verduidelijken. Maar vergist u zich niet: een gelijkenis is niet slechts verklarend en onthullend, maar óók verbergend en verhullend. Dat laatste wordt veel te weinig beseft. De uitwerking van een gelijkenis is dus altijd óf het één of het ander.
Daarom, na de bekende gelijkenis van het zaad, vragen de discipelen niet aan hun Meester ‘Wat is een gelijkenis’, maar ‘Waarom spreekt Gij tot hen door gelijkenissen?’ (Matth. 13:10). Daarop volgt een antwoord, dat voor ons nog steeds veel te zeggen heeft. Gelijkenissen separeren namelijk: ze trekken een scheidslijn onder de hoorders. Tussen hoorders die oren hebben om te horen en ogen om te zien, én hoorders die dat niet hebben. Dat laatste wordt niet door de gelijkenis veroorzaakt of bedoeld, maar wordt er wel door benadrukt en bevestigd. Luister maar naar het antwoord van de Leraar ter gerechtigheid: ‘omdat het u gegeven is de verborgenheden van het koninkrijk der hemelen te weten, maar dien is het niet gegeven… Daarom spreek Ik tot hen door gelijkenissen, omdat ze ziende niet zien en horende niet horen, noch ook verstaan’ (vers 11 en 13).
Let u op het woord omdat. Dat geeft een reden aan, waar de schuld ligt: hun eigen doofheid en blindheid. Er staat dus niet opdat, het is niet de bedoeling van de Verteller van de gelijkenis, dat ze niet verstaan. Aangrijpend, hoe zich tijdens ons luisteren naar een gelijkenis het scheidingsproces voltrekt: verstaan of niet verstaan. Het verstaan van de verborgenheden van het koninkrijk der hemelen, dat wordt uit louter genade gegeven. Het niet verstaan is eigen schuld van verblinding en toesluiting. Hierbij voltrekt zich het schiftingsproces, waarvan Jesaja bij zijn roeping al moest horen en dat door Immanuël in Matth. 13 vers 14 en 15 ook wordt aangehaald: ‘en in hen wordt de profetie van Jesaja vervuld, die zegt: met het gehoor zult gij horen en geenszins verstaan; en ziende zult gij zien en geenszins bemerken, want het hart dezes volks is dik geworden…’ Wee als we zo ongevoelig zijn. Zalig daarentegen zijn de ogen (16) die wel zien en de oren die wel horen; ziende de heerlijkheid van de Christus, de Gezalfde van het genaderijk, de Koning van Sion, Die zonder onderdanen niet zijn kan. Die regeert over Zijn ellendigen en nooddruftigen en over hen die geen helper hebben. Rechtvaardig , wijs en zacht.
Hoe luistert u naar een gelijkenis? Wat hoort u dan? Wat ziet u dan?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 2017
De Saambinder | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 2017
De Saambinder | 16 Pagina's