Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Ik acht Smijtegelt zeer geschikt voor de leesdienst’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Ik acht Smijtegelt zeer geschikt voor de leesdienst’

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Leesdiensten – een onderwerp dat veelvuldig voorkomt in De Saambinder. In de vragenrubriek, in recensies, in notulen van classisvergaderingen en in artikelen.

Ds. G.H. Kersten kreeg in 1931 een vraag te beantwoorden van iemand die een gesprek gehad had met iemand die de catechismuspreken van Smijtegelt scherp afgekeurd had. Wat ds. Kersten daarvan dacht. ‘Ik kan niet dan met vreze aan mensen denken die de oude schrijvers afkammen’, zo luidde zijn antwoord. ‘Hun werken waren volstrekt niet volmaakt. Dat weten wij allen wel. Maar de genade die God verheerlijkte en de gaven en wetenschap waarmee de Heere in vervlogen tijden velen van Zijn knechten bedeelde, moesten ons beschamen en tot jaloersheid verwekken. (…) Ik acht Smijtegelt zeer geschikt voor de leesdienst en bijzonder ook zijn Catechismusverklaring, die door vermaarde godgeleerden als Comrie geprezen is’.

In 1950 kreeg ds. A. Vergunst een vraag over het lange bidden tijdens leesdiensten. Het voorgaan van de ouderlingen in een bepaalde gemeente was wel stichtelijk, maar het grote gebed duurde een halfuur en het dankgebed een kwartier. De vraagsteller bracht 1 Korinthe 14:15 daarmee in verband: ‘Wat is het dan? Ik zal wel met den geest bidden, maar ik zal ook met het verstand bidden; ik zal wel met den geest zingen, maar ik zal ook met het verstand zingen’.

Nee, die tekst kunnen we niet in verband brengen met huidige omstandigheden, het gaat hier om bijzondere Geestesgaven, antwoordde ds. Vergunst. Verder moeten we voorzichtig zijn om iets te zeggen van iemands gebed. We mogen elkaar wel in liefde onderrichten. De Schrift gaat ons hierin voor. De Heere Jezus zegt Zelf: ‘En wanneer gij bidt, zo gebruikt geen ijdel verhaal van woorden, gelijk de heidenen, want zij menen dat zij door hun veelheid van woorden zullen verhoord worden’.

Philpot en Beversluis

Over de preken van J.C. Philpot schreef ds. Kersten: ‘De preken van Philpot zijn geliefd. Waarom? Omdat Philpot schrijft naar het hart van Jeruzalem. Hij is geen dor-voorwerpelijke prediker, maar haalt de ziele van Gods kinderen uit; dát is het waarom Philpot een zo grote plaats onder het volk bekwam, en waarom ik deze preken van harte aanbevelen kan. Of er dan geen bezwaren zijn? Hebt ge niet over het algemeen gemist de ernstige vermaning van de onbekeerde en de drang tot waarachtige bekering van hen die nog vreemd van Christus zijn? Welnu, dat staat in verband met Philpots beschouwing over de kinderdoop en de volwassendoop. De preken moeten dus met oordeel gelezen worden. Ze zijn minder geschikt voor de kerk bij leesdiensten dan wel voor huiselijk gebruik’.

Wél geschikt voor de leesdiensten vond ds. Kersten de preken van ds. N.H. Beversluis. Om twee redenen: om de inhoud én om de omvang. ‘Een preek mag niet te lang zijn. Een lezer kan de duivel in de kerk bidden en lezen’.

Kansel en lessenaar

In notulen van classisvergaderingen wordt meestal over leesdiensten gesproken als daar moeilijkheden over waren ontstaan. Zo was er in de jaren vijftig van de vorige eeuw een gemeente met drie ouderlingen. Twee van hen lazen een preek vanaf de kansel, de derde ouderling stond voor de lessenaar te lezen. Tegen lezen van de kansel had hij bezwaren op grond van een tekst uit Psalm 33 die hem was voorgekomen. Er waren leden die wegbleven als de een las, en andere leden bleven weg als een ander las. Een ouderling uit een naburige gemeente zou de helpende hand bieden in het zoeken naar een oplossing. Deze moest echter rapporteren dat zijn bemoeiingen tot niets geleid hadden. Als advies bracht hij uit: ‘Laten ze het zelf maar uitzoeken’. Kennelijk is de zaak met een sisser afgelopen, want verder lezen we er niets meer over.

Een uitzondering

Over toevoegingen in preken en het aanbrengen van wijzingen wordt in diverse artikelen ook verschillende keren gesproken. Nee, dat mag beslist niet. Inkorten? Daarover wordt wat genuanceerder geschreven. Over toevoegingen maakte ds. J.J. van Eckeveld, die in 2001 een viertal artikelen over leesdiensten schreef, overigens een uitzondering: ‘Ik heb het vroeger in Scherpenzeel meermalen meegemaakt dat de eerbiedwaardige Bart Roest zijn prekenboek weleens aan de kant schoof, zijn bril afzette en vanuit de volheid van zijn hart enkele woorden tot de gemeente sprak en daarna zijn bril weer opzette en de preek verder las. Dat mocht de oude Roest weleens doen, maar laten onze ouderlingen dat maar nooit doen’.

(wordt vervolgd)

A. Bel, Vlaardingen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 2019

De Saambinder | 24 Pagina's

‘Ik acht Smijtegelt zeer geschikt voor de leesdienst’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 2019

De Saambinder | 24 Pagina's