Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samen verder [2]

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samen verder [2]

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een vorig artikel hebben we enkele dingen op een rij gezet over de per 1 januari 2018 geldende Wet Beperkte gemeenschap van goederen. Wie sinds die datum in algehele gemeenschap van goederen wil trouwen, moet vóór de trouwdatum bij de notaris een akte van huwelijkse voorwaarden tekenen. Anders is er sprake van beperkte gemeenschap van goederen. Zijn er naast de praktische overwegingen ook Bijbelse lijnen te trekken? Daarover denken we in dit artikel na.

Het Oude Testament

In het Oude Testament vinden we een heel ander systeem van eigendom en bezit dan wij vandaag kennen. De HEERE was de Koning van Israël. Hij was de Eigenaar van het land en verdeelde dat via het lot onder de stammen van Israël. Het op die manier toegewezen deel mocht niet vervreemd worden of buiten de familie terechtkomen. Meerdere wetten van het Oude Testament regelden dat, denk slechts aan Numeri 27 en 36. Wanneer iemand overleed zonder mannelijke erfgenamen, ging het land over op de dochters. Deze moesten dan trouwen binnen de eigen stam, zodat hun deel niet overging naar een andere stam. Als een eigenaar kinderloos stierf, verviel de erfenis aan zijn broers, ooms of naaste verwanten. De leviraatswet wilde dat een kinderloze weduwe gehuwd werd door haar zwager, om op die manier voor de overleden broer nakomelingen te verwekken, maar ook om vervreemding van familiebezit te voorkomen. Als een landeigenaar vanwege schuld een oplossing zocht, kon hij zijn land niet zomaar verkopen. Hij verkocht de opbrengst, terwijl in het jubeljaar zijn bezit weer bij hem terug moest keren.

We zien echter ook dat het huwelijk in het Oude Testament een verbond voor het léven was. In verband met de vrouw wordt het huwelijk ‘het verbond van haar God’ genoemd (Spr. 2:17), en zij ‘de vrouw van uw verbond’ (Mal. 2:14). God haat het verlaten (Mal. 2:16), het (echt)scheiden dus. Pas toen Mozes de ongeordende situatie na de uittocht wilde begrenzen, liet hij toe aan mannen die toch hun vrouw verstootten om haar een scheidbrief te geven, zodat ze niet van overspel beschuldigd kon worden. Waarbij zij waarschijnlijk toch nog een zekere aanspraak hield op een deel van de bruidsschat en op datgene wat van ouders werd gekregen.

Het Oude Testament kent dus niet zonder meer een met onze situatie vergelijkbare wettelijke gemeenschap van goederen, maar gaat wel uit van een huwelijk als ‘een verbond voor het leven’.

Het Nieuwe Testament

De Heere Jezus ging in het Nieuwe Testament in op de kwestie van de scheidbrief. We lezen in Matthéüs 19:9: ‘Hij zeide tot hen: Mozes heeft vanwege de hardigheid uwer harten u toegelaten uw vrouwen te verlaten; maar van den beginne is het alzo niet geweest’. Daarmee wordt duidelijk dat de lijn van een huwelijk als ‘verbond voor het leven’ ook gold in de tijd van het Nieuwe Testament.

Wat betreft vragen over gemeenschap van goederen letten we vooral op wat Paulus in Efeze 5 zegt over de verhouding van man en vrouw binnen het huwelijk: ze zijn gelijkwaardig, maar niet hetzelfde. Paulus benadrukt de eenheid van man en vrouw als één lichaam, waarbij de man het hoofd en de vrouw de romp is. Deze helften kunnen niet zonder elkaar, alleen samen zijn ze compleet. Alle nadruk valt op de totale levenseenheid. Alles samen dus.

Wat nu?

Deze Bijbelse gegevens maken duidelijk dat je aan de ene kant voorzichtig moet zijn om al te absolute uitspraken te doen. ‘Voor zover er voorbeelden te vinden zijn in de Bijbel, moeten we bedenken dat de sociale, culturele en economische omstandigheden in die tijd heel anders waren dan tegenwoordig’, zo merkte C.S.L. Janse terecht op (De Saambinder, 15 maart 2018). Vanuit de Bijbel is wel de duidelijke principiële lijn: het huwelijk als ‘een verbond voor het léven’. Waarbij het aangaan van een huwelijk in algehele gemeenschap van goederen deze totale levenseenheid het dichtst benadert.

Laat ik deze artikelen besluiten met twee opmerkingen.

Als eerste: diegenen voor wie deze kwestie belangrijk is, moeten zich tijdig laten voorlichten, liefst door een notaris met een Bijbelse visie op het huwelijk. In ieder geval door iemand die aanvoelt waarom dit voor ons van wezenlijk belang is. In een dergelijk gesprek kan het kostenaspect van zo’n akte aan de orde komen, maar ook de vraag of er nog andere zaken geregeld moeten worden, bijvoorbeeld een testament. Als tweede: na alle meer zakelijke overwegingen mogen we het belangrijkste niet vergeten. Dat is de vraag of wij een huwelijk aangaan ‘in den Heere’. De Heere Jezus benadrukte dat ‘die twee waren één zullen zijn’. In algehele gemeenschap! Een aards huwelijk is groot. Het hemelse huwelijk is alles. ‘Deze verborgenheid is groot; doch ik zeg dit ziende op Christus en op de gemeente’ (Ef. 5:32). Deze hemelse Bruidegom had werkelijk álles over voor Zijn bruidsgemeente. Laten we dat meenemen in onze besluitvorming.

(slot)

ds. R.A.M. Visser, Apeldoorn

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 oktober 2019

De Saambinder | 24 Pagina's

Samen verder [2]

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 oktober 2019

De Saambinder | 24 Pagina's