Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Davids vurige begeerte naar Gods gemeenschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Davids vurige begeerte naar Gods gemeenschap

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat is het een wonder als we hetzelfde verlangen en dezelfde behoeften in ons hart hebben als David, de dichter van Psalm 84. Wat is het nodig dat we ons leven in Gods Woord verklaard mogen vinden.

Mijn ziel is begerig en bezwijkt ook van verlangen naar de voorhoven des HEEREN.
Psalm 84:3a

Het was voor David een bange tijd. Hij was op de vlucht voor zijn eigen zoon Absalom. Het was een weg tegen vlees en bloed. Maar toch, o wonder, deze diepe drukweg werkte mee ten goede.

David laat hier zien wat er in zijn hart leeft. Waar het hem boven alle dingen om gaat. In de droevige omstandigheden waarin David verkeert, spreekt hij over zijn ziel. ‘Mijn ziel’, zegt hij. Dat is persoonlijk. Weet u er ook van dat u een ziel hebt? Weet u van die grote levensvraag: ‘Mijn ziel, doorziet gij uw lot, hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God’?

Hongeren en dorsten

Bang was het in de ziel van de vluchtende David. In deze Psalm die hij dichtte, lezen we echter waar het hem boven alles om ging. We mogen onszelf wel afvragen wat bij ons de hoogste plaats heeft, welke begeerte in onze ziel het krachtigst leeft. Een begeerte roept om vervulling, zoals een hongerige vurig naar voedsel verlangt, en een dorstige naar drank.

Van nature begeert onze ziel God niet. Integendeel, we zijn in Adam gevallen. Eva werd verleid en liet zich verleiden om van de verboden vrucht te eten. Ze zag, nam en at. Ook gaf zij Adam en hij at.

En nu leeft het verlangen naar God en Zijn gemeenschap niet meer bij ons. Er is niemand die uit en van zichzelf naar God vraagt en zoekt. Er is niemand die vraagt: ‘Waar is God, mijn Maker, Die de psalmen geeft in de nacht’. We hebben de dood boven het leven gekozen, we hebben ons van God losgescheurd. Er is van onszelf geen gedachte die denkt aan dat lieve Wezen. Ons hart gaat uit naar het hier en nu. We zoeken de dingen die beneden zijn. Al de zaden van boosheid leven in ons en sluiten aan bij de wereld die in het boze ligt. Is het niet om bang van onszelf te worden?


Zalig zijn degenen die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid. Zalig zijn de armen van geest.


Koorden van liefde

Of is de zonde ons de dood geworden? En de val tot smart? Eeuwig wonder als een mens van geestelijk dood geestelijk levend wordt gemaakt. Als hij getrokken wordt met de liefdekoorden des Heeren. Om dan te gaan zoeken en te begeren het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid. Die ware begeerte in de ziel, gewerkt door de bediening van de Heilige Geest, zal zijn vervulling vinden.

Wat zouden wij begeren in zo’n moeilijke weg? Wat zouden we verwachten dat David zou begeren in deze omstandigheden? Misschien dat de Heere eindelijk het kruis eens van zijn schouder zou nemen? Of een groot leger om hem heen tot bescherming? Een sterke stad misschien om in te wonen. Of: ‘Och, mocht ik weer in mijn paleis zijn’? Het zou geen wonder geweest zijn als zulke begeerten in zijn hart de voornaamste waren. En toch, al die begeerten mochten er door genade een ogenblik allemaal onderliggen. Zijn ziel begeerde de voorhoven des Heeren.

Heimwee naar God

Weet u van het heimwee naar God, het heimwee naar Zijn zalige gemeenschap? Is het u om God te doen? Durft u het te ontkennen? Is het voor u de vraag of het God om u te doen is?

Maar waarom begeerde David juist daar te zijn, juist in de voorhoven des HEEREN? Daar waren de verbondsgeheimenissen. De ceremoniële eredienst, in alles zichtbaar predikend de beloofde Messias en Zijn gerechtigheid. O, als het geloofsoog verhelderd wordt voor de verborgenheden van het heil, zoals die eenmaal in Christus hun vervulling zouden krijgen! Verzoening door voldoening! Om in die weg te mogen delen in Gods gunst. Alles daarbuiten zal de mens ontvallen.

Door het dierbare geloof mag God worden ontmoet tot hun enige troost. Davids geloofsoog werd in de voorhoven des HEEREN verhelderd. Daar mocht hij de lieflijkheden des Heeren aanschouwen in de borggerechtigheid van Christus.

Nader onderwijs

Sion is van God begeerd en de vrucht daarvan is dat Zijn volk Hém begeert. Het is alles genade. Dan zal ook begeerd worden om van de zonden verlost te mogen worden en nader onderwezen te mogen worden in de Persoon en het werk van de Middelaar.

Zalig zijn degenen die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid. Zalig zijn de armen van geest. Want aan deze zijde van het graf zal het gemis groter blijven dan het bezit.

Bij het sterven zal de ware begeerte vervuld worden en dat voor eeuwig.

ds. W. Mouw, Opheusden

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 november 2019

De Saambinder | 24 Pagina's

Davids vurige begeerte naar Gods gemeenschap

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 november 2019

De Saambinder | 24 Pagina's