Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EIS VAN BEGINSEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EIS VAN BEGINSEL

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

SGP en vrouwenkiesrecht

In de publicatie van december j.l. werd een artikel over het vrouwenkiesrecht geplaatst. Het handelde met name over de positie van de vrouw zoals in Gods Woord vermeld. In deze uitgave wordt ingegaan op het standpunt van de SGP ten opzichte van het vrouwenkiesrecht.

Met name wijlen ds. G.H.Kersten heeft sterk stelling genomen tegen het vrouwenkiesrecht, op grond van Gods Woord. Dat kunt U lezen uit het onderstaande. In een Banier van 1927 schreef ds. Kersten: "Pauius ziet in het openbaar spreken van de vrouween wijze van doen, die strijdt met de houding, die haar aanbevolen wordt én door de natuur der dingen én door het bevel van de Schepper. God beschikte voor de vrouw een eigen plaats en schonk haar een eigen leven. Uit de wet Gods nu volgt, dat zo lang de wereld staat, het verschil tussen man en vrouw stand houdt, en de regel gelden blijft dat de vrouw de man onderdanig is, en de man is het hoofd der vrouw. En naar die regel is het sieraad der vrouw niet het publiek optreden, doch een zachtmoedige en stille geest. Hoe liefdevol maant dan ook het tedere woord van Petrus daartoe: 'Desgelijks gij vrouwen, zijt uw eigenen mannen onderdanig; opdat ook, zo enigen den Woorde ongehoorzaam zijn, zij door den wandel der vrouwen zonder Woord mogen gewonnen worden; als zij zullen ingezien hebben, uw kuisen wandel in vreze. Welker versiersel zij, niet hetgeen uiterlijk is, bestaande in het vlechten des haars, en omhangen van goud of van klederen aan te trekken; maar de verborgen mens des harten in het onverderfelijk versiersel van een zachtmoedige en stille geest, die kostelijk is voor God. Want alzo versierden zichzelven eertijds ook de heilige vrouwen, dië op God hoopten, en waren haar eigen mannen onderdanig; gelijk Sara aan Abraham gehoorzaam is geweest, hem noemende heer, welker dochters gij geworden zijt, als ge weldoet en niet vfeest voor enige verschrikking' (Petrus 3:1- 6). Desgelijks vermaant Pauius in de Efezebrief, de vrouwen den man onderdanig te zijn, gelijk den Heere. En de grote apostel ontziet zich niet, de verhouding tussen Christus en de gemeente ten voorbeeld te stellen voor de verhouding tussen man en vrouw. Gelijk die gemeente Christus onderdanig is, alzo moeten ook de vrouwen haar eigen man onderdanig zijn in alles. En dat Bijbels onderdanig zijn, gedoogt het publiek optreden der vrouw niet. In de gemeente zwijge de vrouw; op de ledenvergadering is haar plaats niet; zelfs niet als het gaat over stoffelijke belangen. Veel minder nog betrede zij de kansel, noch ook diene zij als ouderling of diaken; het ambt past haar niet; haar plaats is thuis. Zij is tot regeren niet geroepen; noch tot openbare behandeling in dezen. Haar past geen eigen plaats aan de stembus. Pauius ziet in het spreken in het openbaar een daad van gezag, die men uitoefent met betrekking tot de vergadering die toehoort. En daar de positie van gezag tegenover de man strijdig is met die der gehoorzaamheid, welke de vrouw voor de tegenwoordige bedeling is opgelegd, maakt hij daaruit dit besluit op, dat het in het openbaar spreken van de vrouw in strijd is met de positie, die haar gegeven is door de wil van God, uitgedrukt in de wet. Hoe 2 geweldig zou Pauius zich dan hebben verzet tegen het publiek optreden derchristelijke vrouw gelijkthans het kiesrecht haar oplegt".

En omdat deze grove zonde, die we wel onder de tekenen der tijden mogen rekenen, op politiek terrein ligt, moet de S.G.P. hier bijzonder tegen optreden. Want niet alleen dat zij handelt tegen Gods Woord, maar bovendien stelt iedere vrouw die haar stem uitbrengt op de kandidatenlijst der S.G.P. zich immers volgens artikel 2 van ons Beginselprogram ten doel dat de beginselen van Gods Woord tot meerdere erkenning gebracht worden, dus ook dat al het mogelijke zal worden gedaan dat de vrouwen niet meer zullen stemmen; want we zagen immers dat het stemmen der vrouwen tegen Gods Woord is. In feite is dus een vrouw die haar stem aan de S.G.P. geeft iemand die zegt dat de vrouw niet mag stemmen, dus iemand die zichzelf tegenwerkt.

In het bijzonder de laatste jaren hoort men veelvuldig: ja, U bent nou wel tegen het vrouwenkiesrecht, maar de vrouwen in de Bijbel dan? Wij laten nogmaals wijlen ds. G.H.Kersten aan hei woord: "Oebora was een 'moeder in Israël'. Haar was geschonken de geest der profetie; haar was het dichterlijk talent zo enig eigen. Het haar omgevend volk trok tot haar op, en door haar woord herleefde het weer. Wat God gedaan had van oude tijden af, bracht deze vrouw hei onder de macht van Jabin, de koning der Kanaanieten, geknechte volk in levende herinnering. De grootheid Gods werd uit Israëls geschiedenis door haar opgediept en zij profeteerde van dagen der verlossing, die komen zouden. Ja, Debora sprak recht en gaf raad. leder gevoelde, moest erkennen, dat deze vrouw bijzonder was van God bedeeld. Om haar verenigde zich het oude Israël; door haar herleefde de moed. Ja, zij riep Barak en zegde het hem aan, dat hij door God geroepen was Israël te verlossen; en hoe hij in dezen te handelen had, namelijk dat hij tienduizend man uit Zebulon en Naftali zou vergaderen op het gebergte, aan welks voet de Kison kronkelt. God zou dan Jabin met diens ganse heirmacht verpletteren in het strijddal. Ja, Debora zelf is mee opgetrokken in de strijd; zij verscheen in het leger wijl Barak blode is en versaagd; en toch zich van de opgelegde taak nietdurft onttrekken.

Jehova, Israëls God heeft toen Zijn volk verlost door een vrouw. De wateren van Kison deed Hij zwellen, wij! Hij de wolken brak en de stortregens deed nedervallen. Voor de beweging der zo zeer geduchte strijdwagens was in Kisons dal geen plaats meer. De ontredderde legerscharen van Jabin vloden; en het toegesnelde, schoon slecht bewapende volk van Barak velde hen neder in de bergpassen. Sisera, de veldoverste van Jabin viel door de hand ener vrouw. Niet Barak is de held tot wien Israël afgodisch zal opzien. De verlossing was Gods werk. En nu twee zaken spreken ons tegen: 1. God versmaadde de vrouwen met, maar schonk haar genade en gaven, en wilde die dienstbaar stellen; en 2. door de vrouw te gebruiken, de zwakkere, die op de achtergrond stond, kwam zo geheel uit. dat de Heere de Verlosser is der Zijnen, opdat Gode zij de eer; Hem alleen".

Over de profetes Huida merkt ds. Kersten op: "Hulda leefde in een tijd van droeve inzinking in Israël; de waarde van Gods volk te zijn is er af. Met wisse schreden gaat hei de ondergang tegemoet. Zelfs Hiskia vermocht niet hei volk weer te brengen tot Jehova's geboden. Toch zaï God niet ophouden van de zonde af te manen. Josia beklimt de troon. En in die

dagers leefde Hulda, de vrouw van Sallum; een heel gewone vrouw, maar die door God gebruikt werd om de koning aan te moedigen tot de reformatie van het votk. De koning heeft de hogepriester met enige der raadslieden van de kroon tot Hulda heengezonden, om door haar mond de raad des Heeren te vragen. En toen heeft naar haar woord Josia, de koning het verbond met Jehova vernieuwd. Hulda riep tot God terug! en haar woord was van grote invloed tot heil van het volk. Wonderlijk soms heeft God van de vrouw kracht doen uitgaan ten goede. Als de man meer en meer wegviel, stelde God de vrouw meermalen ten zegen voor haar omgeving, en stichtte zij niet door haar openlijk optreden, maar wel door haar woord en door de verzameling rondom der ingezonkenen, die herleven moesten, Zijn kerk en schraagde Hij Zijn volk. Geen stemmende vrouwen, maar zulke Huida's behoeft onze tijd; vrouwen, die vrouw blijven, en toch de van God geschonken gaven mogen besteden tot welzijn van het volk".

ds slotconclusie van ds. Kersten is:

"Debora leefde in een zo geheel abnormale tijd; haar man noch haar huis eisten haar kracht. In die verwoestende tijd dreef haar de Heilige Geest om haar volk met profetie en raad te dienen, en Barak, de losser met Gods Woord terzijde te staan. Doch durft iemand beweren, dat in het vrouwenkiesrecht, dat vrucht is van de revolutionaire bodem, iets is van die heilige, extraordinaire drang des Heiligen Geestes, die ge in Debora aantreft?

Debora's geschiedenis is een geheel enige; in abnormale tijd. Maar het vrouwen-kiesrecht legt elke vrouw de plicht op en tent ©ike vrouw het recht toe tot zelfstandig optreden en daardoor tot mede-samenstelling der volksvertegenwoordiging; en tot mede-zittfngnernen in verschillende college's, het stelt dit tot regel. En ten derde. Debora was de man ter hulpe.Zij stond naast hem. Barak kon, noch mocht achterblijven. Debora verving hem niet. Verre van daar. Als profetes stond zij hem bij; en bestrafte zelfs zijn schuchterheid en kleinmoedigheid. God sprak door deze moeder Israëis. Debora had niets van een legeraanvoerder. Sisera viel niet door haar hand. Haar plaats als vrouw mocht zij niet verlaten. ,

Maar het vrouwenkiesrecht geeft de vrouw een zeffsiandige positie in zaken waar het haar niet betaamt op te treden. Ook Huida's optreden was extraordinair. Ais gewone huisvrouw leefde zij te midden van haar volk. Zij getuigde tegen de zonden des volks; zij sprak van Gods raad en eeuwige ontferming. Maar Hulda bleef moeder in huis, en greep niet naar de regering des lands, noch naar een deel er aan. Dat de man in de poort zitte en niet de vrouw.

Regerende vrouwen kent de Schrift niet, dan alleen Athalia, die de ondergang des lands verhaastte; de andere izebel. Zij zijn het waarschuwend voorbeeld voor onze vrouwen, die uit Gods Woord zich een betere plaats weten aangewezen, dan aan de stembus; die noch in huls, noch in de maatschappij, noch in de kerk, noch in de staat - gelijkstelling aan de man begeren. Maar die dan ook het vrouwenkiesrecht hebben te verwerpen en gevoelen hoe het indruist, als deel der revolutionaire vrouwenbeweging, tegen Gods ordinantie; en daarom het niet mogen, noch willen, noch kunnen gebruiken. Want het doei heiligt de middelen niet".

ten slotte:

In haar Beginselprogram stelt de Staatkundig Gereformeerde Partij zich gelukkig nóg positief op tegenover het vrouwenkiesrecht. Het is te hopen dat dit altijd zo zal blijven en dat niet, om welke réden dan ook, het desbetreffende artikel wordt geschrapt. In dezen hebben wij het voorbeeld der Anti-Revolutionaire Partij voor ogen; ook die was op het einde van de vorige eeuw nog in hoge achting bij velen van Gods Volk, maar vervoerd door de zucht naar macht is ook zij bezweken en werden zoveel mogelijk vrouwen naar de stembus geleid, er geen rekening mee houdend dat de vreze Gods en het houden van Zijn geboden meer uitwerkt dan alle stemmen van vrouwen, die tegen Zijn heilige wil worden uitgebracht, ja dat die zelfs de oordelen over ons land nog verhaasten. Werd er iets gezien de heerschappij Gods en aan wie Hij die opgelegd heeft, dan zouden de vrouwen zeker thuisblijven. Want juist In huis, daar ligt de positieve roeping der vrouw, hetgeen ons ook al overduidelijk in Gods Woord geleerd wordt, waar het in Titus 2.:5 genoemd wordt: "het huis bewaren", ja in 1 Timotheüs 5:14 wordt zelfs gezegd dat zij daarin regeren mag, wordt haar dus zelfstandigheid toegekend. Haar roeping als moeder is wel zeer uitgebreid; voor haar is de bijzondere zorg voor het kind en zij wordt, veel meer dan de vader, belast met de opvoeding en wasdom daarvan, waardoor zij vooral een grote invloed heeft op de geestelijke ontwikkeling en karaktervorming van het kind.

God betoont alleen Zijn hoge goedkeuring over de gehoorzaamheid aan Zijn inzettingen, al is het dan maar uitwendig, hetgeen we duidelijk bewaarheid zien in Ninevé en Achab, waar het oordeel werd uitgesteld op een uitwendige gehoorzaming en vernedering. De S.G.P. is nog nooit een grote partij geweest en zal dat naar de mens gesproken ook wel niet worden, hetgeen trouwens ook volgens artikel 2 van haar Beginselprogram haar hoofddoel niet is. Daarin wordt toch gezegderat haar streven zozeer niet gericht is op een meerderheid van kiezers, als wél op de handhaving en doorwerking van de beginselen, door haar beleden. Liever één vertegenwoordiger in de Gunste Gods, dan tien zonder.

Wij wekken ieder S.G.P.-lid, overeenkomstig Gods Woord, op zijn vrc v te onderwijzen met betrekking tot het kiesrecht dt, rouw en de zondigheid daarvan. De Heere mocht U licht, kracht en wijsheid schenken en de vrouwen een toegenegen hart, opdat alles nog tot Zijn eer mocht geschieden. Mocht voor ons allen in waarheid gelden:

Leer mij, o HEER', den weg, door U bepaald; Dan zal ik dien ten einde toe bewaren; Geef mij v er stand, m et Godd'lijk li cht b e straald; Dan zal mijn oog op Uwe wetten staren; Dan houd ik die, hoe licht mijn ziel ook dwaalt; Dan zal zich 't hart met mijne daden paren. (Psalm 119:17)

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1980

In het spoor | 8 Pagina's

EIS VAN BEGINSEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1980

In het spoor | 8 Pagina's