Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OPGEMERKT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OPGEMERKT

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE BANIER VAN 17 APRIL 1981

IN, MAAR NIET VAN, DOCH WEL VÓÓR DE WERELD

'We noemen het sterven en de verrijzenis van de Koning der Koningen heilsfeiten. Inderdaad voor het geloof vaststaande en onomstotelijke feiten. Jammer, dat zij voor het leven van alle dag en speciaal voor het politieke krachtenveld der machten zo weinig reëel en relevant zijn." Aldus de schrijver van het stuk. Nu zien wij dan zeer duidelijk dat wij politiek bedrijven vanuit de mens, en niet vanuit de Schrift. Als deze heilsfeiten van Christus eens meer beleefd werden, dan zouden wij andere zaken horen. Als dan de schrijver van dat stuk het over het geloof heeft, en wij zijn uiteenzetting lezen van dit stuk, dan mogen wij ons afvragen: over welk geloof gaat het hier? De pennevrucht laat zien dat het hier over het historiële geloof gaat, want het ware zaligmakende geloof geeft andere pennevruchten.

De schrijver gaat verder: "En waar zijn alle Zijne wonderen, die on? e vaderen ons verteld hebben? " Dit is nu net het punt. Ons ligt nog vers in het geheugen, het persoonlijke spreken van de wonderen Gods in het leven van de vader van dhr. van Dis, in de Kamer. Vriend en vijand was onder de indruk. Om nog maar niet te spreken van het getuigen van Ds.Zandt en Ds.Kersten.

Zo hebben onze ouden de wonderen Gods mogen vertellen. Ook in het politieke leven. Daar waren dan de heilsfeiten van Christus wel relevant voor. Maar dit getuigen missen wij in onze dagen. Het ware te wensen dat Ds. Abma daartoe eens verwaardigd mocht worden.

Verder lezen wij: "Stilaan kwamen zij tot de verbazingwekkende belijdenis: Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God". Wij moeten eens beginnen met wat Christus Zelf van deze belijdenis zegt: Vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader Die in de hemelen is, heeft het u geopenbaard. Dan is het niet "verbazingwekkend", maar een eeuwig Goddelijk wonder. Alleen tot de verheerlijking van de drieënige God. Zulk een belijdenis kan de Heere alleen maar werken in het hart van de Zijnen, door de werking van God de Heiliqe Geest.

En dat de discipelen "niet van de wereld" zijn, dat is niet alleen leerzaam en nuttig en noodzakelijk. Het is opdracht des Heeren. Christus bidt in het Hogepriesterlijke gebed, Johannes 17 : 15. Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van de boze. Want als de Heere door Zijn Geest in het hart gaat werken, dan komt het openbaar in het leven van alle dag.

Dan volgt het stukje "Niet van de wereld". Een mens zou er naar van worden bij het lezen ervan. Het is zo Ruleriaans, dat het bijna niet onder woorden te brengen is. Het moet zeker wat modern zijn voor de mensen die het begrijpen: "Christus beschouwt Zijn komst als geheel rechtmatig om het verloren gebied terug te winnen. Daarom is Christus", aldus Ds. Abma, "via geboorte in deze wereld gekomen, binnengekomen."

Het is toch een vreselijke zaak om zó te spreken over de komst in het vlees van Christus. Want Christus is in de eerste plaats gekomen om Zijns Vaders ontluisterde deugden volkomen op te luisteren. Want die hebben wij door onze zonden als vrucht van de diepe val in Adam volkomen ontluisterd. En ten tweede door Zijn kruisverdienste op Golgotha, verdoemelijke Adamskinderen van de hel te verlossen. Ja, vijanden met God te verzoenen. Gekomen om te betalen voor een volk, hetwelk de Heere liefgehad heeft met een eeuwige liefde, die in de tijd worden toegebracht.

Laat de Banier toch eens de puntjes op de "i" zetten. Want dat is in deze donkere tijd zo noodzakelijk. Want Christus is alleen maar gekomen voorde gegevenen des Vaders. Hij heeft de kop van Satan verpletterd. Hij, die sterke Held, heeft overwonnen. En dat voor dat volk, hetwelk de Heere in Zijn eeuwige verkiezende liefde heeft liefgehad. Zegt Christus niet over de schenking van de Heilige Geest tegen Zijn jongeren, in Johannes 14 : 17: "Welke de wereld niet kan ontvangen; want zij ziet Hem niet, en kent Hem niet; maar gij kent Hem; want Hij blijft bij ulieden, en zal in u zijn." Nu, als de wereld de Heilige Geest niet kan ontvangen, hoe zullen zij dan Christus ontvangen? Want de Heilige Geest gaat plaatsmaken in het hart van de zondaar voor Christus en al Zijne weldaden. Want dat terrein heeft de Heere nooit verloren. Want David zegt: Eer dat ik begon te leven stond alles in uw boek geschreven.

Als dan Van Ruler de leidsman is van Ds. Abma, dan mocht de Heere hem nog eens willen bekeren. Dan zouden wij het nog horen ook in de politieke debatten.

De hoofdredakteur benadrukt verder dat de SGP niet alleen een getuigende partij is, hij wil misverstanden daaromtrent opruimen. Dan wordt in dat stuk aangehaald wat Christus getuigd heeft: "Want die werken die Mij de Vader gegeven heeft om die te volbrengen, die werken die Ik doe, die getuigen van Mij, dat Mij de Vader gezonden heeft." Dan worden de werken van Christus aangehaald bij ons politieke denken in het meeregeren. Maar dat politieke denken betekent tegenwoordig eigenlijk dat burgemeesters en wethouders uit de S.G.P.-kringen handtekeningen moeten zetten onder zaken die lijnrecht tegen Gods Woord indruisen. Denk maa* aan diverse subsidies aan sportverenigingen, die Gods dag als een sportdag gebruiken. Zo zouden er veel zaken te noemen zijn, denk maar eens aan allerlei feestelijke openingen en dergelijke. Als wij dan Christus' werken willen gebruiken om onze goddeloze werken te bedekken, dan getuigt dit wel van de grond waarop wij staan. Als wij toch die volmaakte werken van Christus zien die van Hem getuigen, dan had de redakteur zich zeker niet zo verweerd tegen het denkbeeld dat wij alleen maar een getuigende partij zouden kunnen zijn. Dan ging het in de diepste zin niet om eer van een mens maar om de eer des Heeren. Waren zij maar gebleven in hetgeen onze ouden ons geleerd hebben, Die hebben de S.G.P. opgericht tot een waar getuigenis.

Welk een zaak van droefenis, maar ook welk een ontzettende schuld ligt er dan op ons. Het is ware vrucht van het Rulerianisme.

Dan gaat de schrijver van dat stuk over tot een laatste conclusie: "... Christus is niet gekomen om de wereld te veroordelen, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden." Zoals de schrijver het kennelijk stelt door het overige te verzwijgen, is dit de klinkklare vrucht van de leer der algemene verzoening. Want wij lezen óók van Christus in Lukas 19 dat Hij de tempel gereinigd heeft. Hij dreef hen uitdiekochtenen verkochten. En wij lezen steeds in Gods woord dat Christus ons waarschuwt voor de wereld. Waar blijft dan het ware Gods-getuigenis in deze weg? "Jakob heb Ik lief gehad, maar Ezau heb Ik gehaat", dat is andere taal, dan dat Christus de wereld gaat behouden, hij is niet eenvoudigweg gekomen voor de wereld, maar in het bijzonder voor dat uitverkoren volk. Duidelijke taal lezen wij hierover in het Hogepriesterlijke gebed van Christus, in Johannes 17. Ja, in de gehele schrift. Christus heeft in Zijn ganse omwandeling de wereld veroordeeld. Zelfs de valse godsdienst. "Wacht u voor de zuurdesem der Farizeeërs." Die taal moesten wij eens méér laten horen. Dan

hadden wij een andere conclusie kunnen lezen. Zo hebben wij uit dit schrijven van Ds. Amba enkele lijnen getrokken. Meer en meer wordt de ieer van onze vaderen aan de kant gezet. En dat om maar wat aktueel te zijn. Dan krijgen wij de massa op onze hand. Maar wél krijgen wij dan de Heere tegen. Vreselijke zaak. De Heere mocht nog een terugkeer willen schenken totde God van onze Vaderen. Opdat in die weg ook de Banier nog eens een principieël geluid mocht doen horen.

Opdat al ons schrijven de toets van Gods woord kan doorstaan.

De Heere mocht nog eens wonderen werken tot de roem en prijs van de Drieënige God. en tot heil voor land en volk. De Heere mocht nog een bédelend volk schenken. Kurken waarop ons vaderland nog drijven mag. Dan zou de Heere ook onze partij nog genadig willen zijn, dan zouden de wonderen in ons land nog eens verleid worden, gelijk de Heere komt te getuigen in Psalm 75. De Heere mocht ons en onze kinderen dan nog genadig zijn.

Werkendam - Ds. G.Overduin.

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 1981

In het spoor | 16 Pagina's

OPGEMERKT

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 1981

In het spoor | 16 Pagina's