Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VERGADERVARIA

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERGADERVARIA

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

VERSLAG VAN DE REGIONALE VERGADERING TE HARDINXVELD GIESSENDAM, GEHOUDEN OP 17 MEI 1984

Donderdagavond, half acht, opent ds. Tj. de Jong uit Poortvliet de druk bezochte vergadering. Ds. K. Veldman, die deze vergadering had moeten openen is door ambtelijke werkzaamheden verhinderd. De inleider voor deze avond, ds. M. Pronk uit Ede, kan door ziekte zijn referaat Theocratie- Democratie niet houden. We hebben ds. De Jong bereid gevonden ook de inleiding voor zijn rekening te nemen, terwijl ds. A.C. Rijken uit Houten het slotwoord hoopt uit te spreken.

Zondig vertrouwen

In zijn openingswoord staat ds. De Jong een ogenblik stil bij Jesaja 31, waarin we lezen dat de profeet waarschuwt toch geen hulp te verwachten van Egypte, maar het vertrouwen te stellen op de Heere hun God. "Maar wie is de mens, " aldus spreker, "die een raadslag maakt die uit God is? Niemand toch? We zijn allen geneigd om met vlees en bloed te rade te gaan. Dat is ons bestaan, onze ligging, of we bekeerd zijn of onbekeerd. We lezen in dit Schriftgedeelte, dat de wereldmacht Assyrië tegen Israël op komt zetten. En wat doet Israël nu? Het gaat sterkte zoeken bij een andere wereldmacht in die dagen, namelijk Egypte. Op de strijdbare helden van Egypte wordt het vertrouwen gesteld, maar naar de Heere wordt niet gevraagd. Dit zondig vertrouwen komt de Heere echter af te snijden. 'Wee degenen', lezen we, 'die in Egypte om hulp aftrekken, en steunen op paarden en vertrouwen op wagens, omdat er vele zijn, en op ruiters, omdat die zeer machtig zijn; en zien niet op den Heilige Israëls en zoeken den HEERE niet.' De Heere waarschuwt hier ernstig tegen.

Pijnlijke weg

Wat doen wij? Wat doet Nederland? We zoeken onze sterkte bij de groten der aarde. We zoeken het in samenbundeling, in een Verenigd Europa, maar de Heere zoeken we niet! Het is leunen op rietstokken, als we buiten Hem onze sterkte zoeken. Dit geldt in het geestelijke, maatschappelijke en politieke leven. Mochten we dit eens recht verstaan, want dit gaat niet alleen hen aan die buiten ons zijn, nee ook wij zijn afgeweken. Wij stellen ons vertrouwen niet op God. Het is soevereine genade als de Heere het ons komt te leren af te zien van de mens, en op te zien naar Hem. Dit is een pijnlijke maar nuttige weg, want in deze weg komt de Heere plaats te maken voor Zichzelf. In deze weg wordt Hij verheerlijkt. De Heere lere het ons door genade, als een arm en ellendig volk, het vertrouwen alleen op Hem te stellen."

Theocratie

Na het openingswoord krijgt ds. De Jong de gelegenheid zijn referaat te houden. Spreker bepaalt zijn gehoor het eerst bij de theocratie.

"Wat is theocratie? Wel, theocratie is die regeringsvorm, waarbij teruggegrepen wordt op een goddelijke opdracht en een van God gegeven gezag. Deze regering is gebonden aan het goddelijke richtsnoer, aan de goddelijke lastbrief die zij meekrijgt om te regeren. In die lastbrief zijn de zaken beschreven en de lijnen aangegeven volgens welke deze regering - gezagsdrager - het heilig ambt in het staatkundige leven heeft uit te oefenen. Deze lastbrief is het Woord des Heeren. De gezagsdragers, welke van God geroepen zijn, hebben hun ambt in het staatkundige leven hiernaar uit te oefenen.

Zo was het ook in het oude Israël; we kunnen dit in Gods Woord lezen. Daar werden de richters en de koningen door God geroepen, om namens God te regeren. Geroepen om de door Mozes gegeven wetten ten uitvoer te brengen, en om naar de Godsspraak uit de mond van Zijn profeten en priesters te handelen en te wandelen. Het Israël van de oude bedeling is hét voorbeeld van een theocratisch geregeerd volk, waar de ambtsdragers niet uit zichzelf ambtsdrager geworden zijn, of gekozen werden door het volk, maar door God geroepen en aangesteld zijn geweest.

Een uniek volk

De vraag rijst, of hetgeen we bij het oude Israël lezen, nu zo maar is over te planten naar ons land en volk. We zullen hier, " zo merkt spreker op, "zeker een aantal kanttekeningen moeten plaatsen. Het volk Israël is een uniek volk. Het staat gans alleen naar de eeuwige verkiezing van het welbehagen Gods. Het volk Israël staat ook typisch, schaduwachtig, voor het geestelijk Israël, hetwelk in Christus met God verenigd mag zijn, zonder dat we Israël als volk weg willen schuiven, als zou de verkiezing als volk teniet zijn gedaan.

Het volk Israël had in de oude bedeling ook de specifieke taak het Woord Gods uit te dragen en te bewaren, en om Christus naar het vlees voort te brengen. Daarbij waren haar burgerlijke wetten vaak vermengd met een ceremoniële en afschaduwende betekenis.

Daarom is haar situatie niet zonder meer over te plaatsen op de situatie van ons Nederland. Maar, mogen wij daarom deze Godsregering maar naar Israël schuiven omdat wij nu eenmaal in andere tijden en situaties leven, en daarom zo nodig een andere regeringsvorm wensen te hebben? Ik wil nog wel een lans breken voor de term "Nederland, het Israël van het westen", " aldus ds De Jong. "Niet om Nederland gelijk met of in plaats van Israël te stellen, maar wel om lijnen te trekken, waarin Israël en Nederland een zekere gelijkheid vertonen vanuit het handelen Gods.

De Reformatie

Hoezeer is dit in de vorige eeuw naar voren gekomen bij een profetisch man als Bilderdijk. We denken ook in het bijzonder aan de stichting van ons vaderland, een zaak die we nooit mogen vergeten, ja die we door hebben te geven van kind tot kind. Nederland is het enige land in West-Europa dat is ontstaan vanuit de Reformatie. De Reformatie heeft de Nederlandse staat gefundeerd. De Heere heeft ons vaderland uit de macht van het roomse Spanje, en uit de roomse overheersing bevrijd. Hij heeft Zijn machtige hand laten zien in de historie, ja, toen de grote Armada kwam blies de Heere, en deze machtige schepen die Engeland en Nederland wilden verwoesten en het zaad Gods wilden uitroeien, konden geen stand houden. Nederland werd verlost uit Romes slavernij en werd machtig en groot. Niet door zichzelf, maar door genade en geschonken godsvrucht.

Kerk en staat

We denken aan het drievoudig snoer; kerk, staat, en vorstenhuis. Kerk en staat vonden in het Woord Gods hun eenheid, wel onderscheiden maar niet gescheiden.

De Nederlandse staat is gegeven als een omtuining, een omheining rond Neêrlands kerk. Dat is een direkte heenwijzing naar de godsregering. Immers, hoe kan de staat de kerk beschermen als ze dat niet doet naar dezelfde beginselen, dezelfde wetten en hetzelfde Woord, waaruit de Kerk mag leven door de Geest van Christus? De kerk en de omtuining dienen beide te leven uit hetzelfde Woord Gods. De staat dient de zonden te beteugelen, en moet een samenleving mogelijk maken. De staat is er om de ere Gods te bedoelen en om Zijn recht uit te voeren en te handhaven. Hoe zal dit kunnen buiten Christus om, Wiens spijze het was de heilige wil des Vaders te doen? Die gekomen was om de wet te vervullen?

Het is dus terecht dat de gereformeerde religie, de beschermde en de bevoorrechte religie dient te zijn. En dat zij die tot het staatkundig ambt geroepen zijn, de gereformeerde religie met hun belijdenis zouden bezegelen. Kerk en staat dienen beide te leven uit het Woord Gods. Niet elkaar overheersend maar elkaar respecterend en elkaar bijstaand."

Democratie

Vervolgens gaat ds. De Jong nader in op de democratie. "Het woord democratie betekent: regering van het volk. Deze regeringsvorm is uitgevonden in het oude Griekenland. Tegen de monarchen, de alleenheersers en tirannen, is het volk opgekomen. Het volk wilde zelf regeren. En in dat oude Griekenland kon dat ook, omdat toen een staat veelal bestond uit één stad. Men riep dan een volksvergadering bijeen die een beslissende uitspraak kon doen.

Nu echter is het praktisch onuitvoerbaar geworden, dat het volk zelf rechtstreeks regeert. Daarom is de volksregering een indirekte - een niet rechtstreekse - regering van het volk geworden. De praktijk is dan dat het volk geregeerd wordt door vertegenwoordigers die door het volk worden afgevaardigd. Deze vertegenwoordigers zijn dan vrij in hun persoonlijke keuze, wetende dat ze als vertrouwenspersoon van het volk, namens het volk regeren.

Volksregering, er zit naar het schijnt nog wel een goede kant aan. Het is een uitdrukking van het verlangen dat de regeringsverantwoordelijkheid gespreid wordt, zodat deze verantwoordelijkheid niet bij één of weinige personen berust. Maar ten dieptste is volksregering: ik accepteer niet dat een ander over mij regeërt. Ik ga zelf regeren, ik ga zelf bt ialen wat er dient te gebeuren. Het is de drang van het natuurlijk hart. Het is de mens die met God afrekent, en zegt: we redden het zonder Hem.

Dat alleen al zou ons moeten waarschuwen tegen de democratie. Maar we willen allen onder het gezag uit. Zo was het in de oudheid, bij de Franse Revolutie, en zo is het nu nog. Niet meer de soevereine God, maar het soevereine volk! Vrijheid, los van de banden die mij knellen en zelf op de troon. Weg met alles van boven af en van buiten af, geen God en geen meester.

Democratie; het schijnt in onze dagen een heilige zaak te zijn. In Gods Woord is het echter een onheilige zaak. We zeiden u reeds de oorzaak en oorsprong daarvan, namelijk de mens die geen gezag duldt boven zichzelf. De mens die na de paradijsrevolutie zelf wil regeren. Die niet meer weten wil van de theocratie. Die geen blijvende norm boven zich meer wil erkennen. Een democratie, vaak geleid door een bewust gewetenloze groep, die de massa gebruikt voor haar doeleinden. De massa, die regeert bij de ongestadigheid en de onbetrouwbaarheid van het gevoel. Nu is het: halleluja, straks is het: kruist hem.

Registratie

Democratie; wat is dan regering? Wel, dan is regering een registratie geworden. Dat wil zeggen, men luistert goed naar wat het volk zegt, en wanneer men dit goed heeft opgevangen - geregistreerd - dan gaat men het uitvoeren. Ja, dan is het volk soeverein geworden en de regering regeert niet meer, maar voert uit wat het volk wenst. Dan bekleedt de overheid geen ambt meer namens God. Dan is de overheid geen ambtsdrager meer, maar dan is zij een bestuur geworden van een vereniging. Een vereniging die een geheel land bestrijkt en zich een bestuur verkiest. Maar deze overheid staat niet meer boven het volk en heeft dan ook van Godswege geen opdracht meer, geen lastbrief, maar die richt zich naar de tirannie van de meerderheid. Daar heeft de meerderheid de macht.

Nog bedenkelijker wordt het, wanneer de meerderheid gaat zeggen: wat wij als meerderheid beslissen is recht, dat is zedelijk recht en normatief. Wanneer dit gebeurt is de mens de norm geworden van alle dingen. Dan is de helft plus één het beginsel geworden, volgens hetwelk de helft min één aan de kant geschoven wordt. En dan zegt men dat dat vrijheid is.

Is dat vrijheid? Ja, het is wel de vrijheid van godsdienst, van onderwijs, van drukpers, van vergadering, en ga zo maar door. Een vrijheid bij de gratie van de meerderheid, dat wil dus zeggen dat de minderheid overgeleverd is aan de willekeur van de meerderheid.

Ware vrijheid is, dacht ik, " aldus spreker, "wat anders. Ware vrijheid is gewillig gemaakt te zijn door de Geest van Christus, om in gebondenheid aan Gods Woord en wet te leven. Vrijheid is niet losbandigheid, niet het toelaten van de zonden, niet de uitleving van de lusten. Neen, dat is losbandigheid en van de ondeugd een eer maken. /

Onverdraagzaamheid

Degenen die de Godsregering voorstaan, verwijt men onverdraagzaamheid. Maar vrienden, we zijn niet voor een ketterjacht om andersdenkenden te vermoorden, of brandstapels op te richten, zoals men ons valselijk in de schoenen schuift. Dat is niet het beginsel van de geheiligde theocratie. De macht van de overheid moet soms dwingend zijn. De overheid mag niet verdraagzaam zijn, wanneer in pers, beeld, geschrift en handelingen gepropageerd wordt wat boos en slecht is. Hoe hebben onze voormannen gewaarschuwd tegen de liberale gedachte om allen onder een en dezelfde noemer te brengen. Om de godsvreze evenveel vrijheid te geven als de goddeloosheid, alsof ze gelijke rechten mogen en kunnen hebben.

De democratie richt zich op de meerderheid, op de zedelijke draagkracht van een volk. Ze kent geen zedelijk kwaad volgens een eeuwige vaste hogere norm. Daarom gaat alles maar door met abortus, euthanasie, echtscheiding, crematie, schending van de zondag, en ga zo maar door.

De theocratie mag de zonden niet dulden, maar moet het kwaad weren naar de norm van Gods Woord. Er moet een schrikeffect zijn voor de kwaden (Rom. 13).

De democratie echter verandert de zeden en ontwikkelt ten kwade, omdat wanneer de zonden algemeen worden, de zonden geen zonden meer zijn. De democratie roept Gods hulp niet in, zij bidt niet tot de Heere en erkent Zijn Naam niet in het ambtsgebed. De democratie gaat uit van de neutrale staat. Voor haar is geen heiligheid, zij kent geen kerkstaat en geen staatskerk. De democratie heeft geen weet van de eeuwige belangen die op het spel staan. Daardoor komt het dat de democratie alles wat heilig is, wat religie is, uitroeit uit de samenleving. De anti-discriminatiewet is het logisch gevolg van de volksregering. De religie moet weg uit de samenleving en uit het sociale bestel. Hier nadert al meer het gevaar van vervolging, en wordt volksregering gevaarlijk voor de vrijheid van de ware godsdienst. Dan worden kerken als sekten behandeld. De Europese Raad beraadt zich momenteel over wat sekten zijn, en wanneer zal het zijn dat kerken als gevaarlijke sekten zullen worden aangemerkt en weggebrand zullen worden uit de samenleving? De democratie wil Gods recht niet erkennen op alle terreinen des levens. Kerk en staat worden uit elkaar gedreven om de kerk te brengen op die plaats dat ze niet meer kopen en verkopen kan. Niets is heilig voor democratie.

Daarom, " zo vervolgt ds. De Jong zijn inleiding, "de volksregering en de Godsregering staan lijnrecht tegenover elkaar. Het zijn tegenstellingen die niet samen te voegen zijn. Een volksregering op gereformeerde grondslag kan in wezen niet. En dan zegt men wel dat onze gedachten uit de tijd zijn, maar dat is niet belangrijk, als het maar naar Gods Woord is.

We leven niet meer in een land, waarvan zoals in de vorige eeuw gezegd kon worden, dat het een gedoopte natie is. De vraag rijst of we dan de situatie maar niet aanvaarden moeten zoals die is. Moeten we de vrije staat en de vrije kerk niet accepteren omwille van de kerk? Om de kerk te bevrijden voor de wurgende greep van een overheid? Of moeten we nog verder gaan en een neutrale staat aanvaarden zoals dr. A. Kuijper heeft gedaan, ja zelfs voorgestaan? Doen we dit, mijne vrienden, dan wordt de aanval gestaakt! Dan trekken we ons terug in de verdediging, dan zijn we aan het inleveren. Ja, dan leveren we het recht Gods in! Gaan ook wij, het theocratisch roepingsbesef missend, het recht Gods inleveren voor een neutrale staat met een democratische regering om straks in een tirannie te eindigen? Slaan wij zonder dat we er erg in hebben, langzaam aan deze weg in? Mocht de Heere ons schenken, want in ons is geen kracht, dat we deze Godsregering niet op zouden geven, omwille van Gods recht. Ik weet ook wel dat de konkrete praktische toepassing zeer veel problemen meebrengt, maar nochtans, vanuit de Schrift kunnen en mogen we niet anders, dan tegenover de neutrale volksregering, de gereformeerde Schriftuurlijke Godsregering stellen.

En mocht het zijn dat we dit zouden beoefenen, omdat de drieënige God dat door Zijn eenzijdige Gods werk in onze harten onderwerpelijk heeft geleerd. Om van daar uit, " zo besluit ds. De Jong, "dienend in staat en maatschappij werkzaam te zijn."

Pauze

Vervolgens wordt er gepauzeerd. Een goede gelegenheid om over het gesprokene met elkaar van gedachten te wisselen en eventuele vragen op papier te zetten. Hier wordt dan ook goed gebruik van gemaakt. Alle vragen worden na de pauze door ds. De Jong beantwoord.

Slotwoord

Aan het eind van de vergadering gekomen spreekt ds. A.C. Rijken uit Houten het slotwoord uit naar aanleiding van 2 Petrus 3 : 9. Hier lezen we: "De Heere vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat traagheid achten), maar is lankmoedig over ons, niet willende dat enigen verloren gaan, maar dat zij

allen tot bekering komen."

"Hier wordt gesproken, " aldus ds. Rijken, "van de door Jezus Christus aan Zijn kerk geschonken belofte, dat Hij eenmaal zal wederkomen op de wolken des hemels. En juist de kerk in de eerste begintijd was een kerk, uitziende en verwachtende naar de komst van de Heere Jezus Christus. Maar we zien hier ook de teleurstelling van de kerk in hun hoop en verwachting. Zij dachten zelf die wederkomst nog mee te maken, het zelf nog te beleven. Ze zien echter mensen sterven, zowel binnen als buiten de kerk. Ook zij die uitgezien en verlangd hadden naar de wederkomst, en ze worden geschokt in hun geloof. Daar komt de duivel, die nooit Gods volk met rust kan laten, op af. Hij komt met spotters. En deze spotten niet zo maar een keer, nee gedurig. Zij zeggen gedurig: Waar is de belofte Zijner toekomst? Want van de dag dat de vaders ontslapen zijn blijven alle dingen alzo gelijk als van het begin der schepping. Zij maken God tot een leugenaar en trachten zo die waarheid, die de troost van de kerk was, de kerk te ontnemen en het werk Gods te verstoren. En dan zien we wat Gods volk uit en van zichzelf is. Nooit iets. Dat is het verschil met alle godsdienst en vroomheid. O, die zijn zo gelovig, zo vertrouwend. Die kennen geen aanvechting, geen ingezonkenheid en benauwdheid. Maar Gods echte ware volk, leert meer en meer niets te zijn in zichzelf. Ze liggen daar terneer, en de spotters blijven maar doorgaan, dag in dag uit. Waar is nu de belofte Zijner toekomst? Hij zou toch komen op de wolken des hemels? Alles blijft hetzelfde en de zon vervolgt dagelijks haar loop!

Brede weg

Ach, u zult het misschien niet zo zeggen met de mond. Maar met uw leven? We zijn allen rechtzinnige mensen, dat blijkt wel uit ons dagelijkse leven. Leden van de SGP en wellicht ook nog donateur van de Landelijke Stichting. We wiegen onszelf in slaap met al die uitwendigheden. Maar weet u, ondanks alles gaan we rustig door. Want ook wij leven voort of er nooit een eind komt aan deze wereld. Ook wij eten en drinken, huwelijken en geven ten huwelijk, niet denkende aan onze dood en de wederkomst van Hem Die ons oordelen zal. We lopen met al onze rechtzinnigheid op de brede weg. Niet in het midden, maar aan de rechterkant, in de buurt van de smalle weg. Verder komen we niet, willen we ook niet. Wel uitwendig wat gepraat, uitwendig wel het hoofd schudden, en ook nog wel verontrust zijn.

Ja, dat hoort er allemaal bij, maar het zal ons niet baten. Als Hij komt op de wolken des hemels dan zal het niet baten als u zegt: Heere, Heere, heb ik in Uw Naam niet gestemd op die man? Heb ik in Uw Naam niet gestaan in 's lands vergaderzalen? Om U smaad en laster gedragen? Ik ben belachelijk gemaakt,

maar het heeft me niet gedeerd, Heere! Het zal niet baten. We kunnen hier bekend en erkend zijn. We kunnen hier door iedereen geroemd en geprezen worden als een beginselvast man. Dat kan, maar het zal klinken: Ik heb u nooit gekend. Ziet u, zij zeiden het met de mond, daar zijn wij te vroom voor, maar al die haat en spot leeft ook in ons eigen hart.

De Heere mocht ons daaraan eens ontdekken. We zouden graag bij vers 9 willen beginnen, bij de troost voor de kerk. Maar als we nog nooit hebben ingeleefd, dat ik die spotter, die honer en verachter van God en Zijn Woord ben, wat moet ik dan met die troost beginnen dat Hij wederkomt? Ja, dat Hij komende is? O, dan zullen we op al het onze de dood moeten leren schrijven. Het is niet onder woorden te brengen wat we geworden zijn door onze val in het paradijs. We zijn over alles verontrust, maar zijn we ook verontrust over onze staat voor de eeuwigheid? We mochten eens onder deze spotters terecht komen. Dan komen we openbaar als geheel melaats, de Heere mocht het eens geven. De Heere komt, gelukkig voor de kerk maar vreselijk voor de spotters. Wat zal het voor ons zijn? Wie u ook bent, onderzoek u zelf nauw.

Donkere tijden

We beleven donkere tijden op politiek en godsdienstig terrein. Velen zijn er die treuren, velen zijn bekommerd. Tegenwoordig zijn we rijk met het gemis. We zijn te rechtzinnig om ons bekeerd te noemen, daarom noemen we ons maar bekommerd, dan zijn we toch nog wel wat. Mocht de Heere ons nog doen bukken en buigen onder het recht Gods om dat recht te leren toevallen, en om waarlijk iets te leren verstaan van de troost die hier aan de kerke Gods gegeven is. Want Petrus spreekt hier tegen de gelovigen. God draagt en verdraagt deze wereld nog, omdat er nog liggen onder het zegel der verkiezing. Dezen moeten ook toegebracht worden. Daarom, God vertraagt de belofte niet zoals sommigen dat traagheid achten, maar is lankmoedig over ons opdat zij allen - dat is de Kerk - tot bekering komen. Er zal er niet één gemist worden in de dag der dagen. God gaat door met Zijn werk, met het verheerlijken van Zijn Naam in het zaligen van Zijn volk dat door Christus gekocht is. Hier ligt de vastigheid van de kerk, zij ligt vast in de drieënige God. God wil niet dat zij verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen."

Eén kant

Aan het eind van zijn slotwoord citeert ds. Rijken met instemming uit een der predikaties van wijlen ds. Dorsman: "Als God een mens komt te bekeren dan kan het maar één kant op, en dat is de kant van de hel. Eén vraag nog: welke kant kan het met u uit? Als SGP-er, als symphatisant van de Landelijke Stichting. Mocht het eens zo wezen, dat het ging in de richting van de hel. Wie weet, God mocht u dan naar Zijn eeuwig welbehagen, als een brandhout uit het vuur komen te rukken. Om in te gaan in de heerlijkheid en het uit te roepen: door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen."

Met deze ernstige woorden besluit ds. Rijken de vergadering. Na het zingen van Psalm 139 vers 4 en gebed gaat een ieder zijns weegs. Mocht ook deze vergadering nog wat nalaten voor tijd en eeuwigheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 1984

In het spoor | 20 Pagina's

VERGADERVARIA

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 1984

In het spoor | 20 Pagina's