Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

IS WERKSTAKING GEOORLOOFD?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

IS WERKSTAKING GEOORLOOFD?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Menigeen zal denken, als hij het opschrift leest van dit artikel, dat is nu ook een vraag! Het ongeoorloofde hiervan toch ligt in onze kringen zo vast, dat hierover toch niet meer behoeft te worden geschreven. En toch meen ik, dat het niet overbodig is om ook in ons orgaan, op grond van Gods Woord en aan de hand van hetgeen bekwame mannen hierover hebben geschreven, eens een gegronde oordeelvelling te doen horen. Voor wie niet te maken heeft met arbeidersorganisaties zal dit misschien geen waarde hebben, maar voor hem, die in fabriek of waar dan ook zich elk ogenblik kan geplaatst zien voor het feit, dat een beslissing moet worden genomen, wanneer een werkstaking uit breekt, zal het zeker niet onwelkom zijn om ook in "De Banier" hierover enige voorlichting te ontvangen. Was het geval nu zo, dat alle christenarbeiders solidair zich tegen dit machtsmiddel verzetten, dan ware het een andere zaak. Dit is echter het geval niet.

Mannen van naam, dr. A. Kuyper vooraan, hebben het recht van werkstaking verdedigd en talloos velen zijn hen hierin gevolgd. Ik wijs slechts op figuren als de nu overleden minister A.S. Talma, op de heer C. Smeenk. Bekennen wil ik zelfs wel, dat ik in het begin van mijn studententijd zeer veel gevoelde voor de wijze, waarop Talma het stakingsrecht verdedigde. Ik heb de brochure niet meer bij de hand, maar zoveel herinner ik mij er nog wel van, dat het ongeveer op het volgende neerkwam.

Verdediging stakingsrecht

Talma redeneerde aldus. Door de komst van het christendom is het slavendom opgeheven. De verhouding, die vroeger tussen slaaf en meester bestond, is door de komst van Christus ook hierdoor veranderd. Was de slaaf het eigendom van zijn meester, die naar willekeur met hem handelde op straffe van zóveel stokslagen, op zijn zachtst gesproken, nu is dit geheel anders. De arbeider staat nu als een vrij man tegenover zijn patroon. Evenals een handelaar zijn waren verkoopt, evenzo verkoopt de werknemer of arbeider zijn arbeidskrachten aan de werkgever. De prijs, die hij hiervoor wenst te ontvangen, is afhankelijk van zijn wil. Komt die prijs, of het loon in dit geval, niet overeen met het bedrag, dat de werkgever wenst uit te keren, welnu, dan heeft de vrije arbeider het recht om te zeggen tot de werkgever: u krijgt mijn kracht niet voor de door u genoemde prijs.

Komt op een zeker ogenblik dus het loon aan de arbeider te laag voor en wenst hij een hoger loon, dan kan hij zijn arbeid neerleggen, indien de eis door hem gesteld, niet wordt ingewilligd. Door dit gezamenlijk te doen, tracht men dan de werkgever tot voldoen aan zijn verlangen te dwingen. Dit is in het kort de wijze waarop in het algemeen het stakingsrecht wordt verdedigd in onze zogenaamde christelijke kringen. Gelukkig heb ik dat later anders te zien gekregen en is het mijn vaste overtuiging, dat deze redenering door en door onschriftuurlijk is en daarom revolutionair.

Geestelijke vrijheid

De vrijheid toch, die Christus heeft teweeggebracht, heft de maatschappelijke banden, zelfs voor Gods volk, niet op. Het is een geestelijke vrijheid, waarin zelfs de tot God bekeerde slaaf in het heidense Rome kon delen, zodat van hem gezegd kon worden, dat hij vrij was, terwijl zijn meester gebonden was en die vrijheid, die Christus heeft verworven, miste. Bovendien, de vergelijking met iemand die zijn waren aanbiedt, gaat ook in het geheel niet op, al lijkt dit oppervlakkig het geval te zijn. Zo iemand toch is evenmin vrij. Zeker, hij kan zijn waren zelf houden en ze niet verkopen, maar dan zal hij spoedig gewaarworden, dat de bron van zijn inkomsten ook spoedig ten einde is, als hij tenminste van zijn handel leven moet. Hoger dan een zekere in een bepaald geval geldende marktprijs zal hij in de regel niet kunnen gaan. Wil hij een hogere prijs ontvangen, dan blijft hij met zijn waren zitten. Zo iemand is dus ook gebonden aan allerlei economische faktoren, ja, men kan gerust zeggen, dat niemand in dit leven geheel vrij is in de verhoudingen van het maatschappelijke leven. Dit geldt dus evengoed voor hen, die in een zekere dienstbetrekking staan, gelijk het geval is met de

arbeider in de ruimste zin opgevat, tot zijn werkgever. Maar behalve dat, geeft ook het Woord Gods duidelijk aan, hoe de verhouding tussen werkgever en werknemer behoort te zijn. Dit aan te tonen is het doel van dit en enige volgende artikelen, waarbij we ons op enkele mannen van betekenis, die met de uitlegging van Gods Woord vertrouwd zijn, tevens zullen beroepen. Hoe nodig dit is, blijkt wel, daar zelfs in kringen, ons nauw verwant, die geest van revolutie zich airede openbaart, al is het, dat men er blind voor is, dat dit een revolutiegeest is. Kennelijk bleek mij dit uit een tweetal ingezonden stukken in "De Wekker".

Gods wondermacht wordt uitgeschakeld

Het eerste ingezonden stuk was van een zekere G. te A. en wat hij schreef, ik kan niet anders zeggen, daar viel ik bij. Daar werd ons een richtsnoer getekend, die mij deed denken: zo moest ons richtsnoer zijn op alle terreinen des levens. Deze schrijver, die blijkbaar meer de pen hanteert, schreef naar aanleiding van het gewichtig moment, waarin op de Synode over het sociale vraagstuk en dus ook over het stakingsrecht zou moeten worden beslist:

"Neen, de christelijke arbeidersbeweging staat niet in het teken van het geloof, dat bergen verzet, al is het slechts een mosterdzaadje. Is er een geschil: de behandeling gaat over vertrouwensmannen - de bestuurderskonferentie met de patroon - personeelsvergadering en dit enige malen herhaald, al naar gelang men buigzaam is en de strijd risiko oplevert; dan partikuliereof rijksbemiddeling... en dan?

"Nu dan, o HEERE, wat is 't dat ik verwacht, mijn hope staat op U alleen". Nee, dat niet, maar dan acht men zich gerechtigd gewelddadig op te treden en staakt men; men geeft de Heere geen plaats; men schakelt Gods wondermacht uit. God behoede onze kerk ervoor een dergelijk systeem te sanktioneren."

Tot zover deze schrijver. Vergis ik mij niet, dan is het een predikant, die hier spreekt op een wijze, waarmede wij ons allen zullen kunnen verenigen.

Geen woorden, maar daden

Het tweede ingezonden stuk in "De Wekker" bestrijdt het eerste. Over het stakingsrecht oordeelde de schrijver aldus.

"Ja, maar dat stakingsrecht! Ondergetekende heeft dat indertijd ook veroordeeld, met zwaar geschut, evenals G. doet, maar sinds hij daarover ook eens las, wat mannen, wijzer dan hij, erover schreven, is hem gebleken, dat we hier te doen hebben met een ontzaglijk moeilijk onderwerp, waarover de kerk heus nog wel studeren mag, alvorens het te verwerpen. Lees maar eens, wat mannen als Smeenk, dr. Dijk, mr. S. de Vries, Diepenhorst en ook dr. Nederbragt erover schrijven. Ik geloof, dat wij oppassen moeten om niet te vallen in de methode van vele gemakzuchtige en luie mensen: moeilijke kwesties oplossen met een slag met de vuist op tafel. Onze tijd is al vol genoeg van grote woorden. Zij wacht sinds lang op grote daden!"

Zie hier, hoe de geest van onze tijd zich ook al openbaart op het terrein van de kerk.

Twee opmerkingen

Ik nam beide voorbeelden uit "De Wekker", omdat ik dit nu juist onder het oog kreeg, maar laten we niet denken, dat ook in andere kerken die geest niet gevonden wordt, al is het dan sporadisch. Daarvoor is het goed om deze dingen onder ogen te zien en te behandelen. Bestrijden ga ik dat laatste stukje niet, alleen zou ik toch twee dingen willen opmerken. Ten eerste moeten wij voorzichtig zijn met zulke geleerde en wijze mannen. Veroordelen doe ik de wijsheid en wetenschap allerminst, maar het is toch een bekend feit, dat zelfs hooggeleerde professoren soms verre afdwalen van de ware wijsheid, welke Gods Woord leert.

De tweede opmerking, die ik zou willen maken, is, dat ik het een grotere daad in onze tegenwoordige tijd acht, om niet te staken, dan dit wel te doen."

(Wordt vervolgd)

"De Banier" van 1 november 1928.

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 1986

In het spoor | 20 Pagina's

IS WERKSTAKING GEOORLOOFD?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 1986

In het spoor | 20 Pagina's