Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ANDERE TEKST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ANDERE TEKST

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. ALGEMENE BEGINSELEN

Artikel 1 - grondslag.

De Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) streeft naar een regering van ons volk geheel op de grondslag van de in de Heilige Schrift geopenbaarde ordening Gods en staat mitsdien voor de handhaving van het onverkorte artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.")

De partij stelt zich op de grondslag van Gods Woord, zoals daarvan belijdenis gedaan wordt in de artikelen 2 tot en met 7 der Nederlandse Geloofsbelijdenis. Zij onderschrijft geheel en onvoorwaardelijk de drie formulieren van enigheid, zoals deze zijn vastgesteld in de Nationale Synode, gehouden te Dordrecht in de jaren 1618 en 1619. Zij belijdt mitsdien het absoluut gezag van Gods Woord - naar de zuivere Statenvertaling - over alle terreinen des levens en derhalve mede over het terrein van het staatkundige en maatschappelijke leven zoals nader is uitgewerkt in dit Program.

a) Pred. 12: 13, 14; 2 Kron. 15.

Artikel 2 - doei

De Staatkundig Gereformeerde Partij stelt zich ten doel de beginselen van Gods Woord op staatkundig terrein tot meerdere erkenning te brengen in ons land."0 Haar streven is niet zozeer gericht op een meerderheid van kiezers, doch op de handhaving en doorwerking van de beginselen, door haar beleden, waarvan haar program een korte samenvatting

VOrmt. b •)

a) Ps. 33; Num 11; 29; b) Ps. 33:16-18; Ps. 85: 10.

2. ALGEMENE ROEPING EN TAAK VAN DE OVERHEID

Artikel 3 - het ambt van de overheid.

Het ambt van de overheid is door God verordend wegens de verdorvenheid van het menselijk geslacht") Dit ambt is met Goddelijk gezag bekleed, om op deze aarde te regeren door wetten en verordeningen, opdat de ongebondenheid der mensen bedwongen worde, en alles met goede orde onder de mensen geschiedt. b ) De overheid is als dienaresse Gods in haar ambt onvoorwaardelijk gebonden aan Gods Woord, c )

a)Rom. 13; 3, 4; Gen. 9:6; 1 Tim. 1:9; b)Ezra 7:25; c)Ps.2: l, 12; Jes. 41: 25; Kol 2:10, 15.

Artikel 4 - uitgangspunt voor de overheid.

Uitgangspunt voor de overheid is dat ieder mens als beelddrager Gods een uniek schepsel is, geschapen om God en zijn naaste lief te hebben, maar ook dat de mens van God is afgevallen en sindsdien geneigd is om God en zijn naaste te haten. a >

De overheid erkenne dat er verschillen zijn in roeping, posities, taken en talenten waarmee God tussen mensen onderscheid maakt waar in henzelf geen onderscheid is. b )

a)Ps. 14:1-3; Pred. 7:29; Pred. 9:3; Jes. 59:2-15; Rom. 3:19; b)Ps. 75: 7-11; Ps. 113:5-9.

Artikel 5 - uitoefening van de overheidsmacht.

De overheid drage bij de uitoefening van haar ambt zorg voor de inrichting van de samenleving overeenkomstig de in Gods Woord geopenbaarde Wet, alsmede voor de naleving daarvan.")

a) Jes. 8: 20; Jes. 10: 1, 2

Artikel 6 - Kerk en overheid.

De overheid stelle zich tegenover de vijanden van Christus en Zijn Kerk in het openbare leven, Zij were daarbij alle leringen die zich keren tegen de ware christelijke leer. Zij verwijdere alles uit wetgeving, bestuur en rechtspraak wat de zuivere prediking van Wet en Evangelie belemmert of krenkt. a )

De overheid bevordere de Kerk van Christus door haar te beschermen in het openbare leven en te behandelen naar haar eigen rechten, waarin de Kerk onderscheiden is van elke vereniging. b )

De overheid bevordere de openbare heiliging en onderhouding door een ieder van Gods dag naar Gods gebods)

a)Spr. 28:4; Jes. 44:6; b) 2 Kron. 26:18-20; Neh. 13: ll; Jes. 49:23; Jer. 5:10; Gal. 5: 19, 20; c) Neh. 13 : 15-22; Jes. 58: 13.

3. OVERHEID EN GEZAGSVERHOUDINGEN

Artikel 7 - Overheid en volk

De overheid regeert bij de gratie Gods. Zij ontleent mitsdien haar gezag niet aan het volk en kan dit ook nimmer ontlenen aan anderen dan God Zelf. a ) De overheid geve bij de uitoefening van haar ambt gehoor aan de ware noden van het volk, zoals deze op geordende wijze door het parlement dienen te worden vertolkt, zonder daarbij afbreuk te doen aan haar roeping van Godswege. h )

a) Joh. 19:11; Rom. 13: 1 b) Spr. 11:14; Spr. 24: 3-6; Pred. 9:17, Jes. 8: 12.

Artikel 8 - Regeringsvorm.

Welke regeringsvorm overigens ook goed moge zijn, voor ons land is het constitutioneel koningschap, zoals dit is opgedragen aan het Huis van Oranje, de door God gegeven regeringsvorm. a )

a) Ps. 50: 5, 15; Ps. 145: 6, 7, 19; Spr. 8: 15.

Artikel 9 - Man, vrouw, huwelijk en gezin.

Gods Woord leert dat man en vrouw krachtens scheppingsorde een van elkaar onderscheiden roeping en plaats hebben ontvangen. In deze orde is de man het hoofd van de vrouw. a ) De overheid bevordere maatregelen ter bewaring van deze door God gegeven orde. b )

Zij bestrijde daarentegen elk streven in het openbare leven dat tegen de ordening Gods ingaats) Zo bestrijde de overheid in het openbare leven iedere ondermijning of vervangingspoging aangaande Gods instelling van het huwelijk en van het gezinA)

a) Gen. 2:18; Ef. 5:23; b) Amos 5:15; Micha 6:8; c) Jozua 23:2, 6-8; d) Ps. 128; Spr. 20: 20; Jer. 3: 1-5; Matth. 19: 1-12.

Artikel 10 - Openbare functies; stemrecht.

De overheid geve geen ruimte voor het voor vrouwen openstellen en het door vrouwen bekleden van functies welke kenmerkend zijn voor de wetgevende, bestuurlijke of rechtsprekende taak van de overheid. a ) Hetzelfde geldt voor functies die in strijd zijn met de huiselijke taak van de vrouw of deze in gevaar brengen b) Vrouwelijke deelname aan stemmingen en verkiesbaarstelling in het openbare leven zijn eveneens strijdig met de roeping der vrouw. c )

De overheid bevordere een organisch kiesrecht dat rekening houdt met het gezin ah bouwcel der samenleving en dat recht doet aan de positie van de man als hoofd van de vrouw en van het gezin A) Zij late de vrijheid van de burgers ongemoeid om het stemrecht ongebruikt te laten.

a) 1 Kor. 14:34b; b) Spr. 12:4; Spr. 14:1; 1 Tim. 5:8; c) 1 Petr. 3:1- 7; d) Spr. 31; Kol 3:18-25.

4. DE HOOFDTAKEN VAN DE OVERHEID

Artikel 11- Zwaardmacht.

De overheid draagt het zwaard niet tevergeefs. a ) Zij is geroepen tot het keren van aanvallen op Gods geboden, met name die aangaande God en Zijn dienst, Zijn Naam, Zijn dag, het gezag, het gezin, het huwelijk en de belangen van ieders leven en goed. b ) Zij eise de eed indien het noodzakelijk is rekenschap te laten geven voor de alwetende Gods)

a) Rom. 13 : 4; b) Ex. 20; Ps. 2; c) Ps. 63 : 12; Jer. 4: 2; 1 Petr. 3 : 15.

Artikel 12 - Wetgeving en rechtshandhaving.

De wetgeving zij gegrond op de Goddelijke Wet. a ) De uitvoering van de wettelijke regelingen geschiedt door of vanwege de overheid. Zij treffe alk maatregelen ter bevordering van het onderling functioneren van de maatschappelijke geledingen. Zij handhave de openbare orde en neme alle beletselen weg die de handhaving van het recht in de weg staanA) Daartoe were zij de verkondiging van leugens en bedrog in het openbare leven. Zij handhave het zedelijk gedrag op wegen, op openbare terreinen en in openbare gebouwen. Zij were alles uit het openbare leven dat tot oneer van God en mensen strekt, dan wel de mens verheerlijkt of schadelijke begeerten bevorderts)

Zij verbiede in alle openbaar toegankelijke samenkomsten en distributie-netten het verbreiden van beginselen die de ere Gods en het gezag van de overheid aanrandenA)

a)Jes. 10:1, 2; b) Spr. 8:15, 16; Ex. 18:21-23; c)Jes. 3:9; Spr. 6:16-19; d) 1 Kor. 15:33.

Artikel 13 - Rechtspraak.

De rechtspraak geschiede naar de beginselen gebouwd op het in de Heilige Schrift geopenbaarde recht des Heeren. a ) De overheid is van Godswege geroepen het kwaad te straffen, opdat het geschonden recht worde hersteld. b ) Dit geschonden recht vordert rechtvaardige, maar ook rechtmatige straffens) De overheid is geroepen tot het strafbaar stellen van de ontheiliging van Gods Naam en dagA) Tevens roept het recht tot wederinvoering van de doodstraf e ) De slachtoffers van delicten vergen bijzondere zorg van de overheid.fi

a) 2 Kron. 19: 6; Spr. 8:16-20; b) Ps. 82; Spr. 12:1; c) Ezra 7: 26; d) Jer. 17 : 19-27; e) Gen. 9: 6; Spr. 20: 8, 26; f) Spr. 31: 8, 9.

5. INRICHTING VAN HET BESTUUR

Artikel 14 - Centrale ordening.

De regering belichaamt de centrale overheid en is verantwoordelijk voor de wet- en regelgeving en de beleidsvorming die voor het Rijk als geheel van vitaal belang zijn. De Staten-Generaal werken hieraan mede door het bepleiten, met benadrukking van de rechten Gods, van de billijke rechten en vrijheden van het volk en van de instellingen en

organen in het land")

Het Rijksbestuur is uitsluitend opgedragen aan de regering, die met name inzake wetgevingsvoorbereiding en - uitvoering in overleg dient te treden met het parlement.

Het parlement volvoert zijn adviserende en controlerende taak zonder aantasting van de algemene bevoegdheden van de regering. b )

aJSpr. 15:22; b) Pred. 8:2-5.

Artikel 15 - Decentrale ordening.

De overheid brenge het bestuur zo dicht mogelijk bij de burgers) Daartoe vertrouwt de centrale overheid de nodige regerings- en bestuurlijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden toe aan de decentrale overheden, zo evenwel dat de taak en roeping van de centrale overheid niet worden geschaad en niet geheel aan haar controle worden onttrokken.^ Decentrale organen dienen alleen de status van decentrale overheden te verkrijgen indien zij niet in overwegende mate als volksvertegenwoordigingen zijn te kenmerken. c )

a) Deut. 1:12-18; Zach. 2:4; b) Deut. 17:8-13; 1 Sam. 11:6, 7; c) Exod. 23:2.

Artikel 16 - De aard van het besturen.

De inrichting van het bestuur dient zowel centraal als decentraal inzichtelijk te zijn voor de burger ter wille van een rechtmatige toegang tot overheidsinstanties. 0 )

Het overheidsgezag moet op ieder bestuursniveau erkend, terwijl ondermijning van dit gezag strafbaar gesteldl b ) worden worde

De overheden hebben ieder op hun eigen gebied te bevorderen dat zowel ieder persoonlijk, als de gezinnen en de overige verbanden in de samenleving een stil en gerust leven kunnen leiden in alle godzaligheid en eerbaarheids)

a) Deut. 16:18-20; 2 Kron. 19:4-11; b) Exod. 22: 28; Titus 3 : 1; 1 Petr. 2 : 17; c) 1 Tim. 2 : 2.

6. ONDERWIJS EN WETENSCHAPS-ONTWIKKEUNG

Artikel 17 - Onderwijs.

De overheid drage er zorg voor dat al het onderwijs dat niet geheel tot de huiselijke sfeer beperkt blijft, geheel overeenkomstig de norm van Gods Woord wordt gegeven, opdat met name het opkomende geslacht in de Heilige Schrift wordt onderwezens)

In het geheel van opvoeding van en onderwijs aan kinderen en jongeren verzorge de overheid de middelen welke bezwaarlijk of niet kunnen worden voortgebracht door de Kerk, door de gezinnen of door andere belanghebbenden. In aansluiting op het toezicht van Kerk en gezinnen zorge de overheid er voor dat de door haar bekostigde middelen op verantwoorde wijze worden aangewend b )

a) Deut. 6: 4-9; Ps. 8: 3; Ps. 71: 15-18; Ps. 78: 6; Spr. 22 : 6; b) Ps. 20 : 7, 8.

Artikel 18 - Wetenschaps-ontwikkeling.

De overheid heeft de taak om de ontwikkelingen in en door de wetenschap te toetsen aan Gods geboden, met name in hun invloed op mens en maatschappij, en tot die toetsing eerst de betrokken organisaties in de gelegenheid te stellen. Een gunstige uitslag van die toetsing worde bevorderd door de voorwaarden die de overheid verbindt aan het beschikbaar stellen van overheids-middelen tot het bekostigen en exploiteren van wetenschappelijke ontwikkelingens)

a) Jes. 5: 21; Jes. 47; 10; Dan. 2: 20-22; Col. 2 : 8; 1 Tim. 6: 20, 21; Openb. 13 : 13-18.

7. WELZIJN, NATUUR EN CULTUUR

Artikel 19 - Verantwoord welzijn.

De overheid stimulere het verantwoord gebruik van ontplooiings- en ontspanningsmogelijkheden in het openbare leven, opdat het de burgers daarbij naar lichaam en geest wélgas) De overheid verbiede de openlijke beoefening van sport en spel waarbij Gods Naam en dag worden onteerd, dan wel de mens op een voetstuk wordt geplaatst^) Tevens were de overheid het openlijk misbruik van Gods voorzienig bestel in gok- en kans-spelen, te beginnen met de gok- en kansspelen waarbij de overheid zelf betrokken is. L ')

a) Rom. 12; 1 Kor. 6: 19; b) Jes. 2 : 11-22; c) Lev. 19 : 12.

Artikel 20 - Natuur- en cultuur-monumenten.

De overheid bescherme het overgeblevene van Gods schepping. Zo verhindere zij de verontreiniging van de dampkring, het water en de bodems) De overheid drage bij tot het behoud van flora- en fauna-rijke gebieden en van cultuuruitingen die met recht waardevol heten en nauwelijks of niet vervangbaar zijn. b ) Cultuur-uitingen dienen slechts overheidssteun te ontvangen indien deze uitingen zich verdragen met Gods Woords)

a)Job36:24-33; Job37; b)Ps. 148:5-13; c)Rom. 1:23; Hand. 17:29; Hand. 19: 19; Filipp. 4 : 8.

8. ZORG VOOR HET LEVEN EN HET BESTAAN

Artikel 21 - Leven en sterven.

Het menselijk leven dient als gave Gods vanaf de conceptie volledig te worden gerespecteerd tot aan het moment dat de dood onmiskenbaar is ingetredens) De overheid ga de vervaardiging, de verbreiding en het gebruik tegen van middelen die de geestelijke en lichamelijke gezondheid afbrekend) De mens mag in geen enkele fase van het leven en steiven als een object worden gebruikt voor experimentens)

De toepassing van middelen waarop naar menselijke berekening de dood zal intreden, worde in alle stadia van ziekte en sterven geweerdA) De overheid kere uitbreiding van besmettelijke ziekten met middelen die niet strijdig zijn met Gods Woord, zoals afzondering en ontsmettings) Zij dwinge niet tot vaccinatie waardoor de verantwoordelijkheid voor eigen leven en dat van eigen gezinsleden en een Bijbels verantwoorde vrijheid van het geweten worden gekrenkt.fi

De overheid verbiede lijkverbranding en andere handelingen met gestorvenen die strijdig zijn met Gods Woords)

a)Jes. 45:10-12; Spr. 20:29, 30; b)Spr. 15:30; c) Ps. 8:6; Spr. 20:27; d)Job24: 14; Jak. 5 : 13-16; e) Num. 5: 2-4; f) Ps. 89: 31, 32; Num. 12 : 14; g) Pred. 6: 3.

Artikel 22 - De leefomgeving.

De overheid drage zorg voor een verantwoorde leefomgeving voor de onderdanen waarin het Bijbelse rentmeesterschap voor overheid en burger centraal staat aangaande alle factoren die van invloed zijn op het openbare levens)

a) Ps. 8; Ps. 50:10-12; Spr. 12: 10, 11.

Artikel 23 - Bestaan en bescherming.

De aard en het resultaat van de maatschappelijke bedrijvigheid dienen te beantwoorden aan de eisen van Gods Woords) De overheid dient te helpen bij het verwerven van een behoorlijk bestaan en te beschermen die delen en personen van ons volk die in de maatschappelijke strijd dreigen te bezwijkenA)

De overheid stimulere het particulier initiatief en het verantwoordelijkheidsbesef van ondernemingen en organisaties, gericht op een rechtmatig en niet-verspillend optreden in het maatschappelijk levens) Zij ga daarin voor met haar eigen instellingenA)

a) Ps. 85: 9-14; Amos6: 12, 13; b) Spr. 14: 31; Spr. 22:22, 23; c) Luk 21: 34; d) Spr. 14: 35.

Artikel 24 - Arbeidsverhoudingen.

De overheid bescherme de arbeidsrechten en bevordere de gelegenheid tot arbeid voor werkzoekenden en ondernemingens) De verhouding tussen ondernemingen, werkenden en verstrekkers van geld en goederen zij overeenkomstig de regelen van Gods Woord. b ) Derhalve worde staking en uitsluiting van arbeiders en benadeling van crediteuren geweerd^

a)Gen 3:19; Ef. 4:28; b)Spr. 16:8; Spr. 22:4; Jak 5:1 - 6; c)Spr. 10:3, 4; Spr. 11:1.

... Artikel 25...

(Het door het hoofdbestuur voorgestelde artikel 25 is hierboven al in hoofdlijnen verwerkt en is overigens te gedetailleerd).

Artikel 26 - Hulpverlening.

De hulpbehoevende naaste worde geholpen uit naastenliefde, gegrond in Gods Woords) Georganiseerd hulpbetoon is allereerst een taak van kerkelijke en particuliere instellingen die op Bijbels verantwoorde wijze dient te worden uitgevoerd. b ) De overheid late die instellingen geheel vrij in hun beleid. Zij lenige pas rechtstreeks de noden van hulpbehoevenden voor zover andere personen en instanties ondanks gepaste overheidssteun met hun daadwerkelijke hulp te kort schietens) De sociale regelingen die alsdan noodzakelijk mochten zijn, dienen in het teken van de christelijke naastenliefde te staan en mogen derhalve niet worden afgedwongen, noch collectief, noch individueelA')

a)Jes. 1:17; 1 Cor. 13:3; Hebr. 13:1; b)Deut. 16:16, 17; Mark 14: 7; Matth. 25: 34-40; Rom. 15 : 26, 27; c) Spr. 20 : 28; Hand. 28 : 7; d) Spr. 15 : 17; Spr. 21 :

9. FINANCIËN

Artikel 27 - Overheidsuitgaven.

De overheid beperke zich tot noodzakelijke en efficiënte bestedingen en zorge ervoor dat de overheidsinvesteringen eerst op de rechtstreeks belanghebbenden worden verhaald om te voorkomen dat deze lasten onnodig op anderen worden afgewenteld. Zij kere zich tegen opzettelijke bevoorrechting van de ene bevolkingsgroep ten koste van de andere. a )

De overheid hoede zich er voor dat het evenwicht in handels - en betalings-balansen blijvend verstoord wordt. b )

Ieder kabinet levere een billijk aandeel in het beperken en terugdringen van de staatsschuld en de daarmee samenhangende lasten voor komende generatiess)

a) Spr. 22 : 22, 23; b) Pred. 10: 11; c) 1 Kon. 12:1-19; Nek 5.

Artikel 28 - Overheidsinkomsten

Bij de vaststelling van belastingen en andere aanzienlijke verplichte bijdragen van de bevolking aan de overheid worde rekening gehouden met de draagkracht van de verschillende kringen van ons volk. a ) Het inkomen van gezinnen dient extra te worden ontzien naar de mate waarin gezinsleden daar op zijn aangewezen die zelf niet beschikken over toereikende middelen van bestaan. b )

a) Lev. 27; 2 Kon. 12:4; Matth 17:24-27; b) 2 Sant 12:1-6; Amos 5:11-15.

10. INTERNATIONALE VERHOUDINGEN

Artikel 29 - Verantwoorde landsverdediging.

De overheid drage op doeltreffende wijze zorg voor de bescherming van de bevolking en het Rijksgebied tegen vijandelijkhedens) De strategie, de bewapening en de verdere inrichting van de landsverdediging zijn gebonden aan de normen van Gods Woord. b ) De lasten van de landsverdediging dienen met name in vredestijd beheersbaar en controleerbaar te blijven. 0 )

a)Spr. 21:31; b) Spr. 20:18; Pred. 9:18; c) 2 Kron. 16:7-9; 2 Kron. 20:37; Spr. 12 : 18, 20; Luk 14: 31, 32.

Artikel 30 - Nationale zelfstandigheid.

Samenwerking van Nederland met andere landen mag alleen worden aangegaan indien de gaven waarmee God ons land heeft bedeeld daarmee niet worden geschaad. a ) Daarom worde ieder streven of iedere organisatie dat die gaven in gevaar brengt, afgewezen. b ) Die afwijzing geldt onverkort voor de Europese eenwording en haar gevolgen onder centraliserende leiding, aangezien daardoor de gevaren van Rome en het humanisme in ons land worden vergroot, het werk van de Reformatie al meer wordt afgebroken en het door God aan ons land gegeven bestuur door het Oranjehuis te meer dreigt te worden gedegradeerd. c )

a) Ps. 82: 8; b) 2 Kron. 19: 2; c) Spr. 24: 21.

Artikel 31 - Internationale hulp.

Met name de grote bevolkingsdichtheid van ons land bemoeilijkt de handhaving van de openbare orde. Daarom late de overheid alleen vluchtelingen toe tot ons land van wie mag worden verwacht dat zij de openbare orde niet in

gevaar brengen.Met name voor de vervolgden om der gerechtigheid wil, blijve ons land een herbergzaam toevluchtsoord. b )

Aanzienlijke hulpverlening worde tevens geboden aan overheden en volkeren waar tegenover de overheid zich duurzaam heeft verplicht, zoals de bevolking van de Republiek der Zuid-Molukken, van West-Irian en van de overzeese Koninkrijksdelen. c )

Noodhulp geldt in gevallen van acuut levensgevaar en worde door ons land direct verstrekt indien de hulp van anderen te laat dreigt te komen of ontoereikend dreigt te zijn.

a)Ps. 52; Matth. 12:25; b)Ps. 15:4a; Spr. 14:21; Matth. 5:10; Hebr. 13:2; 15:4b. c)Ps

Artikel 32 - Ontwikkelingssamenwerking.

Terwijl de Kerk haar eigen taak op het zendingsveld heeft: a) zoeke de overheid in overleg met de Kerk middelen en wegen voor een Bijbels gefundeerde en duurzame ontwikkelingssamenwerking met andere landenV Het resultaat van dit overleg biede een Bijbels verantwoorde uitgangsbasis voor de particuliere hulpverleners en hun organisatiess)

a) Hand. 13 : 47; b) 1 Kon. 5: 1-12; Ezra 3; c) Gal. 6 : 10.

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 augustus 1988

In het spoor | 24 Pagina's

ANDERE TEKST

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 augustus 1988

In het spoor | 24 Pagina's