Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WAAR LIGGEN DE WORTELS VAN DE SGP? -6-

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WAAR LIGGEN DE WORTELS VAN DE SGP? -6-

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij de ondubbelzinnige standpuntbepaling van Bilderdijk inzake de gereformeerde leeropvatting, zowel ten aanzien van het eresaluut van ds. Nicolaas Schotsman aan de Dordtse Synode als inzake de oorlogsverklaring van Da Costa aan de geest des tijds, waren de wederzijdse fronten dus duidelijk afgebakend. Ook op een ander, door Da Costa niet genoemd punt, brak de strijd tegen de tijdgeest los, en wel op dat van de vaccinatie. Deze "kunstbewerking" vond in een ander discipel van Bilderdijk een fervent bestrijder, namelijk in dr. Abraham Capadose. "Bilderdijk en Capadose waren twee zielen, die ook in hun geloofsleven op elkaar waren afgestemd, schrijft dr. D. Kalmijn. "Het lijden was hun geen van beiden bespaard gebleven, maar had voor hen beiden ook geestelijke winst betekend" 1 '.

Het vaccinatie-vraagstuk bij Capadose

De variola of pokken, een infectieziekte die vanuit het Verre Oosten, soms ook epidemisch, zich over Europa had verspreid, eiste veel slachtoffers. In het laatst van de achttiende eeuw kwam de Engelse arts Edward Jenner, na jarenlang zelfstandig onderzoek, tot een (verbeterde) inentingsmethode. Mensen die ingeënt werden met smetstof uit pokken die bij het rund voorkwamen, waren volgens Jenner immuun voor de pokziekte, al bleek in de praktijk vaak het tegendeel. Jenner werd hiermee de wetenschappelijke grondlegger van de vaccinatie of koepok-inenting, die spoedig overal werd toegepast.

Ook in Nederland werd deze methode tamelijk snel geaccepteerd en in 1818 voor de kinderen van de volksscholen verplicht gesteld. Niettemin bleven er in tamelijk brede kring zowel medische als godsdienstige bezwaren tegen de koepok-inenting bestaan. De principiële bezwaren tegen de vaccinatie werden nog versterkt doordat de verheerlijking van Jenner in de ogen van sommigen het karakter kreeg van afgoderij en bijgeloof 2 '.

Het is een opmerkelijke zaak dat in ons land het vooral Joodse artsen zijn geweest, die de vaccinatie hebben bevorderd. Ook de medicus Capadose voerde aanvankelijk, evenals zijn oom dr. Immanuel Capadose, zonder enig gemoedsbezwaar deze "kunstbewerking" uit.

Na zijn geestelijke ommekeer raakte hij hierover in onzekerheid en twijfel en weigerde hij, ondanks de smeekbeden van zijn patiënten, de koepok-inenting toe te passen. Na veel strijd kwam hij tot het inzicht, dat inenting op een "allerverderfelijkste dwaling" berustte en in zijn eerste publicatie op dit gebied: "Bestrijding der Vaccine of de Vaccine aan de beginselen der Godsdienst, der Rede en der ware Geneeskunde getoetst", bond hij de strijd hiertegen aan 3 '.

De titel van dit in 1823 verschenen geschrift doet ons weten, dat de schrijver uitgaat van drie criteria en dat er dus zowel godsdienstige als rationele en medische bezwaren tegen de vaccinatie bij hem hebben bestaan.

Het standpunt van Bilderdijk

Het is niet voor tegenspraak vatbaar, dat de opvattingen van Capadoses leermeerster Bilderdijk hier van invloed zijn geweest. Deze had bij zijn veelzijdige ontwikkeling een sterke belangstelling voor medische vraagstukken (hij schreef immers steeds zijn eigen recepten uit en die voor zijn gezin), zodat hij zich eens in een brief aan Capadose ondeugend uitliet "als van medicus tot medicus" met de toevoeging, "deze aanmatiging vergeeft gij mij toch? " 4 ' Hoewel Bilderdijk nimmer een wetenschappelijke verhandeling over de vaccinatie heeft geschreven, was zij volgens hem een onbetrouwbaar product van de tijdgeest. De "zoo enthousiastisch en factieus doorgedreven Vaccine" kon naar zijn mening alleen uit "den heerschenden Tijdgeest, die uit den boze is" worden verstaan 5 '. Ook in zijn gedicht "De Ziekte

der Geleerden" uit 1806 schrijft hij laatdunkend over de vaccine als hij spreekt van "de felle smet van 't ettrend pokvenijn" 6) .

Toen de vijfjarige Lodwijk de "kinderpokken" kreeg, durfde bijna niemand de pas in Leiden gearriveerde familie Bilderdijk komen bezoeken. De dichter spotte: "Want schoon ieder hier gevaccineerd heeft wat vaccinabel is, vertrouwt niemand het prophylaction (voorbehoedmiddel) volkomen" 7) . Alleen professor Tydeman, "vast vertrouwend op de inenting" vormde een uitzondering op de regel en waagde zich bij de Bilderdijken in huis. Op 25 april 1825 schreef de dichter aan Da Costa:

"Mijn Kollegie slaapt, uit hoofde der grasseerende kindepokjens alhier, die de studenten (op hunne ingedreven beestenpokstof niet gerust) van hier houden."

Hij voegde er enigszins ironisch aan toe: "Deze jonge lieden zijn dus zeer verlegen, en zullen lang in angsten voortleven, misschien erger dan de ziekte-zelve waar zij voor vreezen" 8) .

Naar Bilderdijk meedeelde, waren er zowel gevaccineerden als niet-gevaccineerden gestorven. "Als arts kon Capadose de medische implicaties en risico's van deze bewerking beter overzien dan zijn leermeerster", aldus de auteurs J. en J.P. Verhave, "en Bilderdijk spoorde hem dan ook voortdurend aan zijn verzet onder woorden te brengen" 9) . Scherp laakte deze ook de dwangmaatregelen om de koepokinenting te bevorderen. Er waren scholen, waar kinderen slechts op vertoon van een schriftelijke verklaring dat ze gevaccineerd waren - het zogenaamde "pokkenbriefje" - werden toegelaten. Vooral de be-hoeftige volksklassen werden hierdoor gedupeerd, omdat de middelen tot het geven van huisonderwijs ontbraken. "O teedere ouders, zijt getroost en berust op God!" riep Capadose hen toe 10) .

Ook de bekende Nijkerkse ds. C.C. Callenbach raakte als jong predikant met deze zaak in een gewetensconflict, getuige het antwoord dat Bilderdijk hem schreef:

"Gij zegt wel: dien het zonde is, is het zondig, en God beware elk onzer, van de Vaccine aan te prijzen, en den Kerkelijken leerstoel of zijn ampt van Dienaar Gods tot zoodanig einde te misbruiken, of een politiek vooroordeel over de consciëntie te doen heerschen!" Hij spreekt echter de hoop uit dat de vorsten zich niet zouden aanmatigen door middel van "plakkaten" over de vrije burgerte heersen " 't gene geen eigenaar van zijnen slaaf zou mogen vorderen" U) .

De afgoderij met Jenner

Het behoeft niet te bevreemden, dat Capadoses oorlogsverklaring aan de "afgoderij met Jenner" even felle reacties opriep als de in datzelfde jaar verschenen "Bezwaren tegen den geest der eeuw" van Da Costa. Volgens een van de meest vinnige, maar ook meest bekwame bestrijders van Capadose, namelijk dr. C.G. Ontijd, een Haagse arts, was Capadose een duidelijke "adept van de Bilderdijksche secte". Ontijd spotte met "Vader Bilderdijk en de twee profeten die van hem uitgegaan zijn, de Doctors Da Costa en Capadose", die in de ogen van zijn partijgenoten "als flonkerende starren" werden beschouwd "onder het verbasterd geslacht dezer droevige negentiende Eeuw" 12) . Volgens dr. Ontijd was "de vaccine uit God en de onsterfelijke Jenner is slechts een werktuig in Gods hand geweest." De vaccine was "een der grootste weldaden, welke de Almachtige het kwijnend menschdom ooit geschonken heeft" 13) .

Bilderdijk verheugde zich echter bijzonder over Capadoses "heerlijke bijdrage tegen het beestensmet" en wenste dat God Zijn zegen hieraan zou geven 14) . Willem van Hogendorp schreef aan Da Costa: "Met hoeveel genoegen ik het werk tegen de vaccine in eenen adem en onafgebroken heb gelezen, kan ik met geen woorden uitdrukken" 15) . Hij was tijdens zijn verblijf te Brussel zeer verontwaardigd te horen, dat vanwege een regeringsbesluit "alle behoeftige ouders, die hunne kinderen niet laten vaccineeren, de bedeling was ontzegd" 16) .

Het optreden van Thelwall

Was Vader Schotsman, de "oude, getrouwe schildwacht" gestorven, zijn getuigenis bleef echter naklinken en dit werd door andere godsgezanten herhaald. Door tussenkomst van Da Costa kwam

Bilderdijk in deze tijd in aanraking met ds. A.S. Thelwall, die predikant was bij de Engels Episcopale Gemeente te Amterdam. Hij was tevens zendeling van het Londensch genootschap tot bevordering van het Christendom onder de Joden. Bilderdijk waarschuwde zijn Amsterdamse vriend voor het feit, dat de Arminianerij in de Episcopaalse Kerk in sterke mate was ingeslopen, hoewel deze Kerk van ouds rechtzinnig was. Dit was hem tijdens zijn Londense verblijf bekend geworden 173 .

Thelwall was echter een voorstander van de gereformeerde leer. Hij vond veel steun bij ds. M.J. Chevallier, die predikant was in de Waalse kerk en getrouwd met Henriëtte Belmonte, een zuster van mevrouw Da Costa. Hij was eveneens zeer bevriend met diens vader, Pierre Chevallier, die ook predikant was in de hoofdstad. Evenals Da Costa had Thelwall een open oog voor de gevaren van de geest des tijds. Toen eerstgenoemde in 1823 zijn "Bezwaren" gepubliceerd had en zich daarmee de haat van velen op de hals had gehaald, bleef Thelwall hem zijn hartelijke vriendschap betonen. Ook met Bilderdijk trad hij in briefwisseling en deze was jaloers op Da Costa, toen deze hem vertelde van de boetpredikaties, die hij te Amsterdam van Thelwall had beluisterd 18 '.

In de winter van 1824 op 1825 had tengevolge van zware stormen een overstroming plaats, waarbij een gedeelte van Noord-Holland onder water liep en zelfs Amsterdam werd bedreigd. Ook andere provincies rond de Zuiderzee hadden het zwaar te verduren. Thelwall zag in deze nationale ramp, die veel slachtoffers had geëist, de tuchtigende hand Gods over Nederland, inzonderheid ook vanwege het geestelijk verval der Kerk. Diep onder de indruk van de catastrofale gebeurtenis richtte hij zich in een vlugschrift tot het Nederlandse volk met een oproep tot bekering. De titel hiervan: "Keert u tot Hem Die slaat" sprak reeds duidelijke taal 19) .

"Keert u tot Hem Die slaat"

Thelwall sprak in zijn vlugschrift de hoop uit, dat de landgenoten te midden van de "schokkende bedeelingen" van Gods Voorzienigheid, zich met schuldbelijdenis tot Hem zouden wenden 20) . Behalve tot het volk richtte Thelwall zich in zijn "Christelijke Opwekking" inzonderheid tot de "Leeraren en Dienaren van het Woord", die hij vooral aanmerkte "als de schuldige oorzaken van de ondeugd en goddeloosheid, die heerschende zijn." Hij stelde in dit verband de vraag of de predikanten nog wel aandrongen op de "noodzakelijkheid van wedergeboorte, geloof en heiligheid." Of trachtten zij "niet veeleer de goedkeuring van beschaafde toehoorders te winnen? " 21)

De buitenlandse predikant nam geen blad voor de mond. Hij beschuldigde de leraars openlijk van "het verregaande gebrek aan ernst en getrouwheid", wanneer zij liever vrede met de wolven begeerden, dan het ware heil van de schapen te zoeken. "Maar voor het meest zijn Dienaren en Gemeente in eene zamenzwering gewikkeld tegen God en hunne zielen", concludeerde de schrijver 22 '. Het was taal die niet misverstaan kon worden en dat nog wel van een vreemdeling! "Sprak in Da Costa's 'Bezwaren' veelszins de Bilderdijkiaan, hier was het alsof vader Schotsman zijn stem verhief', concludeert dr. J.C. Rullmann 23 '.

De negatieve reacties bleven dan ook niet uit tegen deze "zwartgallige trotschaard", zowel in plechtige, welmenende "leedbetuigingen" als in anonieme schotschriften 24 '. Gelukkig waren er ook enkele predikanten, die het voor de van diverse zijden aangevallen Thelwall opnamen, zoals JJ. Ie Roy, die jarenlang predikant was in de Nederlandse Hervormde Kerk te Oude Tonge en L.H. Bahler, Waals predikant te Zwolle.

Adhesiebetuiging van Bilderdijk

Maar ook Bilderdijk, die in de watervloed de stem des Heeren had vernomen, liet zich niet onbetuigd en trachtte in een krachtig gedicht Thelwall, evenals destijds Schotsman, te bemoedigen 25 '. Na de enigszins sombere aanhef:

"Ach, Godstolk, 't is vergeef de boetbazuin gesteken: Dit volk is Neêrlands volk, Jehovaas lust, niet meer,

laat hij toch op diens "gezegend woord van de onvervalschte lippen" de opwekking volgen:

Staan we echter pal, mijn vriend! laat niets den moed verwrikken! Volzalig is 't, met u ten Heiland op te blikken. Roep de afgedwaalden, roep heel 't afgekeerde kroost Terug - o Ware ook nog het vonnis niet geslagen! Mocht weer 't Genadelicht voor zinkend Neerland dagen! Bekeer ons, God des heils, versterk ons, en vertroost!"

Het geruchtmakende vlugschrift van Thelwall werd veel gelezen en in ruime kring verspreid. "Hartelijk verblijden wij ons over den schoonen opgang, die 't boekjen van onzen waarden en waardigen Thelwall maakt", schreef Bilderdijk op 20 februari 1825 aan Da Costa. Hij had enige dagen tevoren Thelwalls "voortreffelijke Opwekking met een recht lieven brief' van de schrijver ontvangen 26 '. Dat deze "Opwekking" te Amsterdam groot gerucht maakte, was naar zijn mening natuurlijk "en dat er Farizeën en Sadduceën tegen prediken was te verwachten." Men had Bilderdijk verteld dat het boekje te Amsterdam aan het zogenaamde schandbord was geplakt of ge-

hecht, maar dat de politie het er af had doen nemen 27) .

Schandelijk noemde de dichter het, dat eerst nu de hoofdstedelijke predikanten tot bidstonden besloten. "En wat zullen zij toch wel van den predikstoel uitbazuinen? " vroeg Bilderdijk zich af.

Er zou vanzelfsprekend weer een collecte voor de slachtoffers van de ramp aan verbonden zijn uit "liefdadigheid". Maar het was volgens hem de ware barmharigheid niet, welke de Almacht, Die de plagen zond, "door de deugdenschijn met een zich zelf voldoenend harte", zou tergen zonder ware verootmoediging. Het was geen barmhartigheid, aldus de dichter, maar trotsheid en gloriezucht, "en die duivel schuilt in menschlijke harten" 28) .

Het verachtelijke dwepersgilde

"Ook Thelwall werd van nu voortaan tot het verachtelijke dwepersgilde gerekend", schrijft Rullmann. "En als hij te Amsterdam met Da Costa en Capadose zich vereenigde tot Bijbellezing en psalmgezang, weerklonken daar buiten uit den mond hunner vijanden kreten van verwensching" 29) . De predikant, die in het volgend jaar om gezondheidsredenen naar Engeland terugkeerde, diende achtereenvolgens nog verschillende gemeenten, tot hem in 1850 aan het bekende Kings College te Londen een leerstoel in de kanselwelsprekendheid werd aangeboden. Hij werd ook secretaris van het Brits en Buitenlands Bijbelgenootschap. Hij vergat Nederland echter niet. Toen hij in 1858, op zesenzestigjarige leeftijd, na tweeëndertig jaren, een bezoek aan ons land bracht, verraste hij Da Costa niet weinig door het opzeggen van gehele brokken uit de poëzie van Bilderdijk 30) .

De strijd rond de beide "adepten van de Bilderdijksche secte", Da Costa en Capadose, bracht ook een zekere scheiding teweeg in de universitaire wereld te Leiden. Tot het jaar 1823 werd Bilderdijk, ook in zijn adhesiebetuiging aan ds. Schotsman, toch meer als een curiosum beschouwd dan als een voor de verlichte tijdgeest gevaarlijk persoon. Naarmate zijn invloed zich echter uitbreidde, nu niet alleen op letterkundig maar ook op geesteswetenschappelijk terrein, vermeerderde ook het getal van zijn vijanden. Al bleef zijn uitzonderlijk dichterschap en wetenschappelijke grootheid boven alle twijfel verheven, zijn in de ogen van zijn tijdgenoten extreme (gereformeerde) leeropvatting en contrarevolutionaire standpunt riep in toenemende mate wrevel en ergernis op.

W. van der Zwaag.

Noten: Kalmijn, D. "Abraham Capadose", pag. 69. ('s-Gravenhage 1955). Kramer, Rijk. "Het vaccinatieprobleem" (Kampen 1916) geeft over deze zaak uitgebreide informatie. Kalmijn, D. a.w., pag. 126. Messchert, W. "Brieven van mr. Willem Bilderdijk" deel V, pag. 53 (Rotterdam 1837) Messchert, W. a.w., deel V, pag. 28-29. Bilderdijk, W. "De ziekte der geleerden", BDW. VI, pag. 405. Kollewijn, R.A. "Bilderdijk - zijn leven en zijn werken", pag. 148 (Amsterdam 1891). Messchert, W. a.w., deel IV, pag. 217. Verhave, J. en J.P. "De vaccinatiekwestie in het Réveil" in: "Aspecten van het Reveil", pag. 230. (Kampen 1980). "Bestrijding vaccine etc.", pag. 158. Zie Kalmijn, a.w., pag. 134. Messchert, W. a.w., deel V, pag. 298, 299. Ontijd, C.G. "De waarde der Koepok-inenting gehandhaafd, etc.", pag. 11. ('s-Gravenhage 1824). Ontijd, C.G. a.w., pag. 168. Messchert, W. a.w., deel V, pag. 97. W. van Hogendorp aan I. da Costa op 4 november 1823. W. van Hogendorp aan I. Da Costa op 3 maart 1824. Messchert, W. a.w., deel IV, pag. 100. Messchert, W. a.w., deel IV, pag. 169. Thelwall, A.S. "Keert u tot Hem Die slaat. Christelijke opwekking aan de Nederlanders bij gelegenheid van de overstromingen in februari 1825. Na honderd jaren opnieuw uitgegeven en van historische toelichting voorzien door J.C. Rullmann." (Amsterdam 1925). Thelwall, A.S. a.w., pag. 2. Thelwall, A.S. a.w., pag. 8, 9. Thelwall, A.S. a.w., pag. 11. Rullmann, J.C. "Inleiding" bij A.S. Thelwall, a.w., pag. XII. Rullmann, J.C. a.w., pag. XVI. Bilderdijk, W. "Op eene Christelijke Opwekking bij gelegenheid der overstromingen." BDW. XI, pag. 433-434. Messchert, W. a.w., deel IV, pag. 198, 199. Messchert, W. a.w., deel IV, pag. 202. Messchert, W. a.w., pag. 199. Rullmann, J.C. a.w., pag. XXV. Rullmann, J.C. a.w., pag. XXVI.

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1990

In het spoor | 20 Pagina's

WAAR LIGGEN DE WORTELS VAN DE SGP? -6-

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 1990

In het spoor | 20 Pagina's