Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door Mij regeren de koningen, en de vorsten stellen gerechtigheid. Spreuken 8:15

Het oogmerk van de opperste Wijsheid in haar redenen is, om ons te doen horen hoe Zij ons alleen een weg wijst tot de ware gelukzaligheid. Hier is geen mens aan het woord, maar de waarachtige God Zelf. In Johannes 17 horen we Christus getuigen: En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die Gij gezonden hebt. Door Christus als die Goddelijke Persoon des Middelaars kan men alleen tot het ware en eeuwige leven komen. Hoe dwaas is dan de mens die zijn oren van de redenen van deze opperste Wijsheid afwendt. En dat doen we van nature allen tezamen. Liever laten we ons door de verlokselen ener ijdele wereld verleiden tot een eeuwig verderf, dan het oor te neigen naar Hem Die ons in Zijn Woord en door de prediking Zijner knechten de weg ten leven aanwijst.

Christus, Die hier als de opperste Wijsheid aan het woord is, heeft op Zijn kleed en op Zijn dij deze naam geschreven: Koning der koningen, en Heere der heren (Openbaringen 19:16). Door Mij regeren de koningen, zo zegt Hij hier, en stellen de vorsten gerechtigheid.

Denk dus niet te gering van deze opperste Wijsheid, noch van de inhoud Harer redenen. Koningen en vorsten mogen een grote macht bezitten en om hun heerlijkheid en rijkdom door ons benijd worden, de opperste Wijsheid bezit meerdere macht, rijkdom en heerlijkheid. Al kregen we de ganse wereld tot ons bezit, dan nog verheugen we ons maar in een vergankelijke rijkdom en in een ras voorbijgaande weelde. En in al die voor het oog zo bekoorlijke aardse heerlijkheid, is nog de ware vreugde en voldoening niet.

Koningen en vorsten regeren slechts door Christus. Hij zet de koningen af, en Hij bevestigt de koningen (Daniël 2:21). Maar Hij geeft ook de wijzen de wijsheid en wetenschap degenen die verstand hebben.

In het vorige vers hebben we de opperste Wijsheid horen getuigen: Ik ben het verstand, Mijne is de sterkte. Naar waarheid heeft Ze dit kunnen zeggen, want door Haar regeren zelfs de koningen en stellen de vorsten gerechtigheid. Die koningen en vorsten ontvangen dus van Christus de wijsheid die ze nodig hebben om het volk te regeren en om gerechtigheid te oefenen.

Er zijn koningen die in plaats van regeerders tirannen zijn. Deze koningen zijn verdervers, die het volk plagen met een plaag zonder ophouden. Zij zoeken slechts hun eigen wellust en overdaad te voeden, ten koste van het welzijn hunner onderdanen.

Maar hoe gelukkig is een volk dat door een koning geregeerd wordt, die de belangen van zijn volk dient in oorlog en vrede, als een rechte vader des vaderlands. Zulk een koning weet zijn onderdanen goede wetten voor te schrijven, gerechtigheid te oefenen, de goeden te belonen en de kwaden te straffen. Zulk een volk kan het wel gaan, dat door zulk een koning geregeerd wordt. En tot zulk een rechtvaardig beleid wordt hij nu door Christus, als de Koning der koningen, bekwaamd. Hoe voortreffelijk is dan toch de dienst van deze Koning niet!

Hij wil zelfs door de regering der koningen Zijn onderdanen onder Zijn bijzondere bescherming en bewaring stellen, ze uit al hun ongelegenheden helpen en verlossen.

Des konings hart is daartoe in Zijn hand als waterbeken. Hij neigt het tot al wat Hij wil (Spreuken 21:1). Zo regeert Christus door de koningen ten goede van Zijn onderdanen. Christus spreekt hier dus over Zijn regering. Er is een koninkrijk van Gods macht en een koninklijk van Gods genade. Over het koninkrijk der genade is Christus Koning. In het koninklijk van Gods macht hebben we de regering meer als het werk des Vaders te zien, daar Hem in het bijzonder de voorzienigheid wordt toegeschreven. Toch getuigt Christus, dat Hem gegeven is alle macht in de hemel en op de aarde Matthéüs 28:18). En zo is het dat de Vader door Hem alle dingen regeert. En die regering is ten goede van de Kerk, dus van het koninkrijk der genade.

Koningen en vorsten dienen wel te weten, dat zij alzo regeren moeten, dat het rijk van Christus daardoor bevorderd worde. Artikel 36 van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis wijst ons alzo ook op de roeping van de Overheid. De overheden dienen voedsterheren en zoogvrouwen voor Gods Kerk te zijn. Zij moeten de ware Kerk onder haar bescherming nemen. De openbare uitoefening van een valse godsdienst mogen zij niet toelaten. We hebben niet te vragen of dit uitvoerbaar is. Artikel 36 zegt ons op grond van Gods Woord wat de plicht der Overheid is. Eenmaal zullen de koningen en vorsten voor de wijze van hun regering verantwoording moeten doen voor Gods rechterstoel.

Hier op aarde reeds wordt het onrecht gestraft, door koningen en vorsten Gods Kerk aangedaan. Koning Jezus draagt zorg voor Zijn koninkrijk. Hij zal de ellendigen des volks richten; Hij zal de kinderen des nooddruftigen verlossen, en de verdrukker verbrijzelen (Psalm 72:4).

Hij roept het de koningen zelfs toe: Nu dan, gij koningen, handelt verstandiglijk; laat u tuchtigen, gij rechters der aarde. Indien niet, zo zal Hij hen verpletteren met een ijzeren scepter; Hij zal hen in stukken slaan als een pottebakkersvat (Psalm 2). Zijn zij niet gelukkig, die onder de regering van deze Koning mogen komen? In een wijze en rechtvaardige regering der koningen, blijkt te

meer hoe rechtvaardig deze Koning is, daar geheel dat regeringsbeleid van Hem afkomstig is. Zo stellen de vorsten ook door Hem gerechtigheid. Hier worden wellicht de raadsheren der koningen bedoeld, alsook de heersers en de stadhouders die zij onder zich hebben aangesteld over landen en provinciën. Ook worden hier wel de rechters bedoeld, aan wie de rechtspraak is toevertrouwd. Zij krijgen van Christus de wijsheid om recht te doen. Maar hoe wijs en rechtvaardig moet dan de Koning der koningen Zelf niet zijn!

Van Zijn wijze, rechtvaardige, zachtmoedige en liefderijke regering zullen al Zijn onderdanen getuigenis mogen geven. Hij is een groot Koning boven alle goden (Psalm 95:3). In Hem is macht om uit te helpen en te verlossen. Maar Zijn regering is ook een wijze regering. Dat zullen de onderdanen altijd maar achteraf het beste kunnen zien. Geen betere weg had Hij immers met hen kunnen houden. Maar Hij is ook een nooit beschamende toevlucht voor de Zijnen. Onder de schaduw Zijner vleugelen vinden zij een veilige bedekking. Van Hem heeft de profeet getuigd: Ziet, een koning zal regeren in gerechtigheid, en de vorsten zullen heersen naar recht. En die Man zal zijn als een verberging tegen wind, en een schuilplaats tegen de vloed, als waterbeken in een dorre plaats, als schaduw van een zware rotssteen in een dorstig land (Jesaja 32:1 en 2).

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 1992

In het spoor | 24 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 1992

In het spoor | 24 Pagina's