Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EEN OPMERKELIJKE BRIEF

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN OPMERKELIJKE BRIEF

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is bekend - men moge het althans bij een elk, die het huis van Oranje liefheeft, veronderstellen- dat stadhouder Willem III, prins van Oranje, een zeer moeilijke jeugd heeft gehad. Geboren na 's vaders dood, was hij ook weldra verstoken van moederliefde en moederzorg. Immers nog geen zes jaar oud, vertrok zijn moeder naar Frankrijk, vervolgens naar Engeland, waar ook zij spoedig overleed.

Alzo was de jeugdige Oranjetelg van vader en moeder verlaten en daartegenover van veel vijanden omringd. Maar de Heere had het oog Zijner genade op hem geslagen. Door Diens voorzienig bestel werd Ds. Cornelis Trigland, geboren 1609 en 20 augustus 1672 overleden, des prinsen verzorger en opvoeder die de jeugdige knaap leerde en leidde en opkweekte naar de beginselen van Gods Woord.

Niet zonder vrucht is dit gebleven. De Heere zegende dien arbeid. Gewis heeft de ziel van Ds. Trigland zich verheugd, toen hij de jeugdige prins in diens slaapkamer verraste; onhoorbaar binnengekomen vond hij hem op de knieën de Heere smekende, dat hij een 'voedsterheer der kerk' en een 'zuil der religie' mocht zijn in tijden die komen zouden. En zeker, God heeft verhoord en prins Willem III daartoe verheven.

Toen op 4 juli 1672 de prins tot stadhouder was aangesteld, werd door Ds. Trigland de volgende brief aan hem gericht, hoewel hij zelf de pen niet meer hanteren kon en kort daarop overleed.

Doorluchtige en Hooghgeboorne Vorst. Genadige Heer!

De overgroote vreugde die ick in mij hart gevoele over het avancement [=bevorderen in rang] van U Hoogheijt in alle die charges [=ambten] en digniteijten [-waardigheden] die Uw Hoogheijts doorluchtige voorvader bekleet hebben, doet mij de vrijmoedicheit nemen om nu Uw Hoogheijt bij dezen [=dewijl ick in persoon mijn devoir [=plicht] niet doen en kan] in onder danig heijt te congratuleeren [=gelukwensen] ende den se gen des Allerhooghsten uyt den hemel toe te bidden.

Een wonderlijcke en subtile veranderinge van God Almachtich, die ook niet onderlaten zal dat begonne werck in en door Uw Hoogheijt krachtelijk te volvoeren. Ick hope en vertrouwe, dat gelijck Uw Hoogheijts overgroote Grootvader (Prins Willem I) nu een hondert jaeren geleen, de fundamenten geleyt heeft van desen staet, die de volgende princen voorts opgebout en met haer goet en bloet tot een hooge aansienlijckheijt gebracht hebben, Uwe Hoogheijt deze Charges [=ambten] en Employen [betrekkingen] sal aenleggen en gebruycken tot een nieu heijl en segen voor een navolgende eeuwe, om alsoo op te houden de luijster van die voorgaande Helden, en wij met vreughde mogen sien wederkeeren die geluckige tijden, die wij bij de regeeringe van de Hooghgemelde princen gehad hebben.

Ick bidde Uw Hoogheijt, blijft standvastich bij de ware Christelijke, de Gereformeerde religie, vordert geen andere in staten of digniteijten [=waardigheden] dan die daar in beproeft sijn, volgt de maximen [=grondstellingen] van Uw Hoogheijts doorluchtige voorsaeten en met namen die van Uw Hoogheijts Heer Vader onsterfelijcke memorie [-gedachtenis], die ick weet dat een vaste resoluten / =besluit] hadde, gene anderen tot Raden, Vroetschappen en

Magistraten van steden te maaken dan bekende orthodoxe en opregte gereformeerden. Want die los zijn in de religie gelijck alle secten, hoe kunnen die Godt en het Landt getrou zijn ?

Ick ben noch [-nog] in een pijnelijke en bekommer lijeke staet, smachtende alle daege naar mijne genadige ontbindinge, en of (indien) ick Uw Hoogheijt aangezichte hier niet meer mochte komen te sien, soo gedenckt dat ick Uw Hoogheijt in alle getrouwicheijt hebbe opgepast, en dien gront der salicheijt geleert, daarop alle heijligen beijde uit Oude- en Nieuwe Testament sijn afgestorven, daarop ick Gods Vaderlijcke goedertierenheijt in 't korte verwacht en Uw Hoogheijt en alle doen sullen die op die gront bouwen.

Onderwijlen vervullen Godt de Heere Uw Hoogheijt met alle nodige gaven tot uijtvoering van Uw Hoogheijts digniteijten en waardicheden.

Eindelijck versadige dem Almogenden Godt Uw Hoogheijt met lanckheijt van dagen en doe Uw Hoogheijt sijn heijl sien, hij dekke Uw Hoogheijts hooft ten dage des strijds en croone Uw Hoogheijt met eere en overwinninge.

Hij geeve Uw Hoogheijt te bezitten de poorten Uwer vijanden en alle Uwe haeteren, en doe Uw Hoogheijt met Triumphe wederkeeren. Hiermede kus se ick in alle respect Uw Hoogheijts handen, ben en blijve,

Doorluchtige Hooggeborene Vorst, Genadige Heer, Uw Hoogheijts onderdanighe, Gehoorsame en getrouwe dienaar,

Corn. Triglandus

Treffelijke brief. Hoe spreekt daaruit de ware vreeze Gods. Wat vastheid van beginsel. Geen losse beschouwing. Handhaving van de eere Gods en het geluk en behoud van Vorstenhuis en Vaderland. Hoe geheel anders, dan heden ten dage geschiedt! (...)

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1993

In het spoor | 24 Pagina's

EEN OPMERKELIJKE BRIEF

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1993

In het spoor | 24 Pagina's