Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MOEILIJKHEDEN BINNEN DE SGP IN OVERIJSSEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MOEILIJKHEDEN BINNEN DE SGP IN OVERIJSSEL

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

In november jl. heeft de Provinciale Vereniging van de SGP te Overijssel een zeer uitgebreid schrijven aan alle SGP-kiesverenigingen gezonden. Van verschillende zijden is verzocht om hierover iets te schrijven. Het is echter vrijwel ondoenlijk om in een korte trek de aan de orde gestelde problematiek te schetsen. Ook ontbreken er voldoende mogelijkheden om alle details van deze kwestie op een verantwoorde wijze na te trekken.

De hoofdzaak is echter duidelijk en raakt grondbeginselen van de partij organisatie. Derhalve zal in dit artikel slechts worden ingegaan op deze hoofdzaak.

Partijdag 1990

"Voorstel van de kiesvereniging Tholen.

Zij stelt voor artikel 12 van het Algemeen Reglement (handelende over de afvaardiging) zodanig te wijzigen dat grotere verenigingen meer afgevaardigden kunnen zenden. Tholen meent dat op die wijze een betere peiling van de mening van de leden mogelijk zal zijn.

De voorzitter deelt mede dat de meerderheid van de Raad van Advies heeft geadviseerd dit voorstel te verwerpen.

Nadat meerdere afgevaardigden over dit voorstel het woord hebben gevoerd, geeft de voorzitter dit voorstel in stemming. De meerderheid van de afgevaardigden blijkt tegen dit voorstel te zijn zodat het is verworpen."

Aldus een deel van het verslag van de Algemene Vergadering van de SGP in 1990 1} . De partij heeft hiermee duidelijk uitgesproken dat zij het principe van evenredige vertegenwoordiging in de verschillende verbanden binnen de SGP afwijst.

Twee zaken

Bij het lezen van dit verslag vallen twee zaken op. Allereerst, dat er grote kiesverenigingen zijn die er behoefte aan hebben om met meer dan twee afgevaardigden vertegenwoordigd te zijn op vergaderingen binnen de SGP. Deze kiesverenigingen geven de voorkeur aan een aantal afgevaardigden naar evenredigheid van het aantal leden, een evenredige vertegenwoordiging. Uiteraard gaat het daarbij niet zozeer om een "betere peiling van de mening van de leden" zoals het verslag vermeldt, maar om meer invloed op de besluitvorming. Immers, het aantal leden per kiesvereniging is bekend en zodra er een stem wordt uitgebracht namens een kiesvereniging, kan iedereen weten hoe zwaar een bepaalde stem weegt, als het gaat om een "peiling van de mening". Bij de besluitvorming is dit anders. De besluiten van de partij worden genomen met een (gekwalificeerde) meerder-

heid van stemmen. Voor een kiesvereniging die invloed wil uitoefenen op de besluitvorming middels het uitbrengen van stemmen, is het dus van belang om zoveel mogelijk afgevaardigden naar een vergadering te kunnen zenden.

Hierbij dient te worden aangetekend, dat het binnen de SGP bij de besluitvorming nimmer ging of dient te gaan om het uitoefenen van invloed middels het uitbrengen van meer of minder stemmen, maar om het laten spreken van het beginsel. Tegen deze achtergrond bezien, heeft de partij terecht besloten om alle kiesverenigingen -klein of groot- de mogelijkheid te geven om twee afgevaardigden naar een SGP-vergadering te zenden.

Als tweede valt op dat het voorstel van Tholen niet voorzien is van een preadvies van het Hoofdbestuur, maar van een advies van de Raad van Advies. Om de één of andere reden wilde het Hoofdbestuur kennelijk buiten schot blijven en werd het advies van de Raad van Advies dit keer aan de partij voorgelegd.

Beide zaken dienen nauwlettend in het achterhoofd gehouden te worden bij de bestudering van deze problematiek.

De "kwestie Rijssen"

De SGP-kiesvereniging van Rijssen is zo niet de grootste, dan toch één van de grootste SGP-kiesverenigingen. Deze vereniging telt zo'n 1000 leden.

Behalve dat deze kiesvereniging een groot ledenaantal heeft, bestaat er binnen deze vereniging ook een grote drang om invloed uit te oefenen. De partijuitspraak naar aanleiding van het voorstel van Tholen, maakt het echter onmogelijk om deze invloed uit te oefenen middels een groter aantal afgevaardigden naar de Statenkring, provinciale, algemene dan wel huishoudelijke vergadering. Daarom is besloten om de kiesvereniging op te splitsen in vijf afzonderlijke kiesverenigingen. Let wel, de kiesvereniging is in wezen alleen gesplitst in vijf kies-verenigingen om te bewerkstelligen dat er meer afgevaardigden kunnen worden gezonden naar de verschillende SGP-vergaderingen. Er worden door de SGPkiesvereniging(en) van Rijssen dan ook geen steekhoudende argumenten aangevoerd die een splitsing rechtvaardigen. Het aantal leden dat een vergadering van de kiesvereniging bezoekt, maakt splitsing niet noodzakelijk, want het bezoekersaantal van de ledenvergaderingen in Rijssen ligt rond de zestig. Ook geografische factoren spelen geen rol. Was de uitspraak van de partijdag in 1990 anders uitgevallen, dan zou er nu nog één SGP-kies vereniging in Rijssen zijn geweest, maar dan met verscheidene afgevaardigden naar vergaderingen binnen SGP-verband.

Machtsstreven

De kiesvereniging van Rijssen is trouwens op dit punt open en eerlijk. Een brief verzonden door de gesplitste kiesvereniging aan alle SGP-kiesverenigingen gedateerd 30 december 1992 begint met:

"Reeds vele jaren bestaat er in de inmiddels meer dat 1000 leden tellende GKV (Gemeentelijke Kiesvereniging) Rijssen de behoefte om een meer evenredige vertegenwoordiging in de diverse organen binnen de SGP te verkrijgen."

Vervolgens wordt de mislukte poging van de kiesvereniging van Tholen om dit te realiseren betreurd en dan wordt enkele regels verder de "wens om meer invloed" nader gemotiveerd. Dit ondanks het feit dat de kiesvereniging van Rijssen zou moeten beseffen dat een streven naar invloed en meer macht via evenredige vertegenwoordiging niet past binnen de SGP en dat hiermee ook de uitspraak van de partij naar aanleiding van het voorstel van Tholen op losse schroeven wordt gezet. De partijorganisatie behoort in het teken te staan van een in de Schrift gewortelde broederlijke eensgezindheid. Machtsuitoefening strookt niet met dit uitgangspunt en invloed uitoefenen via evenredige vertegenwoordiging evenmin.

Het principe van evenredige vertegenwoordiging gaat immers uit van de macht van het getal, terwijl juist niet het getal, maar het beginsel de doorslag dient te geven. Daarnaast is er nog de duidelijke partij afspraak die van dit principe uitgaat.

Goedkeuring Hoofdbestuur

Ondanks de duidelijke uitspraak van de partij en het karakter van de partij organisatie draagt de splitsing de goedkeuring weg van het Hoofdbestuur, zelfs nog na uitvoerige bestudering van deze problematiek. Verwacht mag toch worden dat het Hoofdbestuur deze problematiek uitvoerig en zorgvuldig heeft bestudeerd en op een evenwichtige wijze het aanhangig gemaakte geschil in deze kwestie heeft beoordeeld 2) .

Zonder verdere motivering stelt het Hoofdbestuur:

"Een besluit tot toestemming om tot splitsing over te gaan, kan niet geacht worden in strijd te zijn met het besluit van de Algemene Vergadering op het voorstel van de PKV Tholen om grote kiesverenigingen niet meer leden te laten afvaardigen naar vergaderingen dan kleine kiesverenigingen."

en dan vervolgt het Hoofdbestuur:

" Ook al is het belangrijkste doel van de PKV Rijssen geweest om meer invloed te krijgen in bedoelde vergaderingen, dan kan toch niet gesteld worden dat de PKV Rijssen of het Hoofdbestuur formeel in strijd gehandeld heeft met het besluit op het voorstel van Tholen" 3)

Betreffende de goedkeuring in het kader van het splitsen van een kiesvereniging merkt het Hoofdbestuur nog op:

"Artikel 6 van de Statuten [het artikel over het splitsen van kiesverenigingen] geeft aan, dat indien de omstandigheden zulks wenselijk achten, in een gemeente meerdere kiesverenigingen gevormd kunnen worden.

Aangezien niet omschreven wordt wanneer sprake is van wenselijke omstandigheden, maar er wel van uitgegaan wordt dat het initiatief tot splitsing ligt bij de aanwezige kiesvereniging, is het bepalen van het al of niet wenselijk zijn primair een zaak van de vereniging.

Deze kan echter niet zonder toestemming van het Hoofdbestuur aan het voornemen tot splitsing uitvoering geven. Het Hoofdbestuur heeft volgens artikel 6 van de Statuten het recht om te bepalen of het voornemen tot splitsing geëffectueerd mag worden. (...)

In het onderhavige geval is de toestemming door het Hoofdbestuur verleend en had de gemeentelijke kiesvereniging derhalve het recht om tot splitsing in vijf kiesverenigingen over te gaan." 4>

Het Hoofdbestuur redeneert dus als volgt:

1) Een kiesvereniging mag splitsen indien zij dit wenselijk acht. 2) Het Hoofdbestuur moet de splitsing goedkeuren. 3) De splitsing is primair een zaak van de kiesvereniging, dus stelt het Hoofdbestuur zich terughoudend op en geeft goedkeuring indien de splitsing formeel en marginaal op een juiste wijze haar beslag heeft gekregen. 4) Al heeft de SGP evenredige vertegenwoordiging binnen de partij afgewezen, dan nog handelt het Hoofdbestuur formeel niet in strijd met deze partijuitspraak door goedkeuring te hechten aan een splitsing die een grotere invloed beoogt, zoals die via evenredige vertegenwoordiging ook zou zijn verkregen. 5) Derhalve heeft het Hoofdbestuur formeel-juridisch niet onjuist gehandeld door goedkeuring te hechten aan de splitsing van de kiesvereniging te Rijssen.

Wel dient bij het geheel van de redenering van het Hoofdbestuur voor ogen te worden gehouden, dat het Hoofdbestuur hier zelf omtrent eigen handelen oordeelt.

Formeel-juridisch

Bij het lezen van de uitspraak inzake het geschil springt in het oog dat het Hoofdbestuur zich probeert te verschuilen achter formeel-juridische regels. Het is echter de vraag of de formeel-juridische regels wel voldoende dekking bieden aan al dit juridisch formalisme. Formeel-juridische regels waar het Hoofdbestuur zich onvoldoende achter kan verschuilen, zijn bijvoorbeeld artikel 6 van de Statuten en artikel 20 van het Algemeen Reglement van de SGP.

Artikel 6 geeft het Hoofdbestuur de opdracht tot goedkeuring van splitsing van een kiesvereniging. Het Hoofdbestuur geeft echter aan deze regel de invulling als zou deze goedkeuring slechts betrekking hebben op de formeel-juridische aspekten van een splitsing, terwijl het al de van belang zijnde aspekten moet beoordelen, alvorens goedkeuring wordt verleend.

Artikel 20 van het Algemeen Reglement geeft de opdracht aan het Hoofdbestuur om een uitspraak te doen inzake een geschil. Het Hoofdbestuur brengt ook aan deze regel een beperking aan, door alleen het formeeljuridische aspekt van het geschil bij de uitspraak te betrekken.

In beide gevallen heeft het Hoofdbestuur de bij formeeljuridische regel gegeven opdracht beperkt tot het formeel-juridische aspekt. Een dergelijke beperking vindt geen steun in de tekst van de artikelen noch in hetgeen de partij bij het aannemen van deze artikelen voor ogen stond.

Enkele vragen

Als vanzelf rijzen er enige vragen in verband met de houding van het Hoofdbestuur.

Waarom de goedkeuring gehecht aan een splitsing die de partijorganisatie en een partij afspraak op losse schroeven zet?

Is het Hoofdbestuur slechts formeel gebonden aan partijuitspraken of is het hieraan ook inhoudelijk gebonden?

Waarom zo willekeurig omgesprongen met de formeeljuridische regels?

Deze vragen klemmen te meer, nu de kiesvereniging van Rijssen zelf steeds heeft aangegeven dat het haar te doen was en is om meer macht en invloed via evenredige vertegenwoordiging.

Als dan ook het Hoofdbestuur van zichzelf betoogt dat het met de goedkeuring van de splitsing, formeel niet geacht kan worden in strijd te hebben gehandeld met het besluit van de Algemene Vergadering naar aanleiding van het voorstel van Tholen, geeft het dan zelf al niet

aan, dat het zich bewust is dat zijn goedkeuring inhoudelijk wel in strijd is met deze partij afspraak?

Hierbij komt dat de uitspraak van het Hoofdbestuur inzake de "kwestie Rijssen" een uitspraak is waarbij het handelen van het Hoofdbestuur zelf in de meest direkte zin van het woord aan de orde is. In verband hiermee rijzen de volgende vragen:

Is artikel 20 van het Algemeen Reglement in deze zaak wel van toepassing nu het eigenlijke geschil tussen de kiesvereniging van Rijssen en de Provinciale Vereniging in wezen een afgeleide is?

Waarom in een dergelijke delicate kwestie geen onafhankelijk onderzoek ingesteld waarbij alle van belang zijnde aspekten onpartijdig kunnen worden getoetst?

Verzoek

In de in november jl. rondgezonden brief van de Provinciale Vereniging van Overijssel aan alle kiesverenigingen wordt onder andere aan de kiesverenigingen verzocht om steun voor eventuele voorstellen die de splitsing van de SGP-kiesvereniging in Rijssen ongedaan moeten maken.

Tijdens de vergadering van de Provinciale Vereniging van Overijssel op 12 december jl. zouden eventuele voorstellen in verband met de "kwestie Rijssen" worden besproken 5) . De hoofdbestuursleden de heren De Boer, Meuleman en Mr. Van Stuivenberg waren hierbij tegenwoordig. Toen de vergadering naar aanleiding van een (orde)voorstel uitsprak dat zij de splitsing van de SGP-kies vereniging van Rijssen niet accepteerde, ook niet ondanks het oordeel van het Hoofdbestuur inzake het geschil, las de heer De Boer namens het Hoofdbestuur een verklaring voor, inhoudende dat de vergadering van de Provinciale Vereniging "onwettig" was. Zonder verdere discussie ter vergadering verlieten toen de hoofdbestuursleden deze vergadering.

Voorstellen die de splitsing ongedaan moeten maken, zullen daarom vooralsnog niet ter bespreking op de partijdag komen, althans niet indien deze uit het Overijsselse moeten komen. "Onwettig" genomen besluiten betreffende het indienen van voorstellen, zullen door het Hoofdbestuur niet in behandeling worden genomen.

Mogelijkheden voor het Hoofdbestuur en Rijssen

Op zichzelf genomen zou de uitspraak van het Hoofdbestuur reden genoeg moeten zijn voor kiesverenigingen om actie te ondernemen. Te meer nu het Hoofdbestuur op deze wijze de droevige verdeeldheid binnen de partij in het algemeen en binnen de SGP in Overijssel in het bijzonder, opnieuw aanwakkert. Bovendien maakt het Hoofdbestuur zichzelf naar buiten toe - en daarmee de partij- wel heel ongeloofwaardig en toont het aan, er niet voor te schromen partijuitspraken zonder meer uit te hollen. Hierbij komt nog dat het Hoofdbestuur inzake het geschil sterk de schijn heeft gewekt, naar een bij voorbaat vastgestelde eindbeslissing te hebben toegewerkt.

Alleen al om deze redenen zou het Hoofdbestuur zelf met het initiatief moeten komen om deze zaak op een open en eerlijke wijze aan de partij uit de doeken te doen en in verband hiermee alle aspekten hiervan door een onafhankelijke commissie van betrouwbare deskundigen na te laten trekken. Louter willekeur kan immers geen instrument zijn om de partij samen te binden en te wortelen in de beginselen van Gods Woord. Ook te goeder trouw genomen beslissingen kunnen apert onjuist zijn. Juist in het licht van de meest elementaire beginselen van de SGP moet het mogelijk zijn om beslissingen steeds te toetsen, eventueel te herzien en met terugwerkende kracht te niet te doen. De partij wil toch werken overeenkomstig de Heilige Schrift? Niet alleen het Hoofdbestuur, maar ook de kiesvereniging van Rijssen zou hieraan met genoegen moeten meewerken, al zou de splitsing dan worden teruggedraaid.

Mogelijkheden voor kiesverenigingen

Indien echter het Hoofdbestuur niet op kortere termijn met initiatieven komt, dan heeft de partij niet de taak om ledig toe te zien. Elke kiesvereniging is uitgebreid geïnformeerd en wordt daardoor reeds gedwongen tot het bepalen van een standpunt. Het gaat toch niet aan om de houding van Gallio aan te nemen. Deze houding kan een werkelijk Staatkundig Gereformeerde slechts ontsieren.

De geschillenregeling voorziet niet in een mogelijkheid van beroep tegen een eenmaal gedane uitspraak van het Hoofdbestuur, zodat de weg van beroep binnen de partij in het kader van de geschillenregeling niet kan worden bewandeld, zelfs niet indien zou blijken dat het Hoofdbestuur een volkomen willekeurige uitspraak heeft gedaan 6) .

Wel bestaat er de mogelijkheid om een huishoudelijke vergadering te bevorderen op voorstel van minstens dertig plaatselijke kiesverenigingen, opdat daar de zaak tot klaarheid gebracht worde 7) .

Een laatste mogelijkheid is nog het indienen van een voorstel op een partijdag, inhoudende een afkeuring van de splitsing van de kiesvereniging te Rijssen en een afkeuring van het gevoerde beleid van het Hoofdbestuur ten aanzien van deze splitsing. Zowel het Hoofdbestuur als de kiesvereniging van Rijssen zouden daar consequenties aan moeten verbinden.

Ten besluite

Als het gaat om het oplossen van interne problemen, dan kan niet worden gezegd dat dit de meest sterke kant is van de partij en het Hoofdbestuur. Met name de "op-de-

lange-baan-schuif-strategie" en de "doofpot-strategie" hebben in het verleden vaak voorjaren slepende en onopgeloste kwesties gezorgd. Aan deze twee strategieën is thans die van de machtspolitiek toegevoegd. Het is echter wel de vraag of met al deze bewust of onbewust gevolgde strategieën de SGP en haar beginselen zijn gediend. In ieder geval wordt langs deze wegen de saamhorigheid binnen de SGP niet bevorderd, maar worden er veeleer kiemen gelegd voor een eventuele scheuring binnen de partij op langere termijn. Dit kan de bedoeling niet zijn van het Hoofdbestuur, noch die van de partij.

De enige juiste weg om de problemen op te lossen is die van een wederkeer tot de beproefde Staatkundig Gereformeerde beginselen. Deze weg is juist geen weg van scheuring, maar van samenbinding. Dan zal alle machtsstreven en juridisch formalisme als vanzelf wegvallen en plaatsmaken voor de beginselen van Gods Woord. Alleen bij deze beginselen zal de partij welvaren.

Noten:

1) "Verslag van de Algemene Vergadering van de Staatkundig Gereformeerde Partij, gehouden op 24 februari 1990 te Utrecht in de Jaarbeurs-Congreszaal" in: De Banier, 5 april 1990, p. 8 e.v. 2) Hierbij dient te worden opgemerkt dat het nog de vraag is of dit geschil wel op een juiste wijze aanhangig is gemaakt. Er worden namelijk onder andere grote vraagtekens gezet bij de wijze waarop de handtekeningen zijn verkregen, zie artikel 20 van het Algemeen Reglement van de SGP 3) Uitspraak van het hoofdbestuur van de Staatkundig Gereformeerde Partij, naar aanleiding van het door de PKV Rijssen IV bij brief van 7 december 1991 ingediende geschil, p. 5 4) Uitspraak Hoofdbestuur, p. 4-5 5) "Politieke vergaderingen" in: De Banier, 10 december 1992, p. 18 6) Artikel 6 van de Statuten van de SGP 7) Artikel 7 sub c. van de Statuten van de SGP

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1993

In het spoor | 24 Pagina's

MOEILIJKHEDEN BINNEN DE SGP IN OVERIJSSEL

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1993

In het spoor | 24 Pagina's