Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VERTROUWEN HERWINNEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERTROUWEN HERWINNEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

In verband met de geloofwaardigheid van het standpunt van de SGP met betrekking tot het vrouwlidmaatschap van deze partij naar buiten, met name ook in verband met de huidige en toekomstige discriminatiewetgeving, alsmede in verband met het (verder) herstel van het vertrouwen van de partij in het hoofdbestuur, zullen kort enkele punten naar voren worden gebracht die op dit moment niet van belang ontbloot zijn. Kort, omdat het hoofdbestuur een dringende oproep heeft gedaan om "af te zien van alles wat tot (verdere) polarisatie leidt" 0 en omdat over deze materie reeds veel is geschreven 2) . Twee van belang zijnde zaken zijn echter tot op heden onvoldoende belicht: a) de positie van de partijpenningmeester en b) de betrouwbaarheid van de augustusbrief.

Positie van de partij penningmeester

Vanaf 1972 heeft de heer Pijl als penningmeester deel

uitgemaakt van het hoofdbestuur. Hij volgde toen de heer Boender op, die secretaris werd van het hoofdbestuur. In 1983 ging de heer Pijl met de VUT en nam hij zijn intrek in het partijbureau als administrateur. "Alle lijnen van de partij lopen via het Ds. Kerstenhuis" 3) en in de jaren '80 dus via de heer Pijl.

De heer Pijl was in die dagen lid van de SGP-kiesvereniging te Den Haag.

Juist in die tijd is met medeweten van het hoofdbestuur het huishoudelijk reglement van de kiesvereniging te Den Haag dusdanig gewijzigd dat vrouwen lid konden worden van de SGP 4) .

Hiermee is geen enkel vraagteken geplaatst bij de verklaring van de huidige partijvoorzitter dat het hoofdbestuur pas recent ontdekte wat er zoal namens het hoofdbestuur is geschreven en over het al dan niet voldoende hebben kunnen overzien van de besluitvorming zoals die in die tijd plaatsvond. Het moge echter duidelijk zijn dat die verklaring niet kan betekenen dat ook de heer Pijl recent die ontdekking deed. Als lid van de kiesvereniging en als administrateur van het hoofdbestuur wist hij als geen ander wat er aan de hand was. Tevens is het moeilijk voor te stellen dat hij telkens solo-actie voerde en nimmer andere leden van het dagelijks bestuur van het hoofdbestuur over de brieven in kwestie zal hebben geïnformeerd. In dat geval kan de te goeder trouw afgegeven verklaring van de partijvoorzitter ook geen betrekking hebben op de toenmalige en huidige partijsecretaris, de heer Boender.

Betrouwbaarheid van de augustusbrief

In augustus 1991 hebben alle kiesverenigingen een brief van het hoofdbestuur ontvangen betreffende "de betrokkenheid van vrouwen bij de SGP". Hierin verklaarde het hoofdbestuur unaniem dat het vrouwlidmaatschap van de SGP moet worden afgewezen. De heer Pijl verklaarde echter nog in juni 1989: "Ik vraag me nog steeds af waarom vrouwen wel lid mogen zijn van een kerk en niet van een politieke partij. Dat ontgaat mij." 5)

Uiteraard is het goed mogelijk dat de heer Pijl in korte tijd van gedachten is veranderd. Gaarne zij dit aangenomen, maar echt overtuigend komt toch de verklaring in de augustusbrief in het licht van de rol die hij heeft gespeeld, niet over.

Bij een andere ondertekenaar van de augustusbrief, ir. M. Houtman, hoeft helaas deze verandering van gedachten niet te berusten op een veronderstelling. Hij geeft op een ondubbelzinnige wijze blijk van zijn standpunt door thans in zijn hoedanigheid van oud HBlid en statenlid van Zuid-Holland de open brief van de werkgroep "Bouwen" aan het SGP hoofdbestuur gedateerd maart 1993, te ondertekenen.

Verandering van gedachte is inmiddels ook niet uitgesloten bij de partijsecretaris. Uit een recent radiointerview voor de EO kan worden opgemaakt dat hij er niet toe kan komen om afstand te nemen van de standpunten van de werkgroep "Bouwen" 6), dit ondanks ook zijn verklaring in de augustusbrief.

Gelet op de augustusbrief en de rond die datum gedane uitlatingen is het daarom maar zeer de vraag of van de heren Boender en Pijl een loyale uitwerking van het door de kiesverenigingen in Putten ingenomen standpunt mag, dan wel kan worden verwacht. Dit klemt te meer, nu juist deze heren deel uitmaken van het dagelijks bestuur van het hoofdbestuur en dus extra mogelijkheden hebben om de besluitvorming in een bepaalde richting te sturen.

Ten besluite

Het hoofdbestuur heeft positieve stappen gezet om het vertrouwen van de leden van de SGP te herwinnen. Te verwachten is dat de nodige obstakels nog zijn te overwinnen, alvorens een beginselmatig verantwoord standpunt naar buiten zal worden gebracht. Halfslachtigheid en onduidelijkheid kunnen vooral in deze tijd fataal worden voor het voortbestaan van de SGP. Maar wat belangrijker is, halfslachtigheid en onduidelijkheid doen altijd afbreuk aan de betekenis van de Bijbelse beginselen voor de maatschappij. Immers, wie zal zich aangesproken voelen door een dergelijke manier van uitdragen van beginselen? De beginselen zijn het meer dan waard om eendrachtig en onverkort te worden uitgedragen.

In verband hiermee is het zeer te wensen dat er binnen het hoofdbestuur een in de beproefde beginselen van Gods Woord gewortelde eenheid zal mogen zijn of komen. Dat Putten in dit verband een hoopvol begin zal blijken te zijn!

1) "Oproep van het hoofdbestuur", in: De Banier, 25 maart 1993, p. 7. Het is namelijk niet uitgesloten dat er niet alleen gebruik, maar ook misbruik van publikaties in In het Spoor wordt gemaakt. Uiteraard mag de geboden informatie alleen maar worden gebruikt in het belang van de Staatkundig Gereformeerde beginselen. 2) De in In het Spoor gepubliceerde artikelen in chronologische volg-

orde: M. van Manen, "Vrouwlidmaatschap van de SGP", juni 1989, p. 38 e.v. "Vrouwlidmaatschap van de SGP", december 1991, p. 82 e.v. "Verontrustende ontwikkelingen", april 1992, p. 30 e.v. L.J. Molenaar, "Een rommelige romance", december 1992, p. 103 e.v. M. van Manen, "Een peiling", februari 1993, p. 18 e.v., L.J. Molenaar, "Vrouwen toelaten: verdragsplicht? ", april 1993, p. 50 e.v. 3) J. den Heijer, "Interview met de heer J. Pijl", in: Rondom de Haagse toren, juni 1989, p. 21 4) Tijdens de ledenvergadering van de kiesvereniging te Den Haag op 29 november 1984 werd het besluit genomen om het huishoudelijk reglement te wijzigen in die zin dat ook vrouwen lid konden worden van de SGP. Het hoofdbestuur werd hiervan op 12 december 1984 bij brief op de hoogte gesteld. Op 10 augustus 1984 kreeg overigens mevrouw Grabijn-Van Putten reeds een brief van de heer Pijl namens het hoofdbestuur waarin hij berichtte dat het hoofdbestuur "positief' had gereageerd op een aanvraag van een vrouw om lid te worden. 5) J. den Heijer, a.a., p. 23 6) De tekst van dit gesprek is afgedrukt in In het Spoor, april 1993, p. 53 e.v.

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 1993

In het spoor | 32 Pagina's

VERTROUWEN HERWINNEN

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juni 1993

In het spoor | 32 Pagina's