Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ENKELE VRAGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ENKELE VRAGEN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

De afgelopen periode zijn er nogal wat vragen aan het bestuur gesteld over het voorstel van het Hoofdbestuur. Daar deze vragen bij meer SGP'ers leven, zullen deze hier worden afgedrukt, gevolgd door het antwoord van het bestuur. Niet alle vragen kunnen hier worden beantwoord, maar met deze selektie zijn toch wel de hoofdpunten aan de orde geweest.

De vragen

1) Heeft Putten II wel aan het Hoofdbestuur de opdracht gegeven om de betrokkenheid van de vrouw te regelen in de Statuten en/of het Algemeen Reglement?

Nee; de partij heeft wèl gevraagd om ondubbelzinnig in de Statuten en/of het Program van Beginselen vast te leggen dat het regeerambt toebetrouwd is aan de man (het toenmalige voorstel 1), maar met betrekking tot het regelen van de betrokkenheid van de vrouw is slechts gesproken van een "betrokkenheid en verbondenheid van vrouwen met de SGP" (dus niet in de SGP) die zonodig in Statuten en Algemeen Reglement zou moeten worden vastgelegd (het toenmalige voorstel 3).

Het Hoofdbestuur heeft dit "zonodig" in zijn taakomschrijving in De Banier van 21 september 1995 op pagina 3 weggelaten en heeft niet duidelijk gemaakt waarom zonder meer is gekozen voor een regeling in de Statuten en/of Program van Beginselen.

2) Wat zijn kort samengevat de hoofdbezwaren tegen het voorstel van het Hoofdbestuur?

Principieel:

De taak van de vrouw ligt in de sfeer van het gezin en niet binnen de partij en de vrouw dient in politieke vergaderingen van mannen een zwijghouding aan te nemen.

Praktisch:

Het voorstel maakt twee soorten kiesverenigingen mogelijk waardoor onnodige tegenstellingen worden bevorderd en juridisch gezien is het voorstel twijfelachtig in het licht van discriminatiebepalingen.

3) Maakt het voorstel van het Hoofdbestuur nu een vrouwlidmaatschap van PKV's mogelijk of niet?

Formeel-juridisch is een buitengewoon lidmaatschap geen lidmaatschap in de zin van de wet. Inhoudelijk gezien is de formulering dusdanig dat er in feite sprake is van een beperkt lidmaatschap. Buitengewone leden krijgen immers alle rechten die de gewone hebben, zij het met enige beperkingen die voor het gewone lidmaatschap wezenlijk zijn.

Bovendien dient het bestuur van de PKV eenzelfde bedrag af te dragen voor buitengewone leden aan de partijpenningmeester als voor gewone leden.

Het is dus niet uitgesloten dat de rechter in een eventueel voor- komend geval tot de conclusie zal komen dat het zo aangeduide buitengewoon lidmaatschap in feite een ontoelaatbare vorm is van beperkt lidmaatschap.

4) Betekent het tegen het voorstel van het Hoofdbestuur stemmen dat daarmee tevens wordt ingestemd met een volledig vrouwlidmaatschap?

Nee; tijdens de Huishoudelijke Vergadering Putten II sprak de overgrote meerderheid van de kiesverenigingen uit dat vrouwen geen lid kunnen zijn. Wordt het HB-voorstel verworpen, dan betekent dit alleen dat het Hoofdbestuur met andere voorstellen dient te komen. Gelet op de uitspraken van Putten II hoeft het geen voorstel in de vorm van de Statutenwijziging te zijn (zie vraag 1).

5) Het Hoofdbestuur stelt dat er in de huidige statuten geen formele belemmering is opgenomen voor vrouwen om lid te worden. Betekent dit dat bij verwerping van de voorstellen vrouwen dus wel lid kunnen worden ?

Zoals reeds gezegd, er ligt een duidelijke partij-uitspraak dat vrouwen geen lid kunnen worden. Die uitspraak dient het Hoofdbestuur vast te leggen. Hier kan het Hoofdbestuur vanzelf net zo min om heen als om de opdracht om betrokkenheid te regelen.

Maar al voert het Hoofdbestuur die opdracht niet uit, dan nog belemmert de grondslag van de SGP, zoals verwoord in de Statuten en het Program van beginselen, het vrouwlidmaatschap. Het Hoofdbestuur doet er verstandig aan om de wijziging van artikel 5 en het nieuwe artikel 5 a afzonderlijk in stemming te brengen, met uiteraard een zeer positief pre-advies bij ook de wijziging van artikel 5.

Dit afzonderlijk in stemming brengen van de artikelen 5 en 5a is niet in strijd met artikel 9 van het Algemeen Reglement. Bij het afzonderlijk in stemming brengen krijgt de partij de mogelijkheid om te kiezen voor een andere vorm van betrokkenheid dan waarvoor het Hoofdbestuur thans heeft gekozen. Door het huidige beleid van het Hoofdbestuur

wordt de partij die mogelijkheid ten onrechte en geheel onnodig ontnomen.

6) Hoe kan worden bevorderd dat de artikelen 5 en 5a afzonderlijk in stemming worden gebracht?

Via een daartoe strekkend amendement. Op de huishoudelijke vergadering kan dit worden bevorderd door middel van een voorstel van orde. Een amendement of een voorstel van orde is aangenomen met de helft plus één stem.

7) Is er een wettelijke plicht om donateurs toe te laten op een jaarvergadering dan wel andere ledenvergaderingen van de kiesvereniging of de partij?

Nee; in de statuten van de vereniging en/of de partij kunnen de rechten van een donateur worden vastgelegd. De wet schrijft geen plicht voor om donateurs toe te laten op een jaarvergadering of een andere partij vergadering.

8) Het Hoofdbestuur stelt dat de vrouw een bijdrage kan leveren aan de bezinning binnen een kiesvereniging. Zijn die momenten van bezinning wel te scheiden van momenten van beslissing binnen een kiesvereniging ?

Nee; in de kiesvereniging draait het om politieke beslissingen. De bezinning staat in het teken van en mondt uit in de te nemen beslissingen. Een vrouw begeeft zich derhalve met het meepraten en meediscussiëren in de kiesvereniging als vanzelf op het terrein van het regeerambt.

9) Om te voorkomen dat de vrouw zich zal mengen in discussies met betrekking tot regeertaken wordt in De Banier van 2 november 1995 de suggestie gedaan om in het huishoudelijk reglement van de kiesvereniging de bepaling op te nemen "dat de buitengewone leden gerechtigd zijn tot het bijwonen van de vergaderingen en het deelnemen aan de beraadslagingen, voorzover deze geen betrekking hebben op agendapunten die verbandhouden met de regeertaken van leden." Biedt een dergelijke bepaling een oplossing?

Nee; het voorstel van het Hoofdbestuur laat deze mogelijkheid niet open. In artikel 5a lid c. staat namelijk nadrukkelijk dat buitengewone leden in alle rechten delen die aan de leden worden toegekend. Daarna volgen enkele uitzonderingen waarin de hiervoor genoemde suggestie/bepaling niet is opgenomen.

Een kiesvereniging heeft geen bevoegdheid om de rechten van de buitengewone leden naar eigen inzicht verder in te perken dan de genoemde uitzonderingen.

10) Onze PKV heeft in het reglement staan dat alleen mannen lid kunnen zijn. Moeten de buitengewone leden bij het aannemen van het HB-voorstel ondanks deze regeling toegelaten worden ?

Ja; het voorstel van het HB maakt het mogelijk dat vrouwen als buitengewoon lid deel kunnen nemen aan de ledenvergadering van de kiesvereniging. Ook al zou het huishoudelijk reglement van een PKV bepalen dat vrouwen de ledenvergadering van de kiesvereniging niet mogen bezoeken, dan nog geldt dat dit reglement geen bepalingen mag bevatten die in strijd zijn met de Statuten van de partij.

11) Is het een zaak van "angst is een slechte raadgever" als men bevreesd is dat de vrouw zich door het huidige voorstel zal begeven op het terrein dat haar krachtens de scheppingsorde niet toekomt?

Nee; het voorstel van het Hoofdbestuur geeft de vrouw daartoe het recht en derhalve is dit voorstel op zichzelf principieel verwerpelijk.

12) Kan het Hoofdbestuur met recht zeggen dat met het huidige voorstel de lijn wordt doorgetrokken die de partij vanouds hierin volgde?

Nee; het standpunt van de SGP is altijd geweest dat vrouwen vergaderingen met een politieke strekking niet kunnen bezoeken, laat staan op deze vergaderingen kunnen meediscussiëren. Dit op grond van de in de scheppingsorde neergelegde verhouding tussen man en vrouw.

13) Kan het voorstel van het Hoofdbestuur worden verdedigd onder verwijzing naar het onderwijs dat koning Lemuël in Spreuken 31 ontving van zijn moeder?

(Uit een toelichting blijkt dat de vragensteller duidde op het trekken van een vergelijking tussen de SGPvrouwen en de moeder van koning Lemuël. Zoals de moeder haar zoon onderwees, zo kunnen de SGPvrouwen de mannen onderwijzen.)

Nee; allereerst wordt juist in Spreuken 31 vers 23 aangegeven dat niet de vrouw in de poort zit (het regeerambt) maar de man. Zij onderwijst haar man niet in de poort (in de kiesvereniging), maar thuis. De verhouding van een moeder tot haar kind is trouwens van een geheel andere orde dan de verhouding van een willekeurige vrouw tot een willekeurige man.

14) Wordt er niet al te veel tijd en energie gestoken in de discussie over de betrokkenheid van vrouwen bij de SGP?

Ja; het zou veel beter zijn geweest indien het Hoofdbestuur van meet af aan een principieel verantwoord standpunt had ingenomen. Thans wordt de partij geconfronteerd met onverantwoorde situaties, namelijk vrouwen als lid van enkele kiesverenigingen met alle gevolgen van dien, en de partij ziet zich genoodzaakt om zich wederom uit te spreken over principieel en praktisch gezien onverantwoorde voorstellen.

Mr. M. van Manen, secretaris

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1995

In het spoor | 32 Pagina's

ENKELE VRAGEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1995

In het spoor | 32 Pagina's