Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE AFGLIJDING ZICHTBAAR!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE AFGLIJDING ZICHTBAAR!

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verschuivingen in het SGP-vrouwenstandpunt aangetoond

Inleiding

Bij de komende Europese verkiezingen staan voor het eerst vrouwen kandidaat op de gezamenlijke Eurolij st van SGP, GPV en RPF. In de pers is aan deze volgende stap in de verkeerde richting al verscheidene malen aandacht geschonken. Met opzet schrijven we 'aan deze volgende stap', want het is nu voor de gezamenlijke Eurolij st van SGP, GPV en RPF wel de eerste keer dat er vrouwen op staan, maar het is niet in het algemeen de eerste keer dat de SGP een vrouw accepteert op een gezamenlijke lijst. Wie meer dan oppervlakkig kennisgenomen heeft van de praktijk rondom de verkiezingen die dit jaar al plaatsgevonden hebben - de Provinciale Statenverkiezingen en hier en daar een gemeenteraadsverkiezing als gevolg van een herindeling -, weet dat gecombineerde lijsten waarop één of meer vrouwen staan feitelijk al geen uitzonderingen meer zijn. Op dit punt is er dus duidelijk sprake van afglijding!

Op deze en andere verschuivingen die zich omtrent het 'SGP-vrouwenstandpunt' in de loop van de tijd hebben voorgedaan, willen we in dit artikel aan de hand van praktijkvoorbeelden nader ingaan, in de hoop dat velen gaan inzien dat de SGP zich op dit punt al maar verder verwijdert van het Schriftuurlijke spoor. Voor de duidelijkheid zullen we echter eerst trachten dit Schriftuurlijke spoor, hetgeen ten tijde van ds. Kersten en ds. Zandt tot partijstandpunt verheven was, in korte trekken te schetsen. 1 '

Het Schriftuurlijke spoor

Deelname van vrouwen aan het politieke leven buitenshuis strookt niet met de plaats en de positie die een vrouw op grond van de Schrift behoort in te nemen. Uit Spreuken 31 blijkt dat de primaire taak van de vrouw is het onderhouden van het huisgezin, een taak aan de 'binnenkant des levens'. Weliswaar ontzegt de Schrift de vrouw beslist niet elke taak op het 'publieke terrein des levens', maar in de poort, een openbare ontmoetingsplaats waar onder meer de decentrale regering van het land zetelde, werd zij niet gevonden, noch regerend noch adviserend! Terecht merkte dus dr. Abr. Kuyper in zijn boekje De Eerepositie der vrouw op "dat de vrouw vooral van het politieke erf zich geheel verwijderd behoort te houden" 2) .

De vrouw behoort volgens de Schrift niet te heersen over de man, want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva (1 Tim 2:13) en de man is uit de vrouw niet, maar de vrouw uit den man (1 Kor. 11:8). Bovendien is Adam niet verleid geworden, maar de vrouw verleid zijnde, is in overtreding geweest (1 Tim. 2:14). Om die reden werd de vrouw na de zondeval nog uitdrukkelijker onder de heerschappij van de man gesteld (Gen 3:16): tot uw man zal uw begeerte zijn, en hij zal over u heerschappij hebben. Voorts leert Paulus in 1 Korinthe 14:34-35: Dat uw vrouwen in de gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar bevolen onderworpen te zijn, gelijk ook de Wet zegt. En zo zij iets willen leren, laat haar te huis haar eigen mannen vragen; want het staat lelijk voor de vrouwen, dat zij in de gemeente spreken.

Deze Goddelijke ordinantie van onderdanigheid aan de man wederstaat de vrouw wanneer zij zich gezag aanmatigt over de man, bijvoorbeeld wanneer zij gaat meeregeren door het uitbrengen van haar stem of door in het openbaar op politieke vergaderingen met mannen in discussie te treden, "want die een ander in openbare vergaderingen onderwijst, heeft daardoor eenig gezag over of boven dengene, die onderwezen wordt", aldus de kanttekening bij 1 Kor. 14:34. Treffend merkt ook ds. Kersten, mede naar aanleiding van deze tekst, op:

"Paulus ziet in het spreken in het openbaar een daad van gezag, die men uitoefent met betrekking tot de vergadering die toehoort. En daar de positie van gezag tegenover den man strijdig is met die der gehoorzaamheid, welke de vrouw voor de tegenwoordige bedeeling is opgelegd, daar maakt hij daaruit dit besluit op, dat het in het openbaar spreken van de vrouw in strijd is met de positie, die haar gegeven is door den wille Gods, uitgedrukt in de Wet. Hoe geweldig zou Paulus zich dan hebben verzet tegen het publiek optreden der Christelijke

vrouw gelijk thans het kiesrecht haar oplegt. Het vrouwenkiesrecht strijdt tegen de ordinantie Gods geldende de vrouw; en is daarom verwerpelijk! " 3>

In het verleden klonk bij naderende verkiezingen daarom steeds "van uit het hoofdbestuur kloek en zonder eenige bemanteling" de waarschuwing: "Vrouwen niet stemmen!" 45 . "Niet alleen tegen het passieve kiesrecht" (het recht om zich als vrouw kandidaat te stellen en gekozen te worden), maar ook tegen het actieve kiesrecht, "hebben de Staatkundig-Gereformeerden van stonde af aan met kracht zich om des beginsels wille moeten verzetten", aldus ds. Kersten. 5 ' Maar zo is het niet gebleven. Na de tijd van ds. Kersten en ds. Zandt zijn helaas in meer dan één opzicht de bakens verzet! Om dit aan te tonen, zullen we achtereenvolgens ingaan op de afglijdingen die binnen de SGP hebben plaatsgevonden met betrekking tot het actieve vrouwenkiesrecht, de verticale lijstineenschuivingen en de horizontale lijstverbindingen.

De afglijding inzake het actieve vrouwenkiesrecht

Eerst bleven de waarschuwingen tegen het stemmen door vrouwen achterwege. Vervolgens moest het toenmalige artikel 13 van het SGP-beginselprogram afgezwakt worden. Daarin stond namelijk ronduit: "Vrouwenkiesrecht echter strijdt met de roeping der vrouw". In 1989 werd daarom in het beginselprogram naast de enigszins dubbelzinnig hergeformuleerde zin: "De opvatting van het vrouwenkiesrecht voortkomend uit een revolutionair emancipatiestreven, strijdt met de roeping van de vrouw" ook de volgende zin opgenomen: "De vrouw zij in haar eigen consciëntie overtuigd of zij haar stem kan uitbrengen met inachtneming van de haar door God gegeven plaats". In overeenstemming met deze toevoeging zouden vrouwen enerzijds niet opgeroepen worden om thuis te blijven en anderzijds ook niet actief opgewekt worden om te gaan stemmen! De SGP-jongeren gingen echter in hun Verkiezingskrant, die zij in februari van dit jaar uitgebracht hebben met het oog op de Provinciale Statenverkiezingen, weer een stap verder. Op de voorpagina van deze krant was namelijk een foto afgedrukt van Nicoliene van Olst, met daaronder in een kadertje de volgende tekst:

"Waarom Nicoliene van Olst (24) gaat stemmen: 'De verkiezingen voor de Provinciale Staten staan wel wat verder van je af dan verkiezingen voor de gemeenteraad. Toch ga ik naar de stembus, het kan van één stem afhangen. Ik stem bewust op de SGP. Waarom? Omdat deze partij serieus probeert de Bijbelse uitgangspunten in praktijk te brengen in de samenleving van vandaag'".

Deze woorden hadden onmiskenbaar ten doel de jonge dames op te wekken om de gang naar de stembus te maken en daar het hokje van één van de SGP-kandidaten rood te kleuren. Is hierop niet regelrecht van toepassing wat ds. Kersten op 21 juli 1927 in De Banier schreef? Ds. Kersten:

"...hetzij onomwonden gezegd, indien de S.G.P. leiders het vrouwen-kiesrecht zouden aanbevelen, dat zij zich niet alleen schuldig zouden maken aan hetzelfde euvel, maar die schuld zooveel te erger zou zijn, wijl steeds van die zijde op het kwaad gewezen is, en bij herhaling uitgesproken is, dat de vrouw krachtens den haar van God gestelden eisch, aan de stemming niet behoort deel te nemen." 6>

De afglijding inzake lijstineenschuivingen

Naast deze afglijding van het Bijbelse standpunt inzake het actieve vrouwenkiesrecht is binnen de SGP ook heel duidelijk een afglijding zichtbaar als het gaat over het niet toelaten van vrouwen op gecombineerde kandidatenlijsten.

Op de Algemene Vergadering van 24 februari 1966, dus ongeveer vijfjaar na het overlijden van ds. Zandt, vestigde het toenmalige SGP-hoofdbestuur er nog eens de aandacht op

"dat bij de a.s. gemeenteraadsverkiezingen het uitkomen met een eigen lijst regel moet zijn, ook daar waar men met een eigen lijst geen zetel kan verkrijgen (vet; AV), en het uitkomen op een gecombineerde lijst uitzondering " 7> .

In een toelichting hierop, die ter vergadering gegeven werd naar aanleiding van een tweetal vragen, werd verwezen naar eerder vastgestelde richtlijnen 8 ' die in acht genomen dienden te worden wanneer "in bijzondere gevallen, waaronder niet valt het niet kunnen behalen van een zetel", met een gecombineerde lijst werd uitgekomen. Eén van die richtlijnen was dat bij een gecombineerde lijst uitdrukkelijk de beginselen van de SGP gehandhaafd moesten blijven 9 ', hetgeen bijvoorbeeld niet het geval was als de andere partij één of meer vrouwen op hun kandidatenlijst plaatsten! Derhalve werd dan ook "op een vraag van Gorinchem, waar de A.R. en

C.H. vrouwen op hun lijsten" wilden brengen, "wat voorheen niet gebeurde", ronduit door de voorzitter geantwoord, zonder 'mitsen en maren':

" Wanneer er echter één of meer vrouwen door de A.R. of C.H. op de lijst worden geplaatst, dient samengaan afgewezen te worden. Dit zou ingaan tegen de richtlijn"! 10 '

Twee jaar geleden, op de Partijdag van 1997, vroeg de SGP-kiesvereniging van Zwolle aan de partij om deze regel uit 1966: ('geen samenwerking indien andere partijen vrouwen op de lijst brengen') te bevestigen. Letterlijk verzocht zij de vergadering uit te spreken: "Dat óók de kandidaatstelling voor het regeerambt in strijd is met de roeping van de vrouw, dus ook voor gemeenschappelijke lijsten." Het SGP-hoofdbestuur voegde aan dit voorstel echter een negatief preadvies toe n), waarmee zij dus tegen haar eigen regel inging. Dit negatieve preadvies werd helaas door een meerderheid van de partij overgenomen. Het hoofdbestuur en de meerderheid van de partij meenden namelijk dat in "bijzondere gevallen", wanneer "gewichtige redenen daartoe aanleiding geven", wel een vrouw op een gecombineerde lijst toegelaten mocht worden. Dit is echter in strijd met de Schriftuurlijke regel dat we geen Bijbels ongeoorloofde middelen in de strijd mogen werpen!

Met dit besluit was de afglijding van de hierboven genoemde regel uit 1966 'officieel' een feit geworden. Wat de vruchten hiervan in de praktijk zouden zijn, was toen al niet moeilijk te bezien, want als er eenmaal één schaap over de dam is, en die was in 1997 al over de dam, dan volgen er meer, zo zegt het spreekwoord! En dat is inmiddels gebeurd ook, hoewel dit bij veel SGP'ers maar ten dele bekend is.

De vruchten

Algemeen bekend is dat bij de komende Europese verkiezingen voor het eerst, zowel door het GPV als door de RPF, een vrouw op de definitieve gezamenlijke kandidatenlijst is geplaatst, terwijl dat voor de SGP geen reden is geweest om de samenwerking te verbreken. Veel minder bekend is dat bij de Provinciale Statenverkiezingen van dit jaar in verscheidene provincies hetzelfde gebeurd is.

Bijvoorbeeld in de provincie Noord-Brabant. Zoals helaas al jaren het geval is, kwam de SGP in Noord- Brabant bij de laatste verkiezingen wederom op één lijst uit met RPF en GPV. Het was dan ook niet vanwege die lijstineenschuiving dat de Brabantse SGP'ers vreemd opkeken toen zij enkele weken voor de verkiezingen het biljet met de officiële kandidatenlijsten onder ogen kregen. Wat hen echter wel met de ogen deed knipperen, was het feit dat nu voor het eerst op de kandidatenlijst van de SGP/GPV/RPF-combinatie een vrouwelijke kandidaat stond. Duidelijk een verdere afglijding!

Ook in de provincie Noord-Holland was zichtbaar van een afglijding sprake. Was bij de Statenverkiezingen van 1995 de SGP in die provincie geen verticale lijstverbinding aangegaan met RPF en GPV, bij de laatste Statenverkiezingen ging de SGP akkoord met de vorming van een gezamenlijke lijst waarop in ieder geval maar liefst drie vrouwen voorkwamen! De hoogstgeplaatste dame op deze lijst - een lijst die bij de verkiezingen goed was voor twee zetels - stond op plaats vijf. Een en ander bewijst dat het hek van de dam is! In de provincie Groningen, waar de RPF/SGP-fractie één zetel in de Staten heeft, was het hek al eerder van de dam, want bij de Statenverkiezingen van 1995 werden daar al vrouwen op de gezamenlijke lijst van RPF en SGP toegelaten. In 1995 stond de eerste vrouw op de zesde plaats, bij de laatste verkiezingen op plaats vier!

De voorbeelden spreken boekdelen

De aangehaalde voorbeelden bewijzen, wat in de geschiedenis al zo vaak gebleken is, dat als eenmaal de eis van een Schriftuurlijk beginsel uit haalbaarheidsoverwegingen losgelaten wordt, althans niet meer onverkort gehandhaafd wordt, dat dan de bakens niet éénmaal of slechts tijdelijk verzet worden, maar voortdurend op transport blijven, en dan wel in een richting die haaks staat op het Bijbelse spoor.

Tegen die haalbaarheidspolitiek, tegen dat strijden met ongeoorloofde middelen in politieke noodsituaties - nu genoemd: "bijzondere gevallen"! - kwam ds. Kersten dan ook met kracht op. Ernstig waarschuwde hij bijvoorbeeld inzake het actieve vrouwenkiesrecht tegen de AR-redenering dat 'vrouwen van hun stemrecht gebruik moesten maken als links de overhand dreigde te krijgen.' In dat kader schreef hij ook de volgende waarschuwende woorden, die overigens evenzeer van toepassing zijn op het in "bijzondere gevallen" toelaten van vrouwen op een gecombineerde lijsten:

"Maar geenszins is het geoorloofd te strijden met

middelen, die tegen Gods eigen ordeningen (ordeningen inzake de plaats van man en vrouw in de maatschappij; AV) ingaan. Zulk een strijd zal den zegen missen en alleen ons meer rijp maken voor het oordeel. De afglijding van den rotsgrond der beginselen wordt er te sterker door; in vlugger vaart hollen wij naar de diepte. Straks zal het oude beginsel niet meer worden gekend. Gewoon aan het revolutionair kiesrecht, zal de vrouw haar plaats vergeten zijn." 12 '

Het principe aangetast!

In het verleden verbrak de SGP de samenwerking zodra op ineengeschoven lijsten één of meer vrouwen kandidaat gesteld werden, nu wordt de samenwerking pas verbroken als een vrouw daadwerkelijk een zetel toegewezen krijgt.

Dit maakt geen klein verschil uit, want dit betekent in de praktijk dat in voorkomende gevallen, zoals bijvoorbeeld bij de komende Europese verkiezingen, propaganda gemaakt wordt met een kandidatenlijst waarop één of meer vrouwen staan!

Met andere woorden, door middel van zo'n kandidatenlijst - die door de overheid onder alle inwoners wordt verspreid - wordt reclame gemaakt voor het emancipatorische standpunt dat vrouwen een taak en roeping hebben in de actieve politiek. Hierdoor wordt dus afbreuk gedaan aan het Bijbelse getuigenis inzake de plaats en roeping van de vrouw! Het principe dat 'de vrouw het regeerambt niet toekomt' wordt zo dus wel degelijk aangetast, al wordt dan in De Banier beweerd van niet 13) .

Afglijding door horizontale lijst verbindingen

Ook door horizontale lijstverbindingen wordt tegenwoordig soms het Schriftuurlijk beginsel dat 'het regeerambt de vrouw niet toekomt' in meer of mindere mate geweld aangedaan. We zullen daarvan enkele voorbeelden geven.

In de gemeente Werkendam was de SGP bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1996 een horizontale lijstverbinding aangegaan met de RPF. Deze verbinding had tot gevolg dat de RPF dankzij de reststemmen van de SGP een tweede zetel behaalde, die ingenomen werd door een vrouw!

Bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen in Werkendam van enkele maanden geleden, ging de SGP, aangezet door haalbaarheidsoverwegingen opnieuw een horizontale lijstverbinding met de RPF aan, terwijl de RPF ook nu weer op de tweede plaats een vrouw kandidaat gesteld had. Hoewel vele SGP'ers in het aangaan van zulke horizontale lijstverbindingen geen kwaad zien, valt toch door niemand te ontkennen dat men zich zo in ieder geval niet onthouden heeft van de schijn des kwaads!

Soortgelijke situaties deden zich dit jaar bijvoorbeeld ook voor bij de Provinciale verkiezingen in de provincies Gelderland en Flevoland. In die beide provincies ging de SGP namelijk een horizontale lijstverbinding aan met de RPF/GPV-lijst waar op zogenaamde 'verkiesbare plaatsen' vrouwen stonden. Ook daar heeft men zich dus in ieder geval niet onthouden van de schijn des kwaads.

Ten besluite

In strijd met de door God ingestelde orde omtrent man en vrouw hebben de SGP-jongeren bij de laatste Statenverkiezingen jonge vrouwelijke kiezers opgeroepen de gang naar aan de stembus te maken. Eveneens tegen die door God ingestelde orde in heeft de SGP bij de komende Europese verkiezingen en in verscheidene provincies bij de laatste Statenverkiezingen vrouwen toegelaten op gecombineerde lijsten, terwijl men zich elders niet onthouden heeft van de schijn des kwaads. Dat zijn de trieste feiten uit de SGP-verkiezingspraktijk van dit jaar. Trieste beginsel verzakingen!

Het is bekend dat partijen als RPF en GPV in de praktijk vrijwel geheel geen rekening houden met de door God ingestelde orde. Laat de SGP op de 'eigen' kandidatenlijsten geen vrouwen toe, RPF en GPV hebben daar geen enkele moeite mee. Zij zeggen ronduit dat de vrouw het regeerambt toekomt, terwijl de daadwerkelijke participatie van vrouwen in de actieve politiek binnen die partijen steeds verdergaande vormen aanneemt. Zo steeg bijvoorbeeld het aantal vrouwelijke GPV-Statenleden bij de laatste Statenverkiezingen van één naar vijf! Dit alles maakt wel duidelijk dat het geenszins te verwachten is dat de heren Van Dam (RPF) en Blokland (GPV) in het europarlement de Staatkundig Gereformeerde beginselen op dit punt zullen uitdragen, hetgeen nog eens bevestigd wordt door het feit dat de SGP/GPV/RPF-Eurofractie zelf verscheidene vrouwelijke fractieassistenten in dienst genomen heeft ! 14)

Deze gegevens en het feit dat de huidige gezamenlijke Eurokandidatenlijst op zich al afbreuk doet aan het

Bijbelse getuigenis inzake de plaats en roeping van de vrouw vormen dus des te meer een reden - naast andere redenen elders in dit blad genoemd - om bij de komende Europese verkiezingen thuis te blijven!

"Aan ons is niet het recht, noch de macht aan de stembus te gaan staan en vrouwen terug te wijzen. Maar wel mogen wij en moeten wij krachtens ons beginsel de vrouw er op wijzen; haar leeren en met nadruk op het hart binden, dat zij aan de stembus niet behoort. Op de vergaderingen onzer kiesvereenigingen worde dan ook de vrouw niet toegelaten. Zij arbeide op de haar van God gegeven plaats, aan den binnenkant des levens en zij in dien weg een zegen voor huis en kerk en staat en maatschappij."

-Ds. G.H. Kersten, "Vrouwenkiesrecht", in: De Banier, 21 juli 1927-

Noten:

1) Zie meer hierover in In het Spoor van februari en april 1998 2) A. Kuyper, De Eerepositie der vrouw, 1932, p. 70 3) G.H. Kersten, "Vrouwenkiesrecht", in: De Banier, 2 juni 1927 4) De Banier, 16 april 1925 5) Handelingen Tweede Kamer 1929-1930, 8 mei 1930, p. 1985 6) G.H. Kersten, "Vrouwenkiesrecht", in: De Banier, 21 juli 1927 7) De Banier 3 maart 1966 8) Deze richtlijnen zijn in 1952 opgesteld. Op de Partijdag van 1955 kwam voor het eerst de kwestie van 'vrouwen op de lijst' ter sprake. Als antwoord op een vraag zei de voorzitter: "Als zou het voorkomen dat de A.R. een vrouw op hun lijst willen brengen, dan is het aan de SGP om te weigeren in zodanige gevallen op een gecombineerde lijst uit te komen; De Banier, 1 september 1994, p. 9. In de huidige "gedragslijn" inzake samenwerkingen heeft het hoofdbestuur de volgende onschriftuurlijke clausule opgenomen: "Het Hoofdbestuur gaat ervan uit dat de kiesverenigingen bekend zijn met het door hem genomen besluit, inhoudende: a. dat krachtens haar principiële uitgangspunten de Staatkundig Gereformeerde Partij geen vrouw(en) op een gemeenschappelijke kandidatenlijst accepteert; b. dat in bepaalde omstandigheden, wanneer gewichtige redenen daartoe aanleiding geven, daarover echter wel onderhandeld kan worden; c. dat daarbij nooit sprake kan zijn van verkiesbare plaatsen"; Tijdschema raadsverkiezingen, bijlage 5, 4 maart 1998 9) J.P. Tanis, Samenwerking tussen de drie Christelijke partijen, infoschets 7, november 1995, uitgave LVSGS/SGP-jongeren, p. 14 10) De Banier 3 maart 1966; zie ook De Banier van 1 september 1994, p. 10 11) Zie De Banier van 26 januari 1995, p. 7 en van 9 januari 1997, p. 7 12) G.H. Kersten, "Vrouwenkiesrecht", in: De Banier, 21 juli 1927 13) D. Nieuwenhuis, "Met pijn en moeite", in: De Banier, 21 januari 1999, p.5 14) Overigens schrijven deze fractiemedewerksters als zodanig ook regelmatig in De Banier\ Is dat Staatkundig Gereformeerd? Nee!

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 mei 1999

In het spoor | 48 Pagina's

DE AFGLIJDING ZICHTBAAR!

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 mei 1999

In het spoor | 48 Pagina's