Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DS. ZANDT AAN HET WOORD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DS. ZANDT AAN HET WOORD

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In zijn rede tijdens de Algemene Beschouwingen over de Rijksbegroting van 1948 in de Tweede Kamer ging ds. R Zandt onder meer op de sportverheerlijking en sportverdwazing in die zich allerwegen openbaarden. Hij zei: "dat ook door de Regeringsmaatregelen ons volksleven in een heidense Hellenistische richting wordt gestuurd. Een richting, welke op een gematigde wijze door Goethe in zijn werken wordt aangeprezen en onomwonden door Nietzsche met verachting van de Christelijke levensbeschouwing, als de hoogste levenswijsheid werd aanbevolen. Sport en spel, bioscoop en toneel nemen daarin een zeer voorname plaats in. Voor al het andere hebben zeer velen in ons volk nauwelijks meer oor en oog. De door mij genoemde dingen komen bij hen althans zo op de voorgrond, dat de hogere dingen des levens daardoor geheel op de ach tergrond worden geplaatst. Menige jongen verwaarloost door de sport zijn lessen. De school is hem bijzaak, de sport hoofdzaak. Fameuze prijzen worden voor een entréebiljet, welke toegang geeft tot het bijwonen van een voetbalwedstrijd, gretig betaald. Zo melden de dagbladen deze dagen, dat om de landenwedstrijd Oostenrijk - Italië te kunnen bijwonen, de Legatie [het gezantschap; red.] van een Europees land een koerier naar het bureau van de bond zond met acht pond chocolade, waarvoor zij tien plaatsen wilde hebben. De transactie kwam echter niet tot stand. Ja, zelfs ging de verdwazing hierbij zo ver, dat voor duurdere plaatsen (...)

automobielen en villa's aangeboden werden. Wij hebben hier één van die verbluffende staaltjes, hoe zeer sport en spel bij zeer velen onzer tijdgenoten de harten en zinnen in beslag nemen. Wij zouden er meer kunnen aanvoeren. Doch waartoe is het nodig? De ellenlange verslagen van wedstrijden, welke men in tal van bladen, welke gretig bij het publiek aftrek vinden, kan lezen, wijzen genoegzaam de richting uit, welke duizenden bij duizenden thans inslaan; het is die, waarin men slechts naar brood en spelen vraagt. De oude Christenen hebben de Olympische Spelen destijds afgeschaft, omdat zij daarin een uiting van het heidendom en een gevaar voor en een miskenning van de Christelijke levensbeschouwing zagen. Onze Regering drijft echter met tal van haar maatregelen, welke zij uitvoert, alsook door maatregelen, welke zij verzuimt te nemen, de door de oude Christelijke Kerk terecht veroordeelde levensrichting weer op. Het gaat met volle zeilen weder die kant op, dat ons volk in zijn brede lagen zich om niets meer bekreunt dan om brood en spelen. Dit achten wij een zeer ernstig feit. Want een volk, waarbij brood en spelen de hoofdzaak worden, is onvoorwaardelijk ten ondergang opgeschreven. Ettelijke jaren terug hebben wij, niet zonder daarover bespot en uitgelachen te worden, gezegd, dat de toenmalige Regering druk bezig was om met haar gedragswijze het pad voor het heidendom in ons land te banen. Dat heidendom is gekomen [de Duitse overheersing in 1940-1945; red.]. En er is alle reden voor om aan te nemen, gezien de gedragswijze der Overheid en van een groot deel van ons volk, dat het nogmaals terugkeert en dan langer dan vijf jaren onder ons zal verblijven. Mijnheer de Voorzitter! De toestand is zo ernstig, het gevaar zo dreigend, dat ik mij aan schromelijk plichtsverzuim jegens God en mensen schuldig zou achten, als ik daar niet op wees. Mijnheer de Voorzitter! Er is ons door de Regering (...) gevraagd, langs welke 'staatkundige' lijnen wij ons land geregeerd willen zien. Wij heben daarop reeds een en andermaal geantwoord. Wij hebben deze richtlijnen bij herhaling ook in deze Kamer aangegeven. Doch het mag ons niet verdrieten en het verdriet ons ook niet nogmaals een uiteenzetting van ons staatkundig beginsel te geven. Dat beginsel is het overwaard uiteengezet en bij ons volk aanbevolen te worden. Wij wensen ons land geregeerd te zien naar de staatkundige richtlijnen, welke het ongewijzigde artikel 36 van de aloude Nederlandse Geloofsbelijdenis aangeeft. Daarmede jagen wij geen utopieën na, zoals de revolutionnairen zulks doen. Dat beginsel is zowel in theore-

tische als praktische zin gans uitnemend. Het heeft zijn bestaansrecht in de allerbangste jaren van ons volksbestaan bewezen. Toen toch ons land naar dat beginsel geregeerd werd, heeft het niet alleen het hoofd kunnen bieden aan het zo vele malen machtiger en rijker Spanje, maar heeft het ook zelfs de viervoudige aanval van Groot-Brittannië, Frankrijk, Keulen en Münster zegevierend kunnen weerstaan. Toen heeft ons volk het glorietijdperk, de gouden eeuw zijner historie gekend, waarin bewaarheid is geworden het Woord des Heeren, dat daar zegt: 'Die Mij eren, zal Ik eren'. Krachtens dat door ons beleden beginsel wensen wij ons volk terug te roepen tot de gehoorzaamheid aan Gods Woord en Wet en stellen wij de Overheid tot eis, dat zij haar wetgeving en bestuur overeenkomstig Gods Getuigenis zal richten".

-Uit: Ds. R Zandt, Algemene Beschouwingen over de Rijksbegroting voor 1948, november 1947, p. 11, 12-

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juli 2008

In het spoor | 52 Pagina's

DS. ZANDT AAN HET WOORD

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juli 2008

In het spoor | 52 Pagina's