Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE ARMEENSE VOLKERENMOORD TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG -1-

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE ARMEENSE VOLKERENMOORD TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG -1-

21 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

"Ik zag het lichaam van mijn eigen moeder, waar het leven uit gevloden was, weggeworpen in de woestijn omdat zij mij geleerd had dat Jezus Christus mijn Heiland was. Ik zag mijn vader onder martelingen sterven omdat hij tot mij, zijn kleine meisje, gezegd had: 'Vertrouw op den Heere, Hij zal het maken!' Ik zag duizenden en duizenden beminde dochters van tedere moeders sterven door geselslagen, door het zwaard, door honger of dorst, of zag ze weggevoerd in slavernij, omdat zij de roem en de glorie van hun Christendom niet wilden prijsgeven"^.

Wie schrijft deze indrukwekkende woorden? Het is een eenvoudig Armeens Christenmeisje, Aurora Mardiganian, die een vreselijk bloedbad heeft overleefd 2 ^. Waarom vertrouwt ze deze woorden aan het papier toe? Ze

schrijft zelf: "God behoedde [bewaarde; LH] mij, opdat ik naar Amerika een boodschap mocht overbrengen van hen uit mijn volk die zijn overgebleven". Wat zij in haar boekje vertelt, verhaalt ze, zo zegt ze zelf, "vol liefde en dankbaarheid aan Hem Die mij in veiligheid bracht" 3) . Kort geleden kreeg ik haar boekje Verkochte zielen, waarin ze getuigt van wat ze heeft meegemaakt, in handen. Ik heb het uitgelezen in voor mij moeilijke omstandigheden. Juist dan, in nood, spreekt de nood van een ander des te ingrijpender aan. De inhoud van het boekje is gruwelijk. Het onderwerp is de Armeense volkerenmoord in Turkije. Het doel van de Turken tijdens de Eerste Wereldoorlog was om het Armeense Christenvolk uit te roeien, een volk dat al eeuwen als minderheid (circa 2, 5 miljoen Armeniërs op een totale bevolking van circa 14, 5 miljoen) in de zes oostelijke provincies van Turkije had gewoond.

Het boekje sprak mij om nog een reden aan: het eenvoudige relaas van een Christenmeisje dat te midden van gruwelen haar vertrouwen leert stellen op Christus. Om beide redenen, de Armeense volkerenmoord en het geloofsgetuigenis van Aurora, wil ik iets van de inhoud meedelen. Nu Turkije lid van de EU wenst te worden en nog steeds de volkerenmoord ontkent, is het goed dat we weten wat Turkije met een Christenvolk, met zoveel onschuldige Armeniërs, heeft gedaan.

De achtergrond van de genocide

Pas aan het einde van 1914 was Turkije actief deel gaan nemen aan de Eerste Wereldoorlog. In deze oorlog stonden uiteindelijk de vier landen van de zogenaamde centralen (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Turkije en Bulgarije) tegenover de 25 landen die zich aangesloten hadden bij de zogenaamde geallieerden, waarvan Engeland (Britse Rijk), Frankrijk, Rusland en de Verenigde Staten de bekendste waren. Door de deelname van Turkije aan de oorlog verloren de Armeniërs in Turkije de beschermende invloed van hun vrienden in Engeland en Frankrijk en ook van het neutrale Amerika. Ondanks de angst dat de Turkse regering nu van deze gelegenheid zou gebruikmaken om hen te onderdrukken en te vervolgen en ondanks het feit dat zij liever met de vijanden van Turkije meestreden, dienden de Armeense mannen en jongens toch in het Turkse leger "om te bewijzen dat zij trouw waren aan de regering" 4 ^ Dat de Armeniërs zo bevreesd waren voor de Turken, was niet verwonderlijk, want in de laatste twee decennia waren naar schatting al zo'n honderdtien tot honderdzeventig duizend Armeense burgers door de Turken vermoord.

De mohammedaanse Turken konden de in grote meerderheid Christelijke Armeniërs niet uitstaan. Zeker niet in die tijd, een tijd waarin enerzijds het nationalisme onder de Turken opleefde en anderzijds het Turkse regime pijnlijke internationale vernederingen had moeten incasseren. Daarbij kwam dat het de Turken een doorn in het oog was dat het gemiddelde welvaartspeil en opleidingsniveau van de Armeense minderheid veel hoger lag dan die van henzelf. Ook zat hun dwars dat verscheidene overwegend Christelijke bevolkingsgroepen in de loop van de 19 e eeuw van het grote Turkse-Ottomaanse rijk waren afgevallen, elk door het oprichten van een eigen onafhankelijke staat (Griekenland, Servië, Bulgarije en Roemenië).

Militair gezien verliep de oorlog in 1915 voor het Turkse rijk ook verre van voorspoedig. In april 1915 ontstond er zelfs angst en onrust in Constantinopel, de hoofdstad van het grote Ottomaanse rijk, vanwege de geallieerde aanvallen. Het was onder deze omstandigheden dat het Turkse regime op 24 april 1915 aan een immense slachting onder de circa 2, 5 miljoen Armeniërs begon, waarvan uiteindelijk het grootste deel van hen het slachtoffer is geworden.

Er was een plan

Turkse nationalisten meenden dat een binnenlandse opstand van de Armeniërs in deze omstandigheden de ondergang van het rijk kon betekenen. Daarom zou het Turkse regime op 24 april 1915 tot het collectief vermoorden en deporteren van de Armeniërs zijn overgegaan. Het is echter zeer de vraag of de door nationalisten verwoorde vrees voor een opstand wel de eigenlijke of enige drijfveer voor de genocide is geweest. Uit historisch onderzoek blijkt namelijk dat er al voor april 1915 een plan klaar lag om het Armeense volk uit te roeien. Ook uit het getuigenis van het Christenmeisje Aurora blijkt dat het plan voor de genocide bij (bepaalde) Turkse overheden buiten Constantinopel, het tegenwoordige Istanbul, bekend is geweest. De vrees voor een opstand

van Armeniërs is dus waarschijnlijk door het driekoppige Turkse regime, bestaande uit de heren Talaat Pasja (minister van binnenlandse zaken), Enver Pasja (generaal en minister van oorlog) en Djemal Pasja (generaal, minister van marine en militair gouverneur van Syrië) slechts als een dekmantel gebruikt om hun gruwelijk doel te realiseren: de vernietiging en verbanning van de Christelijke Armeniërs.

Op 25 april 1915 ondernamen de geallieerden een poging om via een landing op het schiereiland Gallipoli naar de hoofdstad Constantinopel door te stoten. De nacht daarvoor was het Turkse regime echter al begonnen met de uitvoering van zijn vreselijke plan. In de duisternis van de nacht werden in Constantinopel vele honderden Armeense mannen uit hun huizen gehaald, al dan niet per trein afgevoerd en vervolgens omgebracht, terwijl hun vrouwen al snel daarna werden gedeporteerd. Met name had men in deze eerste zorgvuldig gecoördineerde actie het voorzien op Armeense politici, intellectuelen, zakenmensen, journalisten, kunstenaars en geestelijken. Dus de toplaag van de Armeense bevolking. Vanaf begin mei geschiedde hetzelfde in alle andere Ottomaanse steden.

Vervolgens kwam in de daaropvolgende maanden in bijna het gehele Turkse rijk een reusachtige deportatie van Armeniërs op gang naar de Zuid-Ottomaanse provincies (het tegenwoordige Syrië en Irak). Zij die de razzia's hadden overleefd, moesten te voet onder bewaking deze lange en verschrikkelijke reis afleggen, waarbij men vaak gescheiden werd van (mannelijke) verwanten. Verschrikkelijk was de reis, want een deel stierf door uitputting, een deel viel ten prooi aan de Turkse en Koerdische benden die hen overvielen, en weer een ander deel werd systematisch afgeslacht door speciaal daarvoor opgezette paramilitaire eenheden. Van de naar schatting 2 miljoen gedeporteerde Armeniërs overleefde uiteindelijk slecht een kwart de deportatie. Hoewel de Turkse regering tot op heden deze volkerenmoord gewoon glashard ontkent en helemaal de aanwezigheid van een moordplan, terwijl zij ondertussen

wel angstvallig de archieven gesloten houdt, hebben Westerse en kritische Turkse onderzoekers op grond van feiten kunnen aantonen dat Turkse nationalisten doelbewust de Christelijke Armeniërs hebben willen elimineren, evenals andere Christelijke minderheden. Die nationalisten waren ten koste van alles gericht op behoud en uitbreiding van de Ottomaanse staat en op omvorming van deze staat tot een homogene Turkse maatschappij. De nationalisten maakten toen in Turkije de dienst uit. In naam regeerde weliswaar de Turkse sultan, maar het al eerder genoemde radicaalnationalistische driemanschap had sinds de door hen in 1913 gepleegde bloedige staatsgreep feitelijk het bestuur van de staat in handen. Het regeerde op een dictatoriale en meedogenloze wijze.

Het begin van Aurora's getuigenis

Nu we in grote lijnen weten wat er zich heeft afgespeeld, is Aurora's verhaal veel beter te volgen en te begrijpen. Haar verhaal "begint op de morgen van Paaszondag in april 1915". "In het huis van mijn vader", zo schrijft zij, "maakten wij ons gereed de dag met eerbiedige vreugde te vieren, die nog verhoogd werd door een bericht uit Constantinopel dat de Turkse regering onlangs haar dank had uitgesproken over de trouwe en gewichtige diensten door de Armeense troepen in de Grote Oorlog bewezen" 5) . Dit compliment van de Turkse regering was ronduit gemeen, want reeds in februari-maart 1915 had zij de naar schatting honderdvijftig- tot tweehonderdduizend Armeense soldaten en officieren die in het Turkse leger dienden, laten ontwapenen en hen vervolgens ingedeeld in zogenaamde 'werkbataljons', waar ze heel hard onder dwang moesten werken, om ten slotte te worden gefusilleerd 6 ^. Maar dit alles wist de tot de elite behorende familie Mardiganian toen nog niet. Op de bewuste Paasdag was er dan ook vreugde in het gezin. Aurora schrijft: "En in de hele stad, Tchemesh-Getzak, twintig mijlen ten noorden van Harpout, de hoofdstad van het district Mamuret-ul-Aziz, was niemand dankbaarder voor de bestendige vrede in Armenië dan mijn vader en moeder, Lusanne, mijn oudste zuster, en ik" 7) .

Aurora was veertien en Lusanne was zeventien jaar oud. De beide nog jonge meisjes hadden evenals de andere leden van het gezin er toen nog volstrekt geen erg in dat hun vredig samenzijn nog maar van zo korte duur zou zijn.

Opgeëist door een invloedrijke Turk

Vlak voordat de moorden begonnen, werd Aurora opgeëist voor de harem van Husein Pasha, een Turkse hoogwaardigheidsbekleder. Een harem was een vrouwenverblijf, een voor vrouwen bestemd, afgezonderd gedeelte in een woning van een aanzienlijke mohammedaan. Husein Pasha kwam aan Aurora's vader vragen of hij haar aan hem wilde verkopen of afstaan, welk verzoek Pasha vergezeld liet gaan met de bedekte bedreiging dat zij als gezin vervolgd zouden worden als hij weigerde. Stemde hij toe, dan moest vervolgens - teneinde de verkoop van Aurora wettig te maken en Pasha het recht te geven om haar tot een bijzit te nemen - Aurora overreed of gedwongen worden om het Christelijk geloof af te zweren en mohammedaanse te worden. Dit tafereel heeft zich in die dagen in vele Armeense huizen afgespeeld. Hoewel het levensgevaarlijk was voor een Armeense vader om zo'n Turkse hoogwaardigheidsbekleder te weerstaan, weigerde Aurora's vader aan Pasha's verzoek te voldoen. Daarop reageerde de Turk met:

"Er zullen spoedig bevelen komen uit Constantinopel; jullie Christenhonden moet vertrekken; geen man, vrouw of kind die Mohammed loochent, mag hier blijven. Als die tijd aanbreekt, is er niemand die je kan helpen dan ik. Geef mij het meisje Aurora en ik zal je hele gezin onder mijn bescherming nemen tot de troebelen voorbij zijn. Weiger, en je weet wat je te wachten staat" 8) .

Moedig en treffend beantwoordde Aurora's vader dit dreigement echter met te zeggen: "Gods wil geschiede - en Hij zal niet willen dat ons kind zich opoffert om ons te redden". Boos droop Pasha toen af. In de hoofdstad van Armenië, de stad Van, was het vermoorden van mannen, vrouwen en kinderen toen al begonnen. Vanwege de grote afstanden en de primitieve toestanden in het Ottomaanse rijk is het best mogelijk dat Pasha hiervan nog niet op de hoogte is geweest. Wel wist hij kennelijk dat er een genocide op handen was.

Dat Aurora Mardiganian nog maar veertien jaar oud was, was voor de Pasha geen bezwaar om haar als bijzit te nemen. Volgens de islam ben je immers volwassen vanaf je veertiende. Uit het gehele boek van Aurora blijkt dat in die tijd vele Turken zich vergrepen hebben aan voor onze begrippen minderjarige meisjes. Of het nu ging om een plaats in een harem, om slavernij met bijbehorende avances, verkrachting of prostitutie, al deze schandelijkheden heeft Aurora in haar boek gedetailleerd beschreven.

Waar Aurora steun zocht

Toen Aurora hoorde dat men in de stad Van (gelegen nabij de oostgrens van het huidige Turkije, ongeveer 320 km van haar stad vandaan) begonnen was met het vermoorden van de Armeniërs, vluchtte ze in angst naar de kerk en vertelde haar voorganger, vader Rhoupen, van het vreselijke nieuws en haar voorstel om zich vrijwillig voor de harem van Husein Pasha te melden, om zo haar familie te redden. Toen geloofde ze nog in de "goede bedoelingen" van de Turken. Vader Rhoupen stelde voor het aan God te vragen: "Toen bad vader Rhoupen. Hij smeekte God mij de weg te wijzen die ik gaan moest. Ik kan mij het gehele gebed niet herinneren, want ik schreide te veel en was te verschrikt (...). Ik hoopte met eigen oren het antwoord te vernemen dat zeker uit den hogen komen moest op deze smeekbede van vader Rhoupen. (...) Plotseling drukte vader Rhoupen mij tegen zijn borst en begon te spreken. "De weg ligt duidelijk voor ons, mijn kind. Het antwoord is gekomen. Vertrouw op Jezus Christus en Hij zal je redden zoals Hij het beste oordeelt. Het is beter dat je sterft, als dat moet, of dingen ondergaat erger dan de dood, dan dat je door je voorbeeld [namelijk door zich vrijwillig bij de harem van Pasha te melden en mohammedaanse te worden; LH] er anderen toe brengen zoudt het geloof in hun Heiland af te zweren. Ga weer terug naar je vader en moeder en troost hen, maar wees hun gehoorzaam" 9) .

Dit voorval is voor Aurora in het verdere leven heel belangrijk geweest. Keer op keer komt dit gesprek met vader Rhoupen bij haar terug en diens wijzen op Christus.

Hoe de Turken te werk gingen

Enige tijd later zag Aurora samen met haar familie vanuit een raam het bewijs dat er ook in hun stad een pogrom of razzia te verwachten was. Zij zagen dat Hu-

sein Pasha, die desgevraagd de Armeniërs in zijn stad uitdrukkelijk verzekerd had dat zij niet in gevaar verkeerden, bevel gegeven had

"dat de deuren van de gevangenis zouden geopend worden en dat de boosdoeners - rovers en moordenaars - die daar waren opgesloten, losgelaten zouden worden en op zijn paleis zouden komen. Een uur later waren al deze veroordeelden gekleed in uniformen van de gendarmen [politie; LH], zij kregen een geweer, een bajonet en een lange dolk en schaarden zich op de markt om verdere bevelen af te wachten. Dat is de Turkse manier van handelen als er vuil werk te doen is" 10) .

Vervolgens werd op de hoek van elke straat een aanplakbiljet op de muur of schutting aangebracht met de volgende inhoud: "Armeniërs, Zijne excellentie, Husein Pasha, beveelt u dadelijk in uw woningen te gaan en daar te blijven tot Zijne Excellentie u weer wil toestaan uw zaken te hervatten. Alle Armeniërs die een uur na de middag zullen worden aangetroffen op straat, op hun kantoor of buiten hun huizen, zullen gearresteerd en streng bestraft worden, (Getekend) Ali Aghazade, burgemeester" 1 J K

Deze smerige streek maakte het voor de Turken en schurken in uniform eenvoudig om systematisch de stad Tchemesh-Getzak van Armeniërs te zuiveren. De mannen werden eerst uit hun huizen gehaald, zonder dat er vrees was voor opstand. Zij waren immers allen bij hun gezinnen. Ook Aurora's vader en haar vijftienjarige broer Paul werden meegenomen. In deze omstandigheden kwamen de woorden van vader Rhoupen: "Vertrouw op God en wees Hem trouw", bij Aurora terug in de gedachten. Maar toen een bevriend Turks hoofd van de politie aan haar moeder aanbood om Aurora en Lusanne persoonlijk naar Husein Pasha te brengen om

zo hun gezin verder leed te besparen, scheen het Aurora toe dat ze zichzelf moest "opofferen". Maar haar moeder antwoordde: "Zeg den Pasha dat wij in Gods hand zijn en zullen aannemen hetgeen Hij ons toezendt!" 12)

Het begin van de verschrikkingen

Het past niet om al de gruwelen die daarna gevolgd zijn, in detail weer te geven. Maar om een idee te geven en het getuigenis van Aurora te volgen, kan er niet aan ontkomen worden om iets ervan te vermelden. De mannen werden of vrijwel direct buiten de stad op wrede wijze omgebracht of tijdelijk opgesloten in een gevangenis om vervolgens te worden omgebracht. Ook Aurora heeft haar vader en broer nooit meer levend teruggezien.

De vrouwen en kinderen moesten zich kort daarna op de markt verzamelen. Ondertussen probeerden daar Turkse mannen van allerlei allooi maagden onder hen te verschalken. Zij probeerden de maagden die in hun ogen bevielen, te bewegen om het Christelijk geloof af te zweren en mohammedaanse te worden. Daarmee zouden zij zichzelf en hun families van deportatie kunnen redden. Heel wat jonge Armeense meisjes gaven hieraan gehoor. Zij werden meegenomen, maar hun families werden evenwel gedeporteerd.

Uiteindelijk, na wat omwegen, werd ook Aurora met haar moeder en de nog overgebleven gezinsleden meegevoerd. De huizen en de bezittingen die de Armeniërs achterlieten, werden geroofd en in beslag genomen. Dit alles was echter nog maar een begin van de verschrikkingen die hen te wachten stonden.

Geen steun

De hoofdstad Harpout of Harput van het district waarin Aurora woonde, was belangrijk genoeg voor consulaat-

schappen. Vanwege de oorlog was daar de Britse consul, die steeds een goede vriend en beschermer van Aurora's vader geweest was, vertrokken. De Amerikaanse consul, Les A. Davies geheten, was wel gebleven. Deze moet hebben gemerkt wat er zich in zijn district afgespeeld heeft. Uit een brief die hij op 30 juni 1915 geschreven heeft aan de Amerikaanse ambassadeur, kunnen we concluderen dat hij zelfs goed op de hoogte geweest is van de plannen van de Turken. Hij schreef onder meer het volgende:

"Excellentie, ik heb de eer aan de ambassade te rapporteren over een van de strengste maatregelen die ooit door een regering genomen zijn en over een van de grootste tragedies uit de geschiedenis. (...) Bijna alle mannelijke Armeniërs van enig aanzien zijn hier gearresteerd en gevangengezet. Een groot aantal van hen werd onderworpen aan de wreedste folteringen, waaraan sommigen bezweken zijn. (...) Er werd echter een andere manier gevonden om het Armeense ras te vernietigen. Deze behelst niet minder dan de deportatie van de gehele Armeense bevolking, niet alleen uit deze provincie maar, naar ik begrepen heb, uit alle zes de provincies, die samen Armenië vormen. (...) De reis die ze te wachten staat, betekent een vrijwel zekere dood voor het merendeel van hen. (...) De afgelopen drie dagen hebben grote aantallen mensen het consulaat en de Amerikaanse zending om hulp gevraagd. (...) Allen voelen dat zij de dood tegemoet gaan" 13 K

Er werd echter in deze oorlogssituatie niets tot steun van deze wanhopige mensen ondernomen. Turkije kon twee jaar lang, van 1915 tot 1917, ongehinderd zijn gang gaan. "Ik ben er zeker van dat de hele geschiedenis van het menselijke ras niet zo'n vreselijke episode kent als deze. De grote bloedbaden en vervolgingen in het verleden lijken bijna onbeduidend vergeleken met het lijden van het Armeense ras in 1915", zo schreef terecht Henry Morgenthau, de Amerikaan die van 1913 tot 1916 ambassadeur in het Ottomaanse Rijk was 14) .

De verschrikkingen op de reis

Tijdens de eindeloze voettocht stierven er velen als gevolg van honger, dorst en uitputting. Er vonden geregeld moordpartijen plaats door de begeleidende Turken of door rondtrekkende rovers. Jonge vrouwen werden vaak eerst nog misbruikt voordat ze gedood werden. Keer op keer werd er gestolen of geroofd, wanneer de Turken maar meenden iets van waarde te ontdekken. De nog aanwezige maagden werd keer op keer voorgelogen dat wanneer zij vrijwillig afstand zouden doen van het Christelijk geloof en in een harem zouden plaats nemen, zij hun familie konden redden. Uit wanhoop volgden keer op keer meisjes dit verzoek op. Aurora heeft niet ervaren dat ook maar een keer de Turken woord hielden. Deze meisjes werden verkocht in slavernij en hun familie afgevoerd, een wisse dood tegemoet. Ook

kinderen werden niet zelden op de meest wrede wijze gedood. Zodra de Turken merkten dat er geld was, stelden ze hun moorddadigheden even uit en vroegen voor alles geld, totdat het geld op was en ook die mensen vermoord konden worden. Kortom, ronduit beestachtig was het gedrag van de Turken tijdens deze massale deportaties die in feite zinloos en doelloos waren. Naar het heette, zou men naar de Syrische woestijn gebracht worden om daar in werkkampen te verkeren. Wanneer we dit plan serieus zouden nemen, dan ontbrak toch echt alles aan de logistiek. De Armeniërs bewust uitputten, verhongeren en van dorst doen omkomen, lijkt meer op de waarheid dan deportatie naar werkkampen. Het was dan ook geen wonder dat er vrouwen en kinderen bij waren die, gezien de langdurige gruwelen die zij ondervonden en moesten aanzien, hun verstand verloren en krankzinnig werden.

Nieuwe wreedheden

De uitvoering van het complete moordplan tegen de Armeniërs nam noodzakelijkerwijs een lange tijd in beslag. Het was immers een hele opgave om een heel volk om te brengen. Dit ging niet van de ene op de andere dag. Omdat Turkije in de oorlog van verscheidene kanten tegelijk werd aangevallen en omdat de zes Armeense provincies erg uitgestrekt waren, kon het uitmoorden en deporteren van de Armeniërs eenvoudigweg niet overal tegelijk beginnen. Dat blijkt ook uit het getuigenis van Aurora. Zij schrijft bijvoorbeeld op een gegeven moment:

"Het bericht van de gruwelen en deportaties was nog niet doorgedrongen tot alle dorpen die wij voorbijkwamen, daar de weg niet druk begaan werd. Wij kwamen aan een nederzetting van Armeniërs, waar

de vrouwen aan de wastobbe stonden, in de openbare wasplaats, slechts gedeeltelijk gekleed zoals de gewoonte is in dorpen in Turkije. Onze bewakers omringden die vrouwen dadelijk en dreven ze, zoals ze waren, midden onder ons. Toen brachten ze de mannen bij elkaar, die niet begrepen waarom men hun overlast aandeed, voordat wij het vertelden. Wij rustten op de weg, terwijl de soldaten alle huizen in dat dorp plunderden. Daarna staken ze het dorp in brand" 15 K

Onder andere omdat het aantal bewakers van hun stoet niet zo groot was, vormden de in de dorpen gevangengenomen mannen alleen maar een bedreiging voor de bewakers. Zij werden daarom al kort daarop allemaal omgebracht. Zo ging het met vele dorpen. Om overlast van gevangengenomen mannen te voorkomen werden deze eerst met leugens gerustgesteld, vervolgens geïsoleerd en daarna veelal onverhoeds en laf vermoord. Een en ander vormt een eindeloos refrein van de meest onvoorstelbare wreedheden.

Ten besluite

Uit het bovenstaande verslag kunt u zien dat er in zekere zin een nieuwe fase in de geschiedenis van het oorlogvoeren is gekomen, de fase van de zogenaamde 'totale oorlog'. Dat is een oorlog waarin niet alleen legers strijden, maar de hele maatschappij wordt ongewild het slachtoffer van een machtstrijd tussen overheden waar de burgers op zich niets mee te maken hebben. Wat een 'totale oorlog' inhoudt, is in het Westen tijdens de Eerste Wereldoorlog gruwelijk genoeg ervaren. In het Turkse-Ottomaanse rijk was niet alleen het leger, maar ook een groot deel van het bestuurs- en staatsapparaat en van de regionale en plaatselijke afdelingen van de regerende politieke beweging, de zogenaamde 'Jong-Turkse beweging', rechtstreeks bij de uitvoering en organisatie van de genocide betrokken. Hetzelfde moet gezegd worden van sommige delen van de plaatselijke Turkse, Koerdische en Arabische bevolkingsgroepen. Het Christelijke Armeense volk werd systematisch gedeporteerd, onteerd en vermoord. Dat naast

volwassenen ook kinderen werden vermoord, bewijst dat de moorden bedoeld waren om de Armeniërs uit te roeien. Turkse nationalisten, boeventuig en een aanzienlijk deel van de Turkse samenleving hebben meegewerkt aan de volkerenmoord. Deze genocide is een cruciale gebeurtenis, want het betekent een verlaging naar georganiseerde moord in oorlogstijd. De holocaust was hier in principe al ingezet. Helaas heeft ons collectieve geheugen de Armeense genocide min of meer vergeten. De schrijver van dit artikel heeft daarom het oude, Nederlandstalige boekje als aanleiding genomen om toch meer bekendheid aan het drama te geven, zeker nu Turkije nota bene lid wil worden van de EU zonder de Armeense genocide voor waar te erkennen. Een volgende keer zal Deo volente het verloop van de Armeense genocide worden vervolgd aan de hand van Aurora's getuigenis. In grote lijnen zal dan ook worden ingegaan op de situatie in 2008. We denken dan aan de Armeense kwestie, het EU-lidmaatschap en aan de hedendaagse achterstellingen en vervolgingen van Christenen in Turkije.

(wordt vervolgd)

Noten:

Noten: 1) H.L. Gates, Verkochte zielen. De geschiedenis van Aurora Mardiganian, het christen-meisje dat het groote Armeensche bloedbad ontkwam, Rotterdam z.j., p.1 (hierna te noemen: Verkochte zielen). 2) In een recent verschenen jeugdboek is het verhaal van Aurora opnieuw verteld: A. Boeder, Door het oog van de naald, 2003 Houten

3) Verkochte zielen, p. 1, 'Mijn opdracht' 4) Verkochte zielen, p. 3 5) Verkochte zielen, p. 3 6) A. Boeder, Door het oog van de naald, 2003 Houten, p. 174; 'Historische verantwoording'.

7) Verkochte zielen, p. 4 8) Verkochte zielen, p. 6-7 9) Verkochte zielen, p. 9-10 10) Verkochte zielen, ^. 11 11) Verkochte zielen, p. 11-12 12) Verkochte zielen, p. 26, 27 13) J. Winter en B. Bagget, 1914-1918. De Grote Oorlog en de vorming van de 20 ste eeuw, 1997 Weert, p. 119 14) D. Tromp, 'Armeense kwestie lakmoesproef voor Ankara', in: RD, 23 april 2005, p. 27

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 2008

In het spoor | 56 Pagina's

DE ARMEENSE VOLKERENMOORD TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG -1-

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 december 2008

In het spoor | 56 Pagina's