Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Raadslid en wethouder Pleun Schelling te Goudswaard

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Raadslid en wethouder Pleun Schelling te Goudswaard

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

Reeds voor de Eerste Wereldoorlog was Pleun Schelling (1868-1941) lid van de gemeenteraad van Goudswaard en dat is hij bijna dertig jaar gebleven. Daarnaast was hij ouderling in de Gereformeerde Gemeente, eerst te Nieuw-Beijerland (1913-1937) en daarna te Goudswaard (1937-1941). Hij heeft aan de wieg gestaan van de Gereformeerde Gemeente te Goudswaard. Al vanaf 1913 werd eenmaal per week op de zolder van zijn (ouderlijk) huis preek gelezen, daarna 's zondags in het kerkje 'Eben-Haëzer', dat in 1928 op zijn land aan de Molendijk tegenover zijn ouderlijk huis werd gebouwd. De gemeente was in die tijd nog een afdeling van Nieuw-Beijerland. In 1937 werd deze als zelfstandige gemeente geïnstitueerd.

Verder was de heer Schelling één van de oprichters van de School met de Bijbel te Goudswaard. Van het bestuur van deze school is hij eerst secretaris (1907-1912) en daarna lange tijd (1912-1941) voorzitter geweest1). Kortom, Schelling was in Goudswaard een vooraanstaand man. Hij heeft daar veel mogen betekenen voor kerk, school en overheid. Schelling was niet alleen een man met veel gaven, hij mocht ook genade bezitten. Volgens ds. W.C. Lamain sprak hij "graag over het leven Gods". Ds. Lamain overnachtte dan ook graag bij hem2).

Het viel mij op dat over deze geachte ambtsdrager betrekkelijk weinig geschreven is. Daarom nam ik me voor om iets over zijn leven te gaan schrijven. Spoedig bleek mij echter dat de heer L. Vogelaar uit Scherpenzeel bezig is met het schrijven van een boek over de familie Schelling. In goed overleg met hem zijn we samen overeengekomen dat ik me daarom hoofdzakelijk zal beperken tot de politieke nalatenschap van de heer Schelling.

Afkomst

Pleun Schelling is een zoon van Rochus Schelling (1836-1911) en Emmetje de Heer (1840-1872). Hij werd op 20 oktober 1868 te Goudswaard geboren. Na hem werden in dat gezin nog twee zonen geboren, namelijk Leendert (1870-1904) en Cornelis (1872-1947). Cornelis is de latere oprichter en bekende ouderling van de gereformeerde gemeente te Sioux Center in Amerika. Pleun, die landbouwer werd, trad op 15 mei 1902 in het huwelijk met Ariaantje Jacoba van de Erve (1878-1959), eveneens uit Goudswaard. Zij gingen wonen op de ouderlijke boerderij aan de Molendijk te Goudswaard. Het echtpaar heeft vijf dochters en vier zoons gekregen. Eén zoon is zeven dagen na de geboorte al overleden3).

'Lijst Schelling'

Pleun is het politiek-actief-zijn met de paplepel ingegeven. Zijn grootvader, Jan Schelling (1799-1877), was meer dan veertig jaar raadslid van Goudswaard en ruim 25 jaar wethouder4). Zijn vader werd in het jaar 1897 kandidaat gesteld voor de gemeenteraad. Een van de indieners van deze kandidaatstelling was zijn eigen zoon Pleun5). Na het overlijden van zijn vader (1911) werd Pleun zelf tot raadslid gekozen (1912). Niet voor de SGP, want die bestond toen nog niet, maar voor de 'Lijst Schelling', waarvan hij fractievoorzitter werd. Pleun Schelling was feitelijk een SGP-raadslid avant la lettre. Ook na de oprichting van de SGP is hij vermoedelijk voor de 'Lijst Schelling' in de raad blijven zitten, want waarschijnlijk werd pas na de Tweede Wereldoorlog, toen Schelling al gestorven was, voor het eerst een SGP-kiesvereniging te Goudswaard opgericht (1946)6).

Jarenlang wethouder

Tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog bestond de raad van Goudswaard slechts uit zeven raadsleden. Bij de verkiezingen van 1919, 1923 en 1927 behaalde de 'Lijst Schelling' vier van de zeven zetels7). De meerderheid dus! Het verwondert dan ook niet dat in die jaren de 'Lijst Schelling' de beide wethouders leverde. Dit waren Pleun Schelling en de latere ds. WH. Blaak8). Zo werd de gemeente Goudswaard 12 jaar lang bestuurd door twee met genade bedeelde wethouders.

In verband met zijn aanstaande vertrek als lerend ouderling naar Sint Philipsland wenste Blaak bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1931 niet meer op de kandidatenlijst te staan. Blaak nam afscheid van de gemeenteraad in de vergadering van 30 juni 1931. Hij werd door Schelling toegesproken. Deze memoreerde de goede samenwerking die er steeds met Blaak was geweest9).

Bij de verkiezingen van 1931 verloor de 'Lijst Schelling' een zetel en daarmee ging ook de confessionele meerderheid in de raad verloren. Bij de installatie van de raad ontstonden moeilijkheden10). De linkse meerderheid wilde het gekozen lid C. Groeneweg van de 'Lijst Schelling' niet toelaten. Een reden hiervoor werd niet gegeven. Tijdens een volgende raadsvergadering (28 september 1931) wilde de linkse raadsmeerderheid eerst overgaan tot het kiezen van twee wethouders en dan de geloofsbrieven van Groeneweg aan de orde stellen. Schelling en zijn fractiegenoot J.W. Achterberg verlieten echter de vergadering, waardoor het kiezen van wethouders vanwege het onvoltallig zijn van de raad voor de tweede maal niet door kon gaan. Op zaterdag 3 oktober kwam de raad opnieuw bijeen. De linkse meerderheid keurde de geloofsbrieven van de heer Groeneweg af. Vervolgens werd tegen de zin van Schelling overgegaan tot het kiezen van wethouders. Op grond van de Gemeentewet (artikel 90) was Schelling van mening dat er pas wethouders gekozen mochten worden als alle leden van de raad toegelaten waren. Zijn fractie weigerde daarom opnieuw om deel te nemen aan deze wethoudersverkiezingen. De raad zette echter de wethoudersverkiezingen toch door. Gekozen werden twee liberale wethouders.

Zowel burgemeester R. Tjalma alsook de leden van de 'Lijst Schelling' gingen tegen het niet toelaten van de heer C. Groeneweg in beroep bij de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Gedeputeerde Staten stelden hen in het gelijk, zodat de heer Groeneweg alsnog werd toegelaten. Waarschijnlijk zijn daarna ook de wethoudersverkiezingen overgedaan. In ieder geval is Schelling in 1931 alsnog tot wethouder gekozen11). En dat is hij gebleven tot 1939.

Bij de verkiezingen van 1939 werd hij wel als raadslid herkozen, maar niet meer als wethouder12). Had zijn lijst in 1935 nog drie zetels behaald, in 1939 maar twee meer. Het is niet aannemelijk dat toen een deel van de 'SGP-achterban' op een andere partij heeft gestemd. Daar Schelling volgens ds. W.H. Blaak "vaardigheid en bekwaamheid" bezat om de gemeentelijke problemen op te lossen13), is het meer aannemelijk dat hij voorheen ook veel stemmen gekregen heeft van mensen die niet tot de SGP-achterban behoorden, maar dat dit om de een of andere reden in 1939 minder het geval is geweest. Mogelijk vanwege zijn gezondheid of ouderdom. Bij de verkiezingen van 1939 was Schelling al zeventig. Al met al is Schelling zo'n twintig jaar wethouder van Goudswaard geweest14). In die tijd heeft hij drie burgemeesters meegemaakt, te weten: burgemeester A.H. Zahn (1889-1931), R. Tjalma (1931-1935) en S. Hammer (vanaf 1936). Waarschijnlijk is hij ook lange tijd locoburgemeester geweest. In ieder geval was hij dit in de periode van 1927 tot 193115).

Staatkundig Gereformeerd?

In Het Nieuws van den Dag van vrijdag 4 oktober 1912 werd er melding van gemaakt dat de heer Pl. Schelling met 103 stemmen - tegen 63 op de heer M. Hollander (liberaal) - gekozen was als antirevolutionair raadslid van de gemeente Goudswaard. In het Nieuwsblad dat in de omstreken van Goudswaard verscheen, werd in het nummer van 7 september 1923 verslag gedaan van recent gehouden wethoudersverkiezingen. In dat verslag werden de gekozen wethouders P. Schelling en W.H. Blaak eveneens aangeduid als behorende tot de AR. Acht jaar later daarentegen werd de heer Schelling in het dagblad Het Vaderland van 6 oktober 1931 gerekend tot de SGP-raadsleden. Vermoedelijk is noch het één noch het ander helemaal correct; hij vertegenwoordigde in de gemeenteraad van Goudswaard zeer waarschijnlijk steeds de 'Lijst Schelling'. Maar daarnaast zal hij na 1918 bij de provinciale en landelijke verkiezingen ongetwijfeld op de SGP gestemd hebben. In Goudswaard bestond voor de oorlog waarschijnlijk geen SGP-kiesvereniging. Daarom zou het best wel eens kunnen zijn dat hij als SGP-lid ingeschreven heeft gestaan bij de dichtstbijzijnde SGP-kiesvereniging. Dat was die van de naburige gemeente Nieuw-Beijerland, die in het verslagjaar 1931-1932 werd opgericht16).

Ook het volgende, door de heer J. Mastenbroek op schrift gestelde verhaal maakt dit aannemelijk. Met vriend en ouderling Aart van Bochove (1870-1954) uit Nieuw-Beijerland zat hij eens samen in een coupé van de stoomtram op weg naar een SGP-partijdag. Ze waren samen in druk gesprek gewikkeld over de SGP, over het programma van die dag, enzovoort. Tegenover hen zat een Joodse koopman. Deze vroeg ineens aan Schelling: 'Mag ik wat vragen, meneer?' Dat mocht. De koopman vroeg toen met een zekere verachting in zijn stem: 'De SGP, wat is dat nu eigenlijk voor iets?' Schelling gaf meteen een gevat antwoord. Hij boog zich wat minzaam naar voren en zei: 'Meneer, die SGP is een partij daar zou vader Abraham voorzitter van geweest zijn als hij nog leefde!'17).

Daar Schelling in 1941 gestorven is en er tijdens de Tweede Wereldoorlog geen partijdagen zijn gehouden, moet dit voorval voor de oorlog hebben plaatsgevonden.

Politiek optreden

Er is bij gebrek aan (uitvoerige) bronnen helaas niet zo heel veel te melden over de politieke werkzaamheden en de principiële inbreng van Schelling. De gemeente-raadsnotulen zijn erg beknopt. Daarbij komt dat Goudswaard weliswaar geen armlastige gemeente was, maar toch slechts smalle financiële marges kende. Tijdens de crisisjaren (circa 1929 tot circa 1939) moest men 'op de winkel passen'. Daarom werd er relatief weinig ondernomen. Een uitzondering vormde de forse investering met betrekking tot de Burgemeester Zahnweg. Een gedeelte van deze weg was eigendom van de diaconie van de plaatselijke Hervormde Gemeente. Een groot gedeelte van de diaconale grond was in eeuwigdurende erfpacht uitgegeven aan verscheidene inwoners. Vaak was er op de grond die in erfpacht gegeven was, een woning gebouwd. De burgerlijke gemeente, die de Burgemeester Zahnweg moest onderhouden, wilde de gehele weg in eigendom verwerven. Dankzij medewerking van de diaconie, die grond verkocht aan de gemeente, en dankzij de inwoners die afstand deden van het recht van erfpacht, kwam de weg geheel in eigendom bij de gemeente18).

Waarschijnlijk was er in de kleine gemeente Goudswaard geen strikte verdeling van de portefeuilles in het College van B en W. Een aantal zaken zullen de collegeleden gezamenlijk afgehandeld hebben. Ook daarom is er maar weinig over de opstelling van Schelling te vinden. Toch kunnen wel een aantal zaken genoemd worden waarbij Schelling een principieel geluid liet horen.

Op 29 maart 1924 kwam in de gemeenteraad een verzoek van het muziekgezelschap 'De Volharding' aan de orde. Dit gezelschap wilde het gymnastieklokaal van de openbare lagere school enkele dagen gebruiken voor het houden van een bazar. Op het programma stonden onder andere muziek- en toneeluitvoeringen. Schelling en Blaak konden hiermee niet instemmen; zij stemden tegen19).

Op 12 april 1930 wees wethouder Blaak erop dat tijdens de zondagse kerkdiensten de cafés in de gemeente Goudswaard geopend waren. Volgens hem werd er zelfs gebiljart. De burgemeester beloofde hiernaar een onderzoek in te stellen. Een en ander had uiteindelijk tot gevolg dat bijna een jaar later (21 maart 1931) door Schelling - mede namens zijn fractiegenoten de heren C. van der Burgh, F.J. Villerius en W.H. Blaak - het volgende voorstel werd ingediend: "Hij die voor het publiek gelag zit, is verplicht zijn voor het publiek toegankelijke lokaliteiten en aanhorigheden gesloten te hebben van 's avonds tien uur tot 's morgens vier uur en op zondag de gehele dag". Na een langdurige bespreking bracht de voorzitter het voorstel in stemming, waarbij het met vier tegen twee en één onthouding werd aangenomen20). Het spreekt voor zich dat de vier voorstemmers Schelling, Van der Burgh, Villerius en Blaak zijn geweest.

In 1936 verleende het college aan de plaatselijke voetbalvereniging 'Be Quick' toestemming tot het houden van een verloting. Wethouder Schelling verklaarde zich ertegen21). Ook stemde hij tegen het voorstel om tijdens het Oranjefeest van 14 september 1938 het gemeentehuis te verlichten voor vijftig gulden en aan het organiserend comité een bijdrage in de kosten te verlenen van vijfenzeventig gulden22).

Een voorstel om aan de Hollandsche Maatschappij van Landbouw vijfentwintig gulden subsidie te verlenen voor het organiseren van een landbouwtentoonstelling (1939), kon evenmin op zijn instemming rekenen23). De reden is niet bekend. Ook verklaarde hij zich tegen een voorstel om de gemeente te verzekeren tegen wettelijke aansprakelijkheid (1939)24).

Ten besluite

Het is (nog) niet helemaal zeker of wethouder Schelling op papier lid van de SGP is geweest, maar een SGP-er in de praktijk is hij wel geweest. Uit de enkele, hierboven gegeven voorbeelden van zijn stemgedrag bij principiële aangelegenheden blijkt dit duidelijk.

Noten:

1) B. Schelling, P. Schelling en B. Schelling, De familie Schelling uit de Hoeksche Waard, Schoorl 1994, p. 102-103 (hierna te noemen: Schelling)

2) J.W. Lamain / H. Beijeman / H. Natzijl, Leven en werk van ds. W.C. Lamain, Houten 1999, p. 169

3) Schelling, p. 102-103

4) Schelling, p. 50-51

5) Archief gemeente Goudswaard 1697-1940, toegangsnummer 653, inv. nr. 165 (hierna te noemen: Archief Goudswaard)

6) Zie: 'Goudswaard', in: De Banier, 26 april 1946 en de Notulen van de SGP-kiesvereniging te Goudswaard in de jaren 1946 en 1947

7) Archief Goudswaard, inv. nr. 165. De lijst 'Schelling' behaalde als 'lijst 2' in 1919 en 1923 4 raadszetels. In 1927 opnieuw 4 raadszetels. In 1931 als 'lijst 1' drie raadszetels, in 1935 als 'lijst 3' opnieuw 3 raadszetels en in 1939 als 'lijst 1' twee raadszetels.

8) Archief Goudswaard, inv. nr. 165 en 170

9) Archief Goudswaard, inv. nr. 53

10) Archief Goudswaard, inv. nr. 53. Zie ook: 'Een gemeente zonder wethouders', in: Het Vaderland, 29 september 1931; 'Niet toegelaten raadsleden', in: Het Vaderland, 14 oktober 1931; 'Moeilijkheden in den raad van Goudswaard', in: Het Vaderland, 6 oktober 1931 en 'De kwestie te Goudswaard', in: Het Vaderland, 31 oktober 1931

11) Archief Goudswaard, inv. nr. 53 en 54

12) Archief Goudswaard, inv. nr. 55

13) Zie: HA. Krijgsman, 'In eenvoudigheid en oprechtheid Gods. Ds. W.H. Blaak als raadslid/wethouder te Goudswaard', in: In het Spoor, december 1999, p. 180. Zijn artikel is mij van veel nut geweest bij het schrijven van dit artikel.

14) De wedde van wethouder Schelling bedroeg in het jaar 1921 honderdvijf gulden per jaar en in het jaar 1930 honderdtwintig gulden per jaar. Zie: Archief Goudswaard, inv. nr. 157

15) G. Schilperoort, Goudswaard in oude ansichten, dl. 2., Zalt-bommel/Zierikzee 1985, afb. 21.1; Archief Goudswaard, inv. nr. 52-55 en 125

16) W.Chr. Hovius e.a., Van goedertierenheid en trouw; 75 jaar Staatkundig Gereformeerde Partij: 1918-1993, 1993, p. 300

17) J. Mastenbroek, 'Ouderling Aart van Bochove (1870-1954)', in: Oude Paden, 1 september 2001, p. 6-18

18) Archief Goudswaard, inv. nr. 54 en 62

19) Zie: HA. Krijgsman, 'In eenvoudigheid en oprechtheid Gods. Ds. W.H. Blaak als raadslid/wethouder te Goudswaard', in: In het Spoor, december 1999, p. 178

20) Zie: HA. Krijgsman, 'In eenvoudigheid en oprechtheid Gods. Ds. W.H. Blaak als raadslid/wethouder te Goudswaard', in: In het Spoor, december 1999, p. 179-180

21) Archief Goudswaard, inv. nr. 62

22) Archief Goudswaard, inv. nr. 62

23) Archief Goudswaard, inv. nr. 62

24) Archief Goudswaard, inv. nr. 62

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2011

In het spoor | 56 Pagina's

Raadslid en wethouder Pleun Schelling te Goudswaard

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 2011

In het spoor | 56 Pagina's