Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Waarvoor kiest de SGP: de AR- of de staatkundig gereformeerde lijn?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waarvoor kiest de SGP: de AR- of de staatkundig gereformeerde lijn?

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft de verwerpelijke uitspraak van de Nederlandse Hoge Raad (april 2010) dat het uitsluiten van vrouwen op SGP-kandidatenlijsten “onaanvaardbaar” is, niet van tafel geveegd (10 juli 2012). Omdat er nu geen hoger beroep meer mogelijk is, heeft volgens de uitspraak van de Hoge Raad de staat nu de opdracht om passende maatregelen tegen de SGP te treffen zodat de partij onder druk komt te staan om vrouwen op haar kieslijsten toe te laten. In dat kader heeft de Nederlandse regering aan het hoofdbestuur van de SGP gevraagd welke consequenties de partij denkt te verbinden aan de uitspraken van het Hof en de Hoge Raad. De partij zal hierop binnen afzienbare tijd antwoord moeten geven. Het hoofdbestuur verwacht de besluitvorming hierover Deo volente dit voorjaar op een extra huishoudelijke vergadering te kunnen afronden1. Daaraan voorafgaand zullen alle kiesverenigingen zich hierover moeten buigen en moeten bepalen welk stemadvies of -mandaat ze aan hun afgevaardigden naar die huishoudelijke vergadering meegeven. Met het oog daarop willen we in dit artikel - buiten hetgeen we in het vorige nummer hierover al geschreven hebben in de vorm van een samenspraak2 - nog enkele zaken onderstrepen en/of verhelderen.

Beginselprogramma en Toelichting

In de eerste plaats willen we u onder ogen brengen wat het huidige SGP-beginselprogramma en de officiële toelichting daarop over het kandideren van vrouwen op politieke kieslijsten zegt. In artikel 7 lezen we:

“Gods Woord leert dat man en vrouw krachtens de scheppingsorde een eigen specifieke, van elkaar onderscheiden roeping en plaats hebben ontvangen. In deze orde is de man het hoofd van de vrouw. Maatregelen ter erkenning van de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen worden positief beoordeeld. Elk emancipatiestreven dat de van God gegeven roeping en plaats van mannen en vrouwen miskent, is revolutionair en moet krachtig worden bestreden [vet; AV].”3

Vervolgens wordt in artikel 10 onder meer gesteld:

“De opvatting van het vrouwenkiesrecht voortkomend uit een revolutionair emancipatiestreven, strijdt met de roeping van de vrouw. Dat laatste geldt ook voor het zitting nemen van de vrouw in politieke organen, zowel vertegenwoordigende als bestuurlijke. (…)”4

Naar aanleiding van deze laatste zin wordt in de Toelichting het volgende opgemerkt:

“Op de Algemene Vergadering van 1920 waren de afgevaardigden al unaniem van oordeel dat het passief vrouwenkiesrecht [het recht om als vrouw op een kieslijst geplaatst en gekozen te kunnen worden; AV] afgewezen diende te worden. Er was toen nog niet zoveel reden om daar breed over te handelen. Van de zijde van de linkse partijen was er al wel het drijven om vrouwen in de Kamer te krijgen. (…) Thans is sprake van een bijna algemene acceptatie van dit streven. Steeds meer wordt er aangedrongen om de vrouw de plaats te geven, die haar naar de gedachten van de geest van deze tijd toekomt. Op de lijsten van nagenoeg alle politieke partijen krijgen de vrouwen een plaats bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer, de Eerste Kamer, de Provinciale Staten en de gemeenteraden. (…)

Voor de SGP is het regeerambt voorbehouden aan de man. De partij is van oordeel dat er voor de vrouw geen plaats is in een politiek orgaan. De erkenning van het hoofd-zijn van de man sluit de regering uit voor de vrouw. (…) Zij mag met de eigen haar van God gegeven talenten dienstbaar zijn tot Gods eer en tot welzijn van de naaste. Dat is echter iets anders dan regeren in het kerkelijke of politieke leven. Vandaar dat hier ook staat: ‘Dat laatste geldt ook voor het zitting nemen van de vrouw in politieke organen, zowel vertegenwoordigende organen als bestuurlijke’.”5

Kortom, het beginselprogramma zegt ondubbelzinnig dat het zitting nemen - en derhalve ook het kandideren en benoemen - van vrouwen in politieke organen, zowel vertegenwoordigende als bestuurlijke, in strijd is met de Bijbelse plaats en roeping van de vrouw, en daarom revolutionair is en krachtig bestreden dient te worden.

Beginselstudies

In de loop der jaren zijn binnen de SGP al meer dan eens de Schriftgegevens met betrekking tot de Bijbelse plaats van de vrouw op een rij gezet en bestudeerd. Dit was bijvoorbeeld het geval in de brochure In haar waarde. Het emancipatie-drijven getoetst aan Gods Woord, die het SGP-hoofdbestuur in februari 1984 aan de partij heeft aangeboden. In de vervolgbrochure, In haar waarde II (november 1984), waarin “overwegingen bij het stemmen door vrouwen” werden geventileerd, werd ten aanzien van het passieve vrouwenkiesrecht concluderend - op grond van de Schriftgegevens uit de vorige brochure - het volgende gesteld en gezegd:

“Het is voor de SGP een zaak van beginsel dat het regeerambt is voorbehouden aan de man. Wie de Schriftgegevens in de nota ‘In haar waarde’ wil honoreren, kan niet anders besluiten. Ten deze wordt tot het regeerambt gerekend elk benoemd en gekozen overheidsorgaan. Het moet onder ons bondig en vast zijn dat het regeerambt van de overheid het uitgesproken terrein is van de man. Daarover bestaat eenheid onder ons [vet; AV]. Het regeerambt strijdt met de roeping van de vrouw. Hoe ze ook meespre-ke en meediene, ze erkenne het leiderschap van de man. Dat ze zwijgt en stil is, heeft staatkundig maar één mogelijke vertaling: het overheidsambt van de vrouw is niet in overeenstemming met Gods Woord. Als het in de Bijbel voorkomt, is het onder bijzondere omstandigheden (Debora en Hulda). Nooit wordt het regel. Zoals ook een koningin in Nederland niet de regel behoort te zijn, maar de uitzondering, die het bijzondere van de afwezige koning accentueert.“6

Vervolgens heeft de partij dit afwijzend standpunt inzake het passieve vrouwenkiesrecht in 1993 met een ruime meerderheid en in 1996 en 2006 nogmaals met een meer dan tweederdemeerderheid bevestigd als zijnde Schriftuurlijk. Ook in 2006 was er dus binnen de partij op dit punt nog een grote mate van eensgezindheid.

Ten behoeve van de besluitvorming in 2006 had het hoofdbestuur de Schriftgegevens inzake de Bijbelse plaats van de vrouw opnieuw bijeenverzameld, bestudeerd en van een uitvoerige toelichting voorzien en dit vervolgens uitgegeven in de vorm van een brochure onder de titel van: Man en vrouw schiep Hij hen. Politieke participatie in Bijbels perspectief. Ook in deze heldere en gedegen (uitgezonderd het laatste hoofdstuk) brochure luidt de conclusie:

“Als we alle Schriftgegevens op ons laten inwerken (…), dan komen we tot de conclusie dat de Bijbel het regeerambt voorbehoudt aan de man. Dit is ook de overtuiging die de SGP al sinds de oprichting uitdraagt. In artikel 10 van het beginselprogram wordt uitgesproken dat het strijdt met de roeping van de vrouw om zitting te nemen in politieke organen. Het Schriftonderzoek in deze brochure bevestigt deze overtuiging.”7

Al met al behoeft het dus thans binnen de SGP geen punt van discussie meer te zijn of het toelaten van vrouwen op kandidatenlijsten geoorloofd is of niet. Het is al meer dan eens vanuit de Schrift onderzocht met steeds hetzelfde resultaat: het is niet geoorloofd. Bovendien is dit standpunt een- en andermaal door de partij bevestigd als zijnde Schriftuurlijk.

Belijden: we kunnen niet anders

“Elk emancipatiestreven dat de van God gegeven roeping en plaats van mannen en vrouwen miskent, is revolutionair en moet krachtig worden bestreden” (artikel 7). De door de Clara’s en door vele andere niet-SGP’ers uitgeoefende druk op de SGP om vrouwen op haar kieslijsten toe te laten, is duidelijk zo’n streven. Wie onder ons zal dit willen ontkennen. Hierin kunnen en mogen we dus niet meegaan, ja, dit streven moet “krachtig worden bestreden”, zegt het beginselprogram. Het beginselprogram geeft dus feitelijk al antwoord op de vraag wat het hoofdbestuur, de partijleden en eenieder van ons in de huidige situatie hebben te doen: belijden dat we naar uitwijzen van de Schrift het voor God niet kunnen verantwoorden om vrouwen toe te laten op de kandidatenlijsten. Belijden dat we deze emancipatieafgod niet kunnen en niet mogen eren, ja, in woord en geschrift, en in leer en leven moeten bestrijden. Om dan met Luther uit te roepen: ‘Hier staan we, wij kunnen niet anders’. Gelet op de aangehaalde artikelen uit het beginselprogram en op de uit de Schrift getrokken conclusies in de genoemde SGP-brochures alsmede op de eerder genomen partijbesluiten in dezen, had het hoofdbestuur op de vraag van de regering welke consequenties de SGP gaat verbinden aan de uitspraak van het EHRM, meteen al de zojuist geschetste helderheid kunnen en moeten verschaffen, zowel richting de regering als richting de partij. Want we kunnen er lang of kort over praten, het toelaten van vrouwen op kieslijsten is gewoon geen Bijbelse optie; die duidelijkheid was er al. Dit standpunt thans vanwege de situatie te wijzigen zou niets anders zijn en is niets anders dan het bedrijven van een onbijbelse antirevolutionaire situatiepolitiek en -ethiek. Wie wil dit?

Maar… dan worden de SGP-kandidatenlijsten mogelijk helemaal niet meer goedgekeurd? Dat is nog zeer de vraag, maar dat zou inderdaad op termijn de uiterste consequentie kunnen zijn. Echter, het is beter met God te ‘verliezen’, dan zonder God te ‘winnen’. Of zoals ds. G.H. Kersten het destijds zei met het oog op de compromispolitiek van de antirevolutionairen: “Winnen met inboeten van heilige beginselen is verliezen”. “Zulk een strijd zal de zegen missen” en “de afglijding van de rotsgrond van de beginselen wordt er te sterker door.”8 De Heere vraagt van ons gehoorzaamheid!

Appels met peren vergeleken

De schrijver van het hoofdredactioneel RD-commentaar van 15 oktober 2012 beweerde dat het toelaten van vrouwen op kieslijsten in deze situatie - als compromis om erger te voorkomen - wel een Bijbels geoorloofde optie is. Hij beriep zich daarvoor op wat de Heere Jezus in Mattheüs 19 over het niet mogen verlaten van de vrouw en de scheldbrief gezegd heeft én wat de kanttekenaren daarbij aangetekend hebben. De kanttekenaren merkten bij de vraag van de farizeeën: Waarom heeft dan Mozes geboden een scheidbrief te geven en haar te verlaten? (Matth. 19:7) namelijk op:

“Mozes heeft wel geboden een scheidbrief te geven, tot ontschuldiging van de vrouw, die ten onrechte alzo verlaten of gescheiden werd; doch zulk verlaten heeft hij nooit goedgekeurd, maar hetzelve alleen om hun stijfhartigheid overzien, gelijk de overheden somtijds enige dingen moeten toelaten om groter kwaad te voorkomen, die zij anders zouden moeten weren, gelijk ook Christus dat woord toelaten in Zijn antwoord gebruikt en de farizeeën zelven (Mark. 10:4).”9

De RD-commentator paste de situatie van Israëls overheid die vanwege de hardigheid des harten van het volk het aan macht ontbrak om het recht, te weten het echtscheidingsverbod, zonder grote schade ten volle te handhaven en daarom noodgedwongen tijdelijk niet verder kon gaan dan het treffen van een het echtscheidingskwaad beteugelende en afremmende maatregel als de scheidbrief, zomaar toe op de situatie van de SGP. Daarmee vergeleek hij echter appels met peren. Want ten eerste wordt door het voorgestelde compromis - het toelaten van vrouwen op de SGP-kieslijsten - het kwaad van de emancipatie helemaal niet afgeremd, maar juist bevorderd, terwijl de scheidbrief het kwaad afremde. Een tweede wezenlijk verschilpunt is dat in Israël het echtscheidingsverbod bleef bestaan, maar van de SGP wil men dat het ‘toelatingsverbod’ geschrapt wordt. Ja, men eist van de SGP om voortaan actief iets te gaan doen dat Bijbels ongeoorloofd is, namelijk het kandideren van vrouwen, in plaats van het kwaad af te remmen zoals de Israëlitische overheid met de scheidbrief deed. Dat is een heel wezenlijk verschil. Kortom, een beroep op de scheidbrief gaat hier niet op; het compromis, het kandideren van vrouwen, kan niet verdedigd worden met een beroep op de scheidbrief.

Een gewichtige keus

Stel nu dat het beroep van de RD-commentator op de scheldbrief wel rechtmatig zou zijn, dan zullen nog heel wat SGP-beginselen het veld moeten ruimen. Denkt u o.a. maar aan het Bijbelse standpunt inzake homoseksualiteit en aan het ‘alleenrecht van de Heere’ op het onderwijs dat in artikel 17 van het SGP-beginselprogram als volgt verwoord is: “Op de overheid rust de zorg, dat al het onderwijs overeenkomstig de norm van Gods Woord is.” (zie noot 10). Deze standpunten zijn zwaar discriminerend, althans volgens de huidige overheid en vele Nederlanders (maar niet in wezenlijkheid noch in werkelijkheid). Zij zijn in strijd met de ‘gelijkheid’, een aanstoot, nadelig voor de partij. Dus… maar opgeven! Door de ARP werden destijds zulke compromissen met de tijdgeest volop gesloten. Juist mede daarom is toen naast de ARP de Staatkundig Gereformeerde Partij opgericht, die het onverkort vasthouden aan de op Gods Woord gegronde beginselen voorstond. En het waren ook de antirevolutionairen die de scheldbrief als haarlemmerolie gebruikten om allerlei compromissen inzake de beginselen richting hun achterban goed te praten. De SGP daarentegen keurde dit beroep op de scheldbrief terecht af. De staatkundig gereformeerden van toen zagen ook goed in dat er zo bij de ARP geen beginselen meer zouden overblijven, en dat is in de praktijk waarheid gebleken.

Een en ander betekent wel dat de SGP thans concreet voor een zeer gewichtige keus staat: of kiezen voor de uit de Schrift voortvloeiende staatkundig gereformeerde denklijn van het onverkort handhaven van de beginselen, die de toekomst heeft, want de Heere regeert en wie Hem eert, zal Hij eren. Of kiezen voor de onbijbelse compromispolitiek van de antirevolutionairen waarbij uiteindelijk het ene na het andere beginsel het veld zal moeten ruimen en van de partij niets anders over zal blijven dan een verwaterde partij. Waarvoor kiest u? Als nu de deur voor het kandideren van vrouwen wordt opengezet, zal na verloop van tijd het Schriftuurlijke vrouwenbeginsel binnen de partij geheel afgedankt en vergeten zijn. En men behoeft geen profeet te zijn dat op den duur de aanvallen zich dan zullen gaan verplaatsen naar het kerkelijke terrein.

Onpeilbare schade

Een andere reden waarom niet dan met grote schade voor het toelaten van vrouwen op de SGP-kieslijsten gekozen kan worden, is gelegen in het feit dat al bijna 95 jaar lang door de SGP uitgedragen is dat het kandideren van vrouwen tegen de Bijbel ingaat. Bijna geheel Nederland weet dat dit het standpunt van de SGP is. Wanneer de SGP er dan nu voor zou kiezen om wel vrouwen te gaan kandideren, dan breekt er iets bij veel buitenstaanders. Dan is de SGP niet langer puur in hun ogen. Dan zegt men: ‘Dat spreken van onoverkomelijke bezwaren is allemaal maar huichelen geweest, want nu het hun slecht uitkomt, nu het erop aankomt, gaan ze overstag.’ En: ‘Toch doen wat steeds beleden is zonde te zijn, dat is niet oprecht, dat is niet integer!’ Een en ander zal aan de geloofwaardigheid van de SGP ernstig afbreuk doen. De SGP kan dan niet meer zeggen dat Bijbelse beginselen onopgeefbaar zijn! Zo wordt dan onpeilbare schade toegebracht aan de zaak waar het om gaat: de ere Gods. En tegelijk ook aan het hoofddoel van de SGP: het tot meerdere erkenning brengen van de Bijbelse beginselen in den lande. Niet doen dus! Laat de SGP juist nu de daad bij het Woord voegen!

Ten besluite

Als grond voor de vereiste onderwerping en onderdanigheid van de vrouw aan de man wijst Paulus ons in de eerste plaats terug naar de schepping: Want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva (1 Tim. 2:13; zie ook: 1 Kor. 11:8). De onderschikking van de vrouw aan de man is een scheppingsorde. Hij schiep de vrouw uit de man en ter hulpe van de man, zo blijkt uit diverse Bijbelteksten. Daarna voert Paulus aan dat niet Adam eerst verleid is geworden, maar de vrouw verleid zijnde, is in overtreding geweest (1 Tim. 2:14). Ze miskende haar hoofd en bracht vervolgens haar hoofd tot de zonde. Dit is een reden te meer, zo concludeert Paulus, dat de vrouw zich nu moet laten leren in stilheid, in onderdanigheid.

En verder lezen we ook in 1 Korinthe 11 vers 3 dat de man het hoofd van de vrouw: Doch ik wil dat gij weet dat Christus het Hoofd is eens iegelijken mans, en de man het hoofd der vrouw, en God het Hoofd van Christus. “De formulering in de grondtekst maakt duidelijk dat Paulus hier niet alleen het oog heeft op de verhouding binnen het huwelijk, maar het algemeen houdt: het mannelijk geslacht is het hoofd van het vrouwelijk geslacht.”11 Hierom en omdat het een scheppingsorde is, geldt dit hoofd-zijn niet alleen binnen het huwelijk en de kerkelijke gemeente, maar algemeen in het maatschappelijke leven en dus ook voor het politieke leven.

Omdat deze hiërarchische ordening door God gegeven en gewild is, mag niemand die, ook de SGP niet, naar eigen goeddunken - bijvoorbeeld omdat het ons voordelig lijkt: de SGP kan haar zetels blijven innemen of zelfs meer zetels winnen - veranderen of afschaffen. En wie Mattheüs 5:19 hierbij overdenkt, zal begrijpen dat het eigenmachtig veranderen van een Bijbelse richtlijn niet dan schade kan opleveren. Mocht de Heere dan ook het SGP-hoofdbestuur, de partij en eenieder van ons ervoor bewaren om in dezen af te wijken op zijwegen, om de oude palen terug te zetten die onze vaderen op Bijbelse gronden gemaakt hebben (Spr. 22:28)!

Noten:

1) Zie: M.F. van Leeuwen, ‘Mededeling van het hoofdbestuur’, in: De Banier, 13 oktober 2012, p. 20, en M.F. van Leeuwen, ‘Bruggen slaan!?’, in: De Banier, 10 november 2012, p. 4

2) Zie: In het Spoor, oktobernummer 2012, p. 183-189

3) Toelichting op het program van Beginselen van de Staatkundig Gereformeerde Partij, ‘s-Gravenhage 2003, p. 37 (hierna te noemen: Toelichting)

4) Toelichting, p. 48

5) Toelichting, p. 52-53

6) In haar waarde, november 1984, p. 7

7) Man en vrouw schiep Hij hen. Politieke participatie in Bijbels perspectief, ‘s-Gravenhage 2006, p. 27

8) Zie: In het Spoor, oktobernummer 2012, p. 185

9) Zie het hoofdredactioneel commentaar ‘SGP voor lastige keus’ in het RD van 15 oktober 2012

10) De RD-commentator beweerde dat de SGP reeds vanaf het begin in 1918 “een flinke concessie” heeft gedaan aan de belijdenis “dat God soeverein is”, door deel te nemen aan de democratie, en “aan het beginsel dat alle openbaar onderwijs Christelijk moet zijn” door de vrijheid van onderwijs te accepteren. Beide opmerkingen zijn niet juist, want het accepteren van de democratie als vorm (wel als norm) is in principe geen concessie aan de belijdenis van Gods soevereiniteit en de vrijheid van onderwijs is onder leiding van de eerste SGP-voormannen, ds. G.H. Kersten, ds. P. Zandt en ir. C.N. van Dis sr., nooit geaccepteerd, maar steeds krachtig verworpen en dat behoort volgens het huidige beginselprogram nog zo te zijn!

11) Zie: L.M.P Scholten, ‘Scheppingsorde’, in: De Wachter Sions, 29 mei 2003; J. van Bruggen, Emancipatie en Bijbel, Amsterdam 1984, p. 31 en J. Mulder e.a., Gelijkheid als dwang. Emancipatie en overheidsbeleid, Houten 1992, p. 25-26

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 2012

In het spoor | 64 Pagina's

Waarvoor kiest de SGP: de AR- of de staatkundig gereformeerde lijn?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 2012

In het spoor | 64 Pagina's