Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een korte nabeschouwing

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een korte nabeschouwing

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 16 maart jongstleden is de SGP in een extra huishoudelijke vergadering bijeengeweest om een besluit te nemen over het HB-voorstel inzake het kandideren van vrouwen op SGP-kieslijsten. Dit artikel vormt een korte nabeschouwing daarop.

Het hoofdbestuur had op 14 januari jongstleden onder druk van de Hoge Raad aan de partij voorgesteld om de volgende clausule in het Algemeen Reglement van de SGP op te nemen:

"Gelet op het arrest van de Hoge Raad van 9 april 2010 (LJN BK4547 en BK4549) kan artikel 10 van het Program van Beginselen bij de kandidaatstelling als bedoeld in de artikelen 13b tot en met 17 van dit Algemeen Reglement rechtens niet aan kandidaten worden tegengeworpen."1

Door een met nipte meerderheid aanvaard amendement van de PKV-Rhenen werd dit HB-voorstel tijdens de huishoudelijke vergadering van 16 maart als volgt gewijzigd:

"Gelet op het arrest van de Hoge Raad van 9 april 2010 (LJN BK4547 en BK4549) kan het geslacht van kandidaten bij de kandidaatstelling als bedoeld in de artikelen 13b tot en met 17 van dit Algemeen Reglement rechtens niet aan kandidaten worden tegengeworpen."2

Vervolgens werd het gewijzigde HB-voorstel in stemming gebracht. In totaal bleken 320 afgevaardigden voor het opnemen van deze clausule in het Algemeen Reglement te zijn, 85 afgevaardigden tegen en 1 blanco. Dit betekent dat het geamendeerde HB-voorstel met overgrote meerderheid van bijna tachtig procent werd aanvaard. Helaas! Een droeve zaak.

Minister Plasterk tevreden

Naar aanleiding van dit besluit heeft minister R.H. A. Plasterk op 26 maart 2013 een brief naar de Tweede Kamer gestuurd. Daarin schreef hij:

"Deze wijziging heeft tot gevolg dat bij de kandidaatstelling voor verkiezingen van de gemeenteraad, Provinciale Staten, Tweede Kamer, Eerste Kamer en Europees Parlement het geslacht van kandidaten hen rechtens niet kan worden tegengeworpen. Concreet betekent dit dat voortaan ook vrouwen van de SGP zich kunnen kandideren voor hun partij. Met het besluit van de SGP (...) is de kandidaatstellingsprocedure bij de SGP in overeenstemming gebracht met het geldende recht zoals dat door de Hoge Raad is uitgelegd. Daarmee is de noodzaak voor de Staat om (verdere) maatregelen te treffen vervallen."

Minister Plasterk toonde zich dus tevreden met het genomen besluit. Voor hem heeft deze zaak nu afgedaan; hij ziet nu geen redenen meer om (verdere) maatregelen te treffen.3

Clara Wichmann niet tevreden

Het Proefprocessenfonds Clara Wichmann, de aanstoker van het geheel, is daarentegen niet tevreden, zo wordt duidelijk uit een brief die dit fonds op 25 februari 2013 aan de leden van de Tweede Kamer heeft gezonden. Het fonds redeneert als volgt: uit het arrest van de Hoge Raad blijkt

"dat de leden van de SGP (ten onrechte) rechtens zijn gebonden aan artikel 10 van haar Beginselprogramma. Het lidmaatschap van de SGP vereist immers dat het doel en de grondslag van de partij wordt onderschreven (artikel 4 van de Statuten).

Het besluit van de SGP tot aanpassing van het partijreglement leidt derhalve tot strijdigheid met de verenigingsstatuten en is derhalve nietig, zoals is bepaald in artikel 2:14 BW. Hiernaast zal de SGP aan de enkele kandidaatstelling van een vrouw kunnen tegenwerpen dat de kandidaatstelling weliswaar 'rechtens' toelaatbaar is, aldus de SGP, maar toch in strijd met artikel 10 van het Beginselprogramma."

Het lijkt er dus niet op dat de heren en dames van het Clara Wichmanninstituut nu de strijdbijl gaan begraven. Men wil feitelijk ook nog weg hebben dat eenieder die SGP-lid is of wil worden, verplicht artikel 10 van het beginselprogram moet onderschrijven. Verder wil men in de Kieswet als extra taak van het Centraal Stembureau laten opnemen dat dit bureau bij het indienen van een kandidatenlijst beoordeelt "of er bij het samenstellen van deze lijst is gediscrimineerd (op welke grond dan ook)." Hun uiteindelijke doel daarmee is duidelijk: een kieslijst weigeren als er geen vrouwen op staan.

Inconsequent

Binnen de SGP wordt helaas al jarenlang de hand gelicht met het onderschrijven van artikel 10. Niet zozeer formeel, maar wel in de praktijk. Want al jarenlang worden personen die niet kunnen instemmen met artikel 10, als nieuwe leden aangenomen en zelfs kandidaat gesteld op de kieslijsten van de SGP. Deze ernstige inconsequentie, dit los omgaan met het beginsel inzake de plaats van de vrouw, wreekt zich nu. Doordat men al jarenlang mannen die het niet eens zijn met artikel 10, toegelaten heeft als kandidaat, heeft men nu rechtens geen been meer om op te staan om vrouwen die het niet eens zijn met artikel 10, van de kandidatenlijst te weren. Daarom, men kan zeggen wat men wil, maar met de huidige aanpassing van het Algemeen Reglement is de deur voor het kandideren van vrouwen op de SGP-kieslijsten echt opengezet. Minister Plasterk heeft dit goed door, vele SGP'ers helaas niet.

Gode meer gehoorzaam

Het SGP-hoofdbestuur en de partij hadden in dezen Gode meer gehoorzaam moeten zijn dan de mensen door of niets in het Algemeen Reglement op te nemen of door iets op te nemen in de zin van dat ondanks de eis van de Hoge Raad (namelijk dat het geslacht van de kandidaat bij kandidaatstelling rechtens niet mag worden tegengeworpen) er evenwel - gelet op artikel 10 van het beginselprogram - geen vrouwen op de kandidatenlijst toegelaten kunnen en mogen worden. In artikel 10 van het SGP-beginselprogram is verwoord dat het zitting nemen van de vrouw in politieke organen, zowel vertegenwoordigende als bestuurlijke, in strijd is met de roeping van de vrouw. Naar uitwijzen van de Schrift komt de vrouw het regeerambt niet toe. Daarom is en blijft het toch de plicht van iedere selectieadviescommissie binnen de SGP om vrouwelijke kandidaten van de kieslijsten te weren, ook al mag dit van de rechter niet.

Voor die lijn hebben echter noch het SGP-hoofdbestuur noch de partij gekozen, maar zij hebben in wezen het 'geldend recht' boven het 'Goddelijke recht' geplaatst ofwel het 'Goddelijk recht' aan het 'geldend recht' ondergeschikt gemaakt. En dat ondanks de ernstige waarschuwing van ds. G. Hoogerland op de opiniepagina van het RD (5 februari 2013) om niet te buigen voor het afgodsbeeld van de emancipatie, om niet te buigen voor de eis van de rechter, maar in plaats daarvan onvoorwaardelijk te buigen voor God.4

Ten besluite

Toen het volwaardig lidmaatschap van de SGP voor de vrouw mogelijk werd gemaakt, is gezegd dat dit echt de uiterste grens was. Toch is nu weer een nieuwe vervolgstap gezet op het hellende vlak richting het laten varen van het beginsel dat de vrouw het regeerambt niet toekomt.

In 1996 bij de aanvaarding van het buitengewoon lidmaatschap voor de vrouw, werd gesteld dat de SGP het beginsel inzake de vrouw niet veranderd had. In 2006 bij de aanvaarding van het volwaardige lidmaatschap voor de vrouw, werd opnieuw gesteld dat de SGP het beginsel niet veranderd had. Waren aan het buitengewoon lidmaatschap al aspecten verbonden die niet tot het Bijbelse takenpakket van de vrouw behoren, aan het volwaardig lidmaatschap nog veel meer. Aan het volwaardig lidmaatschap zijn zonder meer regeertaken verbonden.5 Daarom, al was dan artikel 10 van het beginselprogramma onveranderd gebleven, in de praktijk was er wel degelijk sprake van beginselverzaking doordat hetgeen dat onder het 'regeerambt' werd gerekend, ten onrechte verengd werd tot alleen het zitting nemen in bestuurlijke en vertegenwoordigende politieke organen. Ook nu is van beginselverzaking sprake omdat nu de deur heel duidelijk is opengezet voor het zitting nemen van vrouwen in die organen. Het is dan ook geen wonder dat opnieuw een aantal behoudende SGP-leden voor het SGP-lidmaatschap bedankt heeft. In plaats van een beginselpartij wordt de SGP steeds meer een belangenpartij, een partij die de eigen belangen hoger acht dan het gehoorzamen aan Gods Woord. De partij spreekt daarom hen die in alle gebrek en in biddend opzien zich onvoorwaardelijk trachten te richten naar Gods Woord, steeds minder aan. Die haken meer en meer af. Helaas lijkt de partij daaraan geen boodschap te hebben. Men blijft maar stug volhouden het beginsel niet veranderd of verzaakt te hebben, in plaats van de zonden af te breken en gezamenlijk schuld te belijden vanwege het verlaten van het beginsel. Geve de Heere dat het daartoe alsnog mag komen.

Noten:

1) Zie ook: 'Gods Woord van de troon en de deur open', in: In het Spoor, februarinummer 2013, p. 37-43

2) 'Mogelijke andere formulering vrouwenartikel', in: RD, 14 maart 2013

3) 'Plasterk tevreden met vrouwenbesluit SGP', in: RD, 28 maart 2013

4) G. Hoogerland, 'Laat SGP zich niet meevoeren met emancipatiegolf', in: RD, 5 februari 2013

5) Zie: 'De vrouwenbesluiten van Putten I, II en III', in: In het Spoor, meinummer 2006, p. 55-62

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 2013

In het spoor | 60 Pagina's

Een korte nabeschouwing

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 2013

In het spoor | 60 Pagina's