Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Is er oorzaak?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is er oorzaak?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sam. Blijft gij nog maar steeds voortgaan, Dirk! met tegen de vereeniging te strijden?
Dirk. Zoolang ik maar eenigszins kan, Sam! zal ik er tegen blijven getuigen, — althans tegen eene vereeniging op grond der concept-acte!
Sam. Maar is daarvoor oorzaak?
Dirk. Volgens Docent Wielinga niet, Sam ! doch die man schijnt zijn oogen moedwillig te sluiten voor het wroeten der Doleerenden in onze ingewanden.
Sam. Gij spreekt dit zoo stellig uit, Dirk! doch Wielinga vraagt slechts: «is er oorzaak?»
Dirk. Ja, maar in die vraag ligt de taal van verwondering opgesloten; er moest eigenlijk nog een uitroepteeken achter het vraagteeken zijn geplaatst, dan was W. reeds uit ’t opschrift te kennen. Men kan echter wel alles uit den inhoud der stukken bemerken.
Sam. Hij zal er toch wel bewijzen voor hebben, dunkt mij. Anders zou hij zeker wel ophouden; want ik verzeker u, hij krijgt er van langs van velen onzer eerste voorgangers.
Dirk. Ik weet niet, Sam! wat hem zou moeten rechtvaardigen om er mede voort te gaan.
Sam. Het is natuurlijk zijne beschouwing over de concept-acte, die hij anders meent te moeten verklaren dan schier al de andere woordvoerders.
Dirk. Och, Sam! Docent Wielinga VERKLAART die acte niet anders; — maar. met alle macht zoekt hij er eene andere verklaring aan te geven, doch....heeft ze nog niet gevonden.
Sam. Het is toch wel iemand met een helder hoofd; want hoeveel er ook tegen gezegd wordt, hij gaat maar steeds voort, zooveel mogelijk die acte te verdedigen.
Dirk. Verdedigen niet, Sam! maar in bescherming nemen. Het is jammer van den man, dat hij zijn talenten gaat besteden tot het zoeken naar iets goeds in dat ding. ’t Is zoo jammer van den kostelijken tijd, die er aan ten offer wordt gebracht en die W. beter kan besteden.
Sam. Maar als het nu toch waarlijk zijne overtuiging is, dan kan hij, ter wille van anderen, die immers niet prijsgeven! Gij werkt toch ook steeds voort, al is ’t in tegenovergestelden zin.
Dirk. Ik zeg nog eens, dat het. jammer is van den man en onbegrijpelijk tevens. Bedenk, dat W. dezelfde persoon is, die vroeger voor onze Kerk in den strijd trad met Dr. Knijper en met talent ónzen gezonden toestand verdedigde. En nu laat hij zich verstrikken! Ik kan soms den man in mijne ziel beklagen en ik vrees, dat hij ook eenmaal zich zelf zal beklagen.
Sam. En waarom, Dirk ? Is de toekomst van Docent Wielinga dan zoo donker?
Dirk. Ik ben bang, Sam ! dat onze Wielinga zich als smakeloos zout zal maken. Laat hij veel liever beginnen met te waardeeren, dat er nog een Kampen is, en zijn oog van Amsterdam afwenden. Want waarlijk, de tijd kan nog wel eens komen, dat er aoo min een Kampen als een Amsterdam voor hem is.
Sam. Dat geloof ik niet. Dirk! Reken er op, dat de Doleerenden gaarne zouden zien, dat onze Docenten zich lieten overplaatsen naar Amsterdam.
Dirh. En om wat daar te doen ?
Sam. Natuurlijk om aan de Vrije Universiteit verbonden te worden.
Dirk. Als concierge of portier ?
Sam. Wel neen, Dirk! als Hoogleeraren.
Dirk. Mis gezien, man! ik wenschte wel, dat in Kampen de oogen daarvoor eens open gingen. Dan zouden wij spoedig niet meer zooveel te velde behoeve te trekken tegen de beschermers der conceptacte.
Sam. Hoe kunt ge zóó spreken. Dirk! Het staat toch duidelijk in de concept-acte, dat onze docenten overgeplaatst zouden worden aan de V. U., zoodra de «Kamper School» opgeheven werd. Of heeft dit misschien eene andere beteekenis ?
Dirk. Neen, Sam! het is de juiste beteekenis ; doch.... er zijn wel meer beloften in het water gevallen.
Sam. Gij schijnt dit dus niet te vertrouwen ?
Dirk. Het schijnt niet mij zoo toe, maar het is duidelijk te zien, dat dit niet vertrouwbaar is ; de Doleerenden laten het U lezen. Die van ons tot hen overgaan moeten er op rekenen, dat ze houthouwers en waterpassers worden, meer niet.
Sam. Hoor eens, Dirk! ik ben zoo niet met alles op de hoogte; maar zeg mij, waar is zulks te lezen?
Dirk. In de Heraut (om maar iets te noemen staat, dat de Doleerenden hebben besloten, o. m. onze studenten, die thans aan onze school zich voorbereiden tot het leeraarsambt, als zij candidaat worden, niet toe te laten in de Doleerende Kerken.
Sam. Waarom niet?
Dirk. Ja, waarom niet ? Dat is duidelijk tusschen de regels lezen. In elk geval weten wij, dat zij tot het leeraarsambt niet waardig gekeurd worden. En nu is het dunkt mij uitgemaakt, dat zoo de studenten (candidaten) niet goed zijn, de Docenten evenmin geschikt zijn. O, dat men het toch inzag, vooral in Kampen ! Men zou ophouden naar oorzaken te zoeken en Dr. Kuyper eenvoudig toonen : man ! wees kalm; wij doorzien uwe drijven met eigenwaan al meer en meer!
Sam. Hapert er dan wat aan onze «School», Dirk? Is zij dan niet meer zoo goed als voorheen ? Want vroegere predikanten mogen toch bij hen beroepen worden !
Dirk. Die voor 1889 leeraar onzer Kerk waren, mogen per gratie bij de Doleerenden beroepen worden ; doch men vergete niet, dat zij in het oog worden gehouden en achteraan komen te staan, zoolang zij nog niet met hunne geschiedenis gebroken en een soort voetval gedaan hebben, en beloven voortaan getrouw de «Doleerende» bevelen te zullen opvolgen. En wat onze «School» aangaat, ik kan er niet over oordeelen, of deze minder goed is dan vroeger. Zeker is het eene eerste schrede tot achteruitgang der School, wanneer hare leeraren gaan heulen met Doleerenden en de geschiedenis der «Afscheiding» verstoppen, en alzoo hun hart aftrekken van de school. Want men kan niet te gelijk in Amsterdam en in Kampen wonen ; wat wel kan, is : met het lichaam in Kampen en met den geest in Amsterdam! Doch of men op die wijze aan de school kan arbeiden, laat ik anderen beslissen.
Sam. De Doleerenden schijnen het er dan toch voor te houden, dat de school te Kampen geen waarborg genoeg meer geeft voor de vorming van leeraren.
Dirk. Ik weet niet alles wat zij er in zien, Sam ! Dr. Kuyper ziet zooveel en heel de Doleerende menigte ziet in hoofdzaak door zijn bril!
Alleen weet ik, dat zij in hun kart, en nu ook op papier, onze school hebben dood verklaard.
Deze doodverklaring heeft precies op dezelfde wijze plaats gehad als de Doleerenden dat deden met de Synodale besturen, n.l. door een-op-zijde-schuiven. Zij deden dit bij de Synodale besturen ook in hun hart en op papier; verder kónden zij het niet brengen! En nu is dit mijn troost: zoo min er van ’t laatste iets te zien is, zal er van het andere ook wel niets te zien komen, en ik twijfel niet of de oogen onzer mannen zullen door al ’t schermen met woorden en machtspreuken nu wel open gaan en, hoe eerder hoe beter, dat volkje ook op zijde schuiven. Het zou de dwaasheid gekroond zijn met zulke afmakers langer te onderhandelen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juni 1889

Het Stichtsche Wekkertje | 4 Pagina's

Is er oorzaak?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juni 1889

Het Stichtsche Wekkertje | 4 Pagina's