Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Adoptie wordt steeds moeilijker

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Adoptie wordt steeds moeilijker

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

Adoptie wordt er niet eenvoudiger op, als we de gegevens van het ministerie van Justitie en van het Bureau Interlandelijke Adoptie (BIA, nu onderdeel van het vorig jaar nieuw gevormde „Wereldkinderen") nagaan. Zeker, er was veel wildgroei, er zijn grote verschillen in bemiddelingskosten, er is - deels wel terecht, deels ongemotiveerd - veel kritiek op escort-kanalen en op „zelfhalers".

Maar er is ook kritiek mogelijk op sommige adoptiefouders en hun motieven. Vóór de economische teruggang dreigde het een modeverschijnsel te worden - ook en juist bij ouders met „eigen" kinderen en met enige financiën - om „er ook zo'n bruintje bij te nemen". Dat óógt zo aardig en men oogstte er lof mee: góéd zeg, dat jullie zoiets doen en er zoveel voor over hebben...

Maar het BIA merkte dat nogal wat aanvragen werden ingetrokken toen de geldmiddelen schaarser werden. Zó diep zat het verlangen om zo'n vreemd kind te helpen dus ook weer niet. En voor de werkelijk verlangende kinderloze echtparen wordt adoptie haast onbetaalbaar: met bemiddeling al gauw rond vijftienduizend gulden per kind, voor zelfhalers soms nog meer.

Strengere eisen
De huidige staatssecretaris van justitie, mevr. Korte-Van Hemel, heeft een voorontwerp van wet opgesteld om buitenlandse adoptie beter te regelen. Haar voorgangers, mevr. mr. E. A. Haars en mr. H. Scheltema, kwamen in mei 1980 en in oktober 1982 al met een nota en een regeling waarop nu wordt voortgebouwd.

Het voorontwerp houdt o.a. in dat de aspirant-ouders niet ouder moeten zijn dan veertig jaar. Bemiddeling mag alleen gebeuren door van justitiewege erkende bureaus zonder winstbejag. Een beginseltoestemming blijft (slechts) drie jaar geldig. De aanvraag en het verkrijgen ervan gaat de aspirant-ouders geld kosten. Bij afwijzing is er beroep mogelijk. Leeftijd, medische toestand, afstand door de natuurlijke ouders enz. worden aan strengere bepalingen gebonden.

Bij bemiddeling staat het belang van het kind centraal. Bemiddeld moet worden in volgorde van binnenkomst der verzoeken. Er komt een centrale wachtlijst en een landelijke organisatie van bemiddelingsbureaus, die ook de voorlichting verzorgt.

Strafbaar
Iets nieuws in het voorontwerp is de strafbaarstelling van het zonder beginseltoestemming opnemen van buitenlandse pleegkinderen, wat via bepaalde kanalen thans wel gebeurt. Ook het zonder vergunning bemiddelen of als vergunninghouder bemiddelen voor ouders zonder toestemming van justitie wordt een overtreding, waarop maximaal tienduizend gulden boete komt te staan.

Het handelen uit winstbejag (ook bemiddelen etc.) wordt een misdrijf, te straffen met zes maanden gevangenis of 25.000 gulden maximaal. Maar in het Algemeen Politieblad (febr. '84) worden de straffen te licht genoemd en wordt gevraagd, de overtredingen ook als misdrijf aan te merken.

Overigens is het voorontwerp nog geen wet; tal van instanties als de Raden van kinderbescherming, de Raad voor het jeugdbeleid, BIA-Wereldkinderen zullen eerst nog hun advies geven voor het parlement het wetsontwerp kan aannemen. Zoals gezegd: adoptie wordt er niet gemakkelijker op, want de nadruk valt steeds meer op het adopteren-op-afstand; het helpen van kinderen in hun natuurlijke omgeving.

Hoewel de Nota-Haars inmiddels opgevolgd is door latere ontwikkelingen blijft het nog wel de moeite waard om enkele ideeën en conclusies van dit stuk uit 1980 naar voren te halen. Zij pleitte toen voor „verdelende rechtvaardigheid": niet méér dan één adoptiefkind plaatsen in gezinnen waar al twee of meer kinderen aanwezig zijn, al of niet geadopteerd.

Adoptiefplaatsingen in gezinnen met „eigen" kinderen blijken zeker niet succesvoller te zijn dan bij kinderloze echtparen. Dit werd vaak ontkend en maatschappelijk werkers hadden nogal eens de neiging, de voorkeur te geven aan ouders met kinderen. Het aantal beschikbare adoptiefkinderen kan bovendien gemakkelijk worden opgevangen door die kinderlozen en echtparen met één kind, die samen trouwens toch een zeer voornaam deel der aanvragers vormen, aldus deze nota.

Nu bepaalde donorlanden tijdelijk hun kanalen hebben gesloten - Indonesië en Bangladesh zijn voorbeelden - zal het aanbod zeker niet toenemen, ook al liep de vraag bij bepaalde categorieën adoptiefouders terug. Ouders met „eigen" kinderen hoeven echt niet bezorgd te zijn dat de bemiddelaars met kinder„overschot" blijven zitten wanneer zij geen aanvraag zouden indienen.

Integendeel, het lijkt ons dat zij, hoe goed bedoeld ook, de kansen voor kinderloze echtparen om te kunnen adopteren juist verminderen. En dat kan ook hùn bedoeling niet zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 maart 1984

Terdege | 60 Pagina's

Adoptie wordt steeds moeilijker

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 maart 1984

Terdege | 60 Pagina's