Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jezus' heengaan tot de Vader

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jezus' heengaan tot de Vader

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn, en u plaats zal bereid hebben, zo kome Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt waar Ik ben" Joh. 14:3<br />

In dit schriftgedeelte worden wij bepaald bij de afscheidsrede van de Heere Jezus aan de paasdis met Zijn discipelen. Welhaast zal Hij als Borg en Middelaar worden overgegeven in de handen der vijanden, om ten laatste overgegeven, veroordeeld te worden tot de kruisdood. Hij zal Zijn ziel tot een schuldoffer stellen en daarmede voldoen aan de eis des Vaders om voor al de uitverkorenen de schuld te voldoen. Christus moest sterven voor de zonden Zijns volks, maar ook ten derde dage opstaan uit het graf tot hun rechtvaardigmaking. Om dan na veertig dagen op te varen ten hemel en de plaats in te nemen aan de rechterhand des Vaders, ten goede van de Zijnen.
Welk een liefde en zorg van Christus om de discipelen voor te bereiden op Zijn heengaan tot den Vader. Zoals het tot nu toe geweest was, kon het niet blijven, namelijk de gedurige omgang met Jezus van dag tot dag in Zijn lichamelijke tegenwoordigheid. Vanwege de liefde tot Hem waren ze daar zozeer op gesteld, ja ze verwachten een aards koninkrijk met Jeruzalem als residentie.

O, wat is er een streep door hun rekening gegaan; gij zult allen aan Mij geërgerd worden. Christus wist volmaakt hoe het met hen gaan zou. Daarom sprak Hij: uw hart worde niet ontroerd, gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij; in het Huis mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga henen om u plaats te bereiden.

Welzalig is de mens, die dat mag gebeuren door genade. De mens heeft immers zijn plaats in het Paradijs in Adam, het Verbondshoofd, verzondigd, is verdreven uit die plaats en heeft afscheid van God genomen. En nu rechtens de plaats verkozen om buiten God in het eeuwige verderf te verblijven. Eeuwig wonder, nu heeft de Heere geen afscheid genomen, maar van eeuwigheid gedachten des Vredes gehad en niet des kwaads. Zondaren verkoren tot de eeuwige zaligheid! Maar wel zo, dat aan het recht Gods genoeg gedaan moest worden.
Dat kon nooit meer door de gevallen. „En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn, en u plaats zal bereid hebben, zo kome Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt waar Ikben" Joh. 14:3 Godevijandige mens. Maar Christus is met Zijn hart Borg geworden om in de plaats van de uitverkorenen, liggende onder de drievoudige dood, de Wet te vervullen in dadelijke en lijdelijke gehoorzaamheid. Daarom moest Hij in de volheid des tijds de plaats in de hemel der heerlijkheid verlaten, aannemende de menselijke natuur (ziel en lichaam), omdat de mens met ziel en lichaam gezondigd heeft. Zo kon Hij als God en mens zonder zonde voor de zonden betalen door een weg van lijden en sterven.

Voor Hem was geen plaats in de herberg, geen plaats in het hart van de zondaar. Geen plaats voor Hem op deze aarde, weg met Deze, kruis Hem. O, eeuwig wonder van vrije genade: Christus komt plaats te maken voor zichzelf door de Heilige Geest in het hart van de uitverkoren zondaar.

En zo wanneer Ik henen zal gegaan zijn en u plaats zal bereid hebben, zo kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt, waar Ik ben. U plaats zal bereid hebben; voor de discipelen, voor al Gods volk, die door de ontdekkende genade de plaats waardig worden in het eeuwige verderf, vanwege de zonden. Ja, aan de hemelvaart gaat een hellevaart vooraf.

Er is een volk, dat hel- en doemwaardig wordt. Wat wordt het dan een wonder, in een weg van recht. U, zulk een ellendige, goddeloze, onverbeteriijke, een plaats aan Zijn voeten, een plaats in de hemel op grond van de toerekening van Zijn gerechtigheid en de vrijspraak des Vaders, een recht te verkrijgen ten eeuwigen leven. Die plaats, bereid door de verdienste van Christus, Zijn lijden en sterven. Zijn opstanding uit de dood. Met Zijn hemelvaart heeft Hij Zijn menselijke natuur ingedragen in de hemel. Hij is ingegaan met Zijn bloed, niet dat van stieren of bokken. Hij heeft de hemel ontsloten, die wij hebben toegesloten door eigen schuld. En nu komt Hij weder. Denk aan Stefanus: toen hij gestenigd werd, zag hij de hemel geopend en Christus staande ter rechterhand Gods, vaardig om zijn ziel op te nemen in de hemel.

O hoevelen van Gods kinderen zijn reeds naar de ziel opgenomen en ingegaan in eeuwige heerlijkheid en dit is nu de zalige toekomst voor al degenen, die hier worden wedergeboren en geleerd en geleid door Eén en dezelfde Geest in de weg van ware bekering. Christus heeft van de Vader de plaats der ere in den hemel ontvangen. Wat heeft het de Borg gekost om ze die plaats te bereiden. Hij komt weder, straks op de jongste dag. Dan zullen hun ziel en lichaam verenigd worden zonder zonden, en dan aan alle schatten en gaven van Christus gemeenschap te hebben, om eeuwig God-Drieënig te verheerlijken. Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont. Daar nooit zonden meer, geen zondige aard meer, maar gans volmaakt; Zijn Beeld gelijkvormig, om zich te verlustigen in Hem, Die ze kocht met Zijn bloed. Eeuwige vrede, blijdschap en geen strijd en tranen meer. Hier is het duizendmaal vrezen voor Gods volk, daar nooit meer.

Lezer(es), wat zal toch uw plaats zijn, wanneer de dood intreedt en de ziel zal gaan naar de plaats van eeuwige bestemming? Of in de hel, of in de hemel! O, de Heere brenge door Zijn Geest tot waarachtige bekering, wanneer ge nog onbekeerd zijt. Ja, Hij werke de droefheid naar God, bij aanvang en bij voortgang. Brenge tot die zekerheid, om in Christus gevonden te worden, door recht. Geen rust te vinden in gestalten, maar in Hem, die dood geweest is en leeft tot in eeuwigheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 mei 1984

Terdege | 60 Pagina's

Jezus' heengaan tot de Vader

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 mei 1984

Terdege | 60 Pagina's