Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Insekten: soms lastig soms boeiend

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Insekten: soms lastig soms boeiend

Over kruipers, zoemers, bijters en stekers

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

Vliegen, torren, muggen, mieren. . . wat een narigheid en last bezorgen ze soms. Vooral in de vakantie. Dat ligt niet zozeer aan al dat gedierte, maar aan het feit dat de mens dan tijdelijk wat dichter bij de natuur leeft. Dus dichter bij al dat kriebelgrut. Wat inderdaad lastig kan zijn, maar toch ook heel boeiend is. Waarvan je juist in de vakantietijd zo gemakkelijk wat kan zien. iVl die insekten leiden een eigen leven. Het zijn ook schepselen, hoewel het voor veel mensen slechts ongedierte is. Daarover kun je twisten. Een heel oude imker in ons dorp zegt laconiek: ,,Ze moeten er zijn, anders waren ze er niet!" Omdat voor hem vaststaat dat al wat door God geschapen is, doel en nut heeft. Op fiets- en wandeltochten merken we ze al gauw, die zwervers, lopers, vliegers of lastpakken. Ze zijn interessant genoeg om er wat aandacht aan te besteden.

Zwevers
Op zonnige boslanen kun je ze in de zonnevlekken stil zien staan en opeens razendsnel naar een andere plaats schieten: zweefvliegen. Ook op allerlei bloemen komen ze snoepen van honing of stuifmeel. Juist op mooie zomerdagen vallen die behendige vliegers op. Ze staan vaak bijna zonder merkbare beweging stil in deluchtvooreen bloem. Van de vleugeltjes zie je dan nog slechts een vage schim, want ze gaan razendsnel. Tot wel driehonderd maal per seconde.
Hoe kunnen zweefvliegen als een helicoptertje in de lucht blijven hangen en hoe bewegen ze daarvoor hun vleugels? Pas met de moderne filmapparatuur kon men dit opnemen en vertraagd afdraaien, waardoor het duidelijk werd. Zo stelde men vast dat zweefvliegen in alle richtingen kunnen vliegen: vooruit, achteruit, opzij, omhoog en omlaag. Zij hebben nog steeds meer mogelijkheden dan de mens met zijn moderne apparatuur en machines heeft. Men kon vaststellen dat de vleugel verschillende bewegingen maakt bij elke slag. Hij gaat omlaag naar voren en omhoog naar achteren, draait rond het punt van inplanting, terwijl ook delen van de vleugel bewegingen maken. Het is dus veel meer dan Door A. Schouten van der Velden slechts op- en neerslaan. Al die bewegingen veroorzaken wind die wordt benut. Door deze bijzondere vliegtechniek kunnen zweefvliegen lang „stilstaan" in de lucht. Tegelijk gonzen ze met een ijl geluid. ,, Het zingen of gonzen van al die vliegen maakt het grote mooie dromerige zomergeluid, een welkome vervulling in de weken van de grote vakantie, wanneer de meeste vogels zwijgen", schreef Jac. P.Thijssein een van de Verkade-albums. Het is een heerlijk zomers geluid dat die vliegen maken. Guido Gezelle waardeerde het en schreef een mooi gedicht over dat,,aardig dierke''. Dit is het slot: . . .dat ge ons, al ronkend in de mooie zonneschijn, wist de weg te wijzen naar 't gestadig blijde zijn.

Lopers
Het bospad voert naar de heirand waar de koelte overgaat in zonnebrand. Het zand is grijs, droog en warm. Let op! Vlak voor onze voeten vliegt een insekt op, daalt even verder, loopt snel over het pad. Vrijwel steeds zijn het zandloopkevers die we daar zien. Twee soorten zijn er: de groene en de bronzen. Aan de kleur en de mooie vlektekening zijn ze goed te herkennen. Er zijn ongeveer 24000 soorten loopkevers op de wereld en het zijn allemaal rovers. Als ze zo snel over de warme zandpaden lopen zijn ze op zoek naar prooi. Het lopen van insekten is iets bijzonders. Ze hebben zes poten aan het borststuk. Raken ze daarmee niet in de war als ze lopen? En hoe doen ze dat precies? Met het blote oog is dat niet te volgen, het gaat te vlug. Maar ook dit kon met de moderne filmapparatuur worden vastgelegd. Nu weten wij hoe een insekt z' n pootjes neerzet en dat blijkt heel uitgebalanceerd.
Hij steunt op de eerste en derde poot van de ene kant samen met de tweede van de andere kant. De pootjes die geen last dragen worden naar voren geplaatst. Die dragen dan het gewicht en de eerstgenoemde drie gaan naar voren. Tijdens het lopen heeft een insekt dus steeds drie steunpunten, waardoor zijn gang heel stabiel is.

De poten zijn bovendien zeer beweeglijk en worden door spieren gestrekt of gebogen, waarmee de voorwaartse beweging wordt bewerkt. Het diertje zet zich daarbij tegen de grond of een ander oppervlak af. Hij moet dus stevig houvast hebben. Daarvoor bevinden zich aan het eind van de pootjes gekromde klauwtjes. Die zijn zo scherp dat ze nog houvast vinden op plaatsen die voor ons geheel vlak schijnen.

Bijters en stekers
Als je gaat vissen en nog vaker als je hebt gezwommen en nat aan de kant zit, krijg je soms met nijdige bijters te maken. Die komen op je huid zitten. Dat merk j e niet totdat zo' n zuiger z' n prikapparaat door je vel boort. Meestal zijn het dazen die je zo verrassen. Algemeen is de goudoogdaas, die herkenbaar is aan de groenachtige glans van de ogen en donkere vlekken op de vleugels. De meeste dazen hebben van die regenboogkleurige banden op hun samengestelde ogen. Het zijn de vrouwtjes die steken; de mannetjes zijn onschuldige bloemenbezoekers. Met hun zuiger doorboren de vrouwtjes de dikste huid en zuigen het bloed op. Een grote soort, de runderdaas, kan een plaag worden voor koeien en paarden.
Muggen zijn de bekendste plaaggeesten, niet alleen in de vakantie. Steekmuggen hebben een lange buisvormige zuiger waarmee ze door de huid boren. Ze spuiten dan meteen wat speeksel in de wond waardoor zwelling en jeuk ontstaat. Wanneer u bij een boerderij vakantie houdt, kunt u worden gestoken door de stalvlieg, die erg vervelend kan zijn. Kamervliegen kunnen ook lastig zijn, maar die steken niet. Zoek de goudoogdazen en andere insekten maar op schermbloemen die in deze tijd juist bloeien, Daarop zie je alleriei mooie insekten. Let dan eens op de ogen van die nijvere diertjes.

Hoe kijken ze?
insekten hebben een bijzonder ontwikkeld gezichtsvermogen door hun samengestelde ogen. Die worden zo genoemd omdat ze bestaan uit een groot aantal facetten. Die bolvormige ogen zijn vooral bij de zogenaamde glazenmakers, de grote libellen, heel goed te zien. Elk facet in zo' n samengesteld oog is een optische eenheid met een lens en zintuigcellen. Daarmee wordt een gedeelte van het gezichtsveld waargenomen.

De eenheden met elkaar vormen het totaalbeeld van afzonderlijke detailbeeldjes. Het aantal facetten is nogal verschillend. Sommige insekten hebben er slechts enkele, andere soms zelfs duizenden. Die zijn ook vaak weer verschillend van vorm en afmeting. Libellen hebben de meeste facetten in hun grote bolle ogen.

Insekten hebben vaak ook nog twee of drie enkelvoudige puntogen, die met een goede loep duidelijk zichtbaar zijn. Toch is het beeld dat het samengestelde oog geeft niet zo scherp als van gewervelde dieren. Het heeft echter de eigenschap om de trillingsrichting van licht te kunnen vaststellen. Zonlicht trilt in sommige vlakken meer dan in andere. Insekten kunnen dat waarnemen en zich daardoor oriënteren naar de zonnestand. Zij kunnen er ook erg goed beweging mee waarnemen door het grote aantal facetten. Vliegende insekten kunnen daardoor bodem en vegetatie in onderdelen onderscheiden.

Spinnen- en rupsendoders
Laten we nog even langs het heipad gaan zitten, een aangename manier van vakantie houden. . . Tussen de lage begroeiing zijn vaak spinnendoders op jacht. Het zijn beweeglijke, zwart-met-rode diertjes, die almaar met de vleugelljes trillen. Ze jagen op spinnen en gebruiken hun angel om de prooi te verlammen. Dan slepen ze die naar een vooraf gegraven gaatje dat ze niet steeds zo vlug kunnen terugvinden. De verlamde spin gaat erin, er wordt een eitje op gelegd en het kokertje wordt dichtgemaakt. De spin is niet dood en verteert niet maar is voedsel voor de larve.
Hetzelfde doet de rupsendoder met een verlamde rups. Dat is ook al zo'n zwart-met-rood insekt, echter met een zeer dunne taille, alsof het achterlijf aan een steeltje zit. Op die zanderige plaatsen kunt u meteen zoeken naar de trechtertjes van de mierenleeuw. Als op de rand ervan een mier of torretje loopt komt er leven onderin de trechter, want daar zit de larve verscholen. Hij werpt zand omhoog waardoor de prooi omlaag zakt, geen houvast vindt op het hellend vlak en in de kaken van zijn belager terecht komt.

Mieren
Ik ben niet eens aan de mieren toegekomen, merk ik. Die komt u vast tegen. Zie ze eens sjouwen met bouwmateriaal of prooi. Kijk eens naar de mooie paden die ze maken. Vakantiegangers willen over het algemeen graag wild zien, herten, reeën of wilde varkens. Op de Veluwe kan dat, meestal 's avonds laat, soms pas als de schemer al tamelijk dicht wordt. Het is boeiend, maar over het algemeen krijgt men niet veel tijd voor observatie. Die tijd heeft men de hele dag om op andere dieren te letten. Op alleriei wonderiijke insekten met vaak een heel bijzondere leefwijze. Je moet er een beetje met de neus op worden gedrukt. Er de tijd voor nemen. Je vooral niet haasten, maar gaan zitten of liggen in de zomerzon. U zult meer boeiende dan lastige insekten ontdekken, als u tenminste uw ogen openhoudt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 1984

Terdege | 60 Pagina's

Insekten: soms lastig soms boeiend

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 1984

Terdege | 60 Pagina's