Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ook thuis is aandacht nodig voor het kind op school

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ook thuis is aandacht nodig voor het kind op school

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Wij moesten onze kinderen onderwijzen van der jeugd af aan, naar de leer onzer vaderen, wij moesten daar goed en bloed en geld, boven alles onze rust en gemak voor over hebben en belijdenis geven van de waarheid in der waaropvoeheid in het licht laten schijnen op de kandelaar, ten spijt van de wereld en duivel, hel, vlees en bloed, uit liefde tot de Heere op Zijn gebod en de Heere zou met ons zijn en het ons wel doen gelukken".<br />

Dit schrijft Ds. L. G. C. Ledeboer in een brief aan een zekere S. te M. op 31 juli 1847. Dat is al heel wat jaren geleden! Om precies te zijn: honderdzevenendertig jaar! Zou deze zin voor ons in deze tijd dan nog wel wat te zeggen hebben?
Ds. Ledeboer schrijft: „We moesten. . ."Wat zouden we eigenlijk moeten? Het staat er; alles er voor over hebben om onze kinderen naar de leer onzer vaderen te onderwijzen. Er staat ook, dat we daar allen schromelijk in te kort schielen. Als we nagaan wat van ons als ouders en als leerkrachten geëist wordt, dan zien we wel dat deze zin ook voor ons nog geldt. Veel is er veranderd in de afgelopen 137 jaar. Reformatorische scholen werden opgericht: voor lager onderwijs, voor kleuteronderwijs, voor voortgezet onderwijs en zelfs voor buitengewoon onderwijs. Veel geld is gegeven, veel hebben we er voorover gehad. En toch. . . Toch raakt dit eigenlijk alleen de buitenkant. Als we die lange zin van Ds. Ledeboer nog eens lezen, dan staat er heel wat meer in dan het offeren van geld.,, We moesten daar boven alles onze rust en gemak voor over hebben". Ook dat raakt de buitenkant. Maar hoeveel schieten we zelfs daarin niet tekort?

Geduld
Het zijn soms maar eenvoudige dingen die van ons gevraagd worden. Hefferen van een Psalmversje bijvoorbeeld. Op school wordt er soms veel aan gedaan. Zó veel vaak, dat sommige kinderen er thuis niets meer aan hoeven te doen. Ze kennen het al! Maar er zijn ook kinderen, die niet zo gemakkelijk leren. Hebben we het geduld opgebracht om ons kind te helpen? Of zeggen we:,, Daar moet de school maar voor zorgen!'' Dan is er het leren van de Catechismus. Overhoren, nóg eens overhoren. . . 't kost tijd. 't Kost ons onze rust en ons gemak! Ds. Koelman zegt over het leren in de Inleiding van ,,De plichten der ouders": ,,Laat hen (onze kinderen) niet alleen enkele catechetische vragen van buiten leren, maar doe hen die ook begrijpen. (...) Spreek menigmaal op een ernstige, vertrouwelijke wijze over de staat van hun ziel, over de dood, het oordeel, de opstanding, de hel en de hemel, om hun geweten wakker te maken en hen te doen beseffen, van hoe groot belang het is wat u tot hen zegt".
Dat kost ons nóg meer onze rust en ons gemak! En toch is het nodig. We mogen er ons niet vanaf maken. Het gezin staat op de eerste plaats in de opvoeding. Het gezin is het primaire opvoeheid in het licht laten schijnen op de kandelaar, ten spijt van de wereld en duivel, hel, vlees en bloed, uit liefde tot de Heere op Zijn gebod en de Heere zou met ons zijn en het ons wel doen gelukken". dingsmilieu. De school komt pas op de tweede plaats. Die is het secundaire opvoedingsmilieu. Tussen ouders en kinderen is een andere band dan tussen onderwijzer en leerling. De school bouwt voort op wat vader en moeder het kind meegegeven hebben en nóg meegeven.

Vertellen
Het is vanzelfsprekend, dat een goed contact nodig is tussen gezin en school. Ouders moeten weten wat op school met hun kind gebeurt, welk onderwijs gegeven wordt, welke moeilijkheden er zijn en hoede verhouding is tussen hun kind en de juf of meester. Hoe kun je dat dan te weten komen? Belangrijk is het dat ons kind de gelegenheid krijgt over school te vertellen. Sommige kinderen vertellen haarfijn wat die dag is voorgevallen. Het valt niet altijd mee onze rust en ons gemak ervoor op te zeggen om te luisteren. . . We maken er ons nogal eens gauw vanaf met een: ,,'n Ander keertje, hoor! Ik moet nu..."
Andere kinderen vertellen uit zichzelf niets of bijna niets. Ook dan moeten we uit onze rust treden en proberen door vragen te stellen ons kind te laten vertellen. Wat we horen is geen zakelijke informatie. We kunnen er niet op afgaan. De verhalen zijn gekleurd door de beleving van ons kind. Ieder heeft wel zulke verhalen gehoord. Je schudt je hoofd. ,, Komt dat voor op school? Is Pietje van de buren zó stout? Is de meester zó streng en is de juf zó onrechtvaardig?" Gelukkig maar dat we niet meteen het verhaal van ons kind voor waar aannemen. Ik denk dat we allemaal wel de zaak relativeren. Ons kind doorziet niet alles, ziet de andere kant van de zaak niet, weet nog niet goed te beoordelen. Als onze kinderen dus vertellen of als wij vragen stellen, horen we wel heel wat van de school, maar we missen toch zeker de zakelijke informatie! Ook die is te krijgen. We denken aan het rapport, de schoolkrant en de verschillende ouderavonden of contactavonden, die in de loop van het schooljaar gehouden worden.
De opbouw van zo'n avond is verschillend. Soms wordt iemand uitgenodigd die een inleiding verzorgt. Soms vullen leerkrachten of leerlingen een deel van zo' n ouderavond. Op contactavonden deelt men meestal de tijd in. Voor elke ouder is er gelegenheid de meester of juf van het kind te spreken. Ook het werk kan dan bekeken worden.

Wat fijn is het - niet alleen voor de leerkrachten, maar ook voor ons kind - als we belangstelling tonen! Er is een ouderavond, een contactavond, een tentoonstelling. . . We vragen niet: ,,Zullen we wel gaan?'' We zeggen niet: ..Geen tijd. Geen zin. Is er alwéér wat op school? De volgende keer zullen we maar gaan." Het zou voor ons vanzelfsprekend moeten zijn om ons meeleven met het eigen onderwijs te tonen, onze belangstelling voor het wel en wee van onze kinderen te laten blijken. Op sommige plaatsen zullen dergelijke avonden veel mensen trekken, op andere plaatsen valt de opkomst misschien tegen. Hoe komt het toch, dat we met zo' n gerust hart ons kind maar laten gaan en er zó weinig om geven hoe het reilt en zeilt op school? We hebben voor ons kind natuurlijk de ,,beste" school opgezocht. Daar kunnen we het aan afstaan. Die school neemt een deel van de opvoeding van ons over. Zouden we dan als ouders daar geen belangstelling voor hebben? De school moet ook blijk geven van meeleven met ons kind. Een voorbeeld daarvan is het ouderbezoek. Juf of meester komt kennismaken. Wat is dat een belangrijk middel om de band tussen gezin en school te verstevigen! Een kind is thuis soms heel anders dan op school. Het kan thuis druk en ondeugend zijn, terwijl het op school een stil en gehoorzaam kind is. De een is driftig, de ander koppig, de volgende slordig.
Voor een leerkracht is het heel nuttig om te horen hoe die driftige jongen en dat verlegen meisje zich thuis gedragen. Ook het aangeven van bepaalde afwijkingen of doorstane ziekten kunnen meester of juf helpen een kind te accepteren zoals het is.

Voor vader en moeder is het erg fijn dat de juf of de meester van hun kind op bezoek komt. Het persoonlijke gesprek brengt de school veel dichterbij. Er komt wederzijdse waardering, hulp en steun. Zo kan ook de zo nodige eenheid in het werk van de opvoeding ontstaan.

Eenheid in opvoeding
Wat in het gezin geleerd wordt, daar wordt in de school op verder gebouwd. Dat is belangrijk voor het maatschappelijk leven, maar bovenal voor het wezenlijke van de opvoeding: het onderwijs in ,.de leer der vaderen"! De eenheid in opvoeding moet dus verder reiken dan de buitenkant. Ouders en leerkrachten moeten ook opvoeden ..in de voorzeide leer'', zoals het doopformulier het uitdrukt. Zondag 1 van de Heidelberger Catechismus is hierin overduidelijk: .,Wat is uw enige troost, beide in leven en in sterven?" De Heere geve dat onze opvoeding in gezin en op school uit genade gezegend mag worden. Dat ook kinderen deze troost zouden leren kennen! ,,Ten spijt van de wereld en duivel, hel, vlees en bloed, uit liefde tot de Heere op Zijn gebod en de Heere zou met ons zijn en het ons wel doen gelukken".

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 augustus 1984

Terdege | 60 Pagina's

Ook thuis is aandacht nodig voor het kind op school

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 augustus 1984

Terdege | 60 Pagina's