Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een wonderlijke opdracht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een wonderlijke opdracht

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„O Sion, gij verkondigster van goede boodschap, klim op een hogen berg; o Jeruzalem, gij verkondigster van goede boodschap, hef uw stem op met macht, hef ze op, vrees niet, zeg den steden van Juda: Zie, hier is uw God!"Jes.40:9<br />

De profeet Jesaja ziet met het profetisch oog het volk van Juda in moedeloosheid in Babel neerzitten. Wat is nu zijn opdracht? Hij moet dat volk troosten en bemoedigen en hen toeroepen dat de verlossing aanstaande is, en dat de beloofde Messias zeker zal komen. En dit moet hij doen in opdracht van de Heere HEERE. Dit is geen geringe zaak, aan een schuldig volk dat Heil bekend te maken en hen toe te roepen dat de verlossing op komst is. Niet de profeet maar de Onveranderlijke VerbondsGod zegt dit. En Gods Woord wordt altijd trouw volbracht, na zeventig jaar is het volk naar hun vaderland teruggekeerd.
Het gaat dus niet alléén over de verlossing van Juda uit Babel, Jesaja 40:9 is een adventstekst. Het wijst op de verlossing van de kerk des Heeren van de geest der dienstbaarheid, opdat zij ontvangen de Geest der aanneming tot kinderen. De schaduwen van het Oude Testament zullen wegvlieden. Maar het is ook een heenwijzen naar de verlossing van de hele uitverkoren kerk uit het Babel van de zonde, waarin wij alleen gekluisterd zijn.
En nu roept de profeet het volk Israël, Zion genoemd, bijzonder Jeruzalem op, om de komst van de Heere tot verlossing blijde te vermelden. Sion is de naam die aan het land en aan het volk en aan Jeruzalem wordt gegeven. Sion wordt als een persoon voorgesteld.

Jesaja is door de Heere geroepen om Zijn volk te vertroosten, maar hij roept ook het volk op om zelf van die troost te getuigen. Het volk moet aan het volk de blijde boodschap vermelden. Nu kan men nooit de boodschap als een waadijk goede boodschap brengen of men moet daar zelf persoonlijk bij betrokken zijn. Die boodschap moet door de boodschapper heengegaan zijn. Als de boodschapper er geen belang bij heeft, maar er onverschillig onder is, dan kan die boodschap niet op een waardige wijze overgebracht worden. En nu gaat de roep uit tot het hele volk om die,,goede boodschap" uitte roepen. Mozes heeft de wens geuit; ,,Och, dat al het volk des Heeren profeten waren." En als men nu persoonlijk bij die boodschap betrokken is geweest dan is het toch onmogelijk om die boodschap voor zichtehouden, namelijk dat het Gods welbehagen is om Zijn volk te bezoeken en hen zalig te maken, te veriossen van de macht van de zonde en van de dood en terug te brengen in de gemeenschap Gods. Dat Hij hen de schuld vergeeft en het eeuwige leven schenkt.
En nu moet Sion op een hoge berg klimmen en Jeruzalem moet haar stem verheffen met macht, bovendien staat er dat Sion niet moet vrezen.

Vanaf de bergen is oudtijds heel wat bekend gemaakt. De Heere heeft vanaf de SinaïZijn heilige Wet afgekondigd, en van de berg Ebal en Gerazim heeft Jozua al de geboden aan het volk voorgelezen, en vanaf de berg heeft de Heere Jezus de zaligsprekingen uitgeroepen. Nu, in onze tekst moet van een hoge berg ,,het Heil" verkondigd worden, het Heil in de komende Veriosser, de Heere Jezus Christus. Jeruzalem moet haar stem verheffen met macht, want het is de belangrijkste boodschap die ooit gebracht is geweest. Het mag en moet geweten worden wie God voor Zijn volk wil zijn en wat zij in Hem verkrijgen in Christus Jezus.
Vrees niet staat er bij. Want let wel dat alles zich teweer stelt tegen de boodschap van het Evangelie. De duivel is een grote vijand en het heil dat in Christus is tot zaligheid, daarom mobiliseert de hele macht alles om die boodschap niet over te laten komen of probeert de duivel de boodschap te verdraaien. Hij zegt: die Boodschap is zo moeilijk en zo benauwend, je moetje niet met dergelijke boodschappen bezighouden. Het is ook geen boodschap naar de mens, maar wel vóór de mens. Vrees niet, al is het schijnbaar een onmogelijkheid om die boodschap over te brengen, maar predik het evangelie aan alle plaatsen, aan alle creaturen. Jeruzalem, gij verkondigster van goede boodschap, een eenvoudige stad, vrees niet. Want wat Sion heeft, wat Jeruzalem heeft, is zo heel anders dan wat van beneden is, het is van boven. Jeruzalem en Sion moeten met macht spreken.

Schaam u het evangelie van Christus niet, vrees ook niet dat dit evangelie niet aangenomen zal worden. Neen, het zal niet door allen aangenomen worden. Hij is tot het Zijne gekomen en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen, maarzo velen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.
Vrees niet, er zullen er zoveel geloven als er verordineerd zijn tot het eeuwige leven.
Zeg tot de steden van Juda: Zie hier is uw God. Ook in de bevolkingscentra zal het Evangelie wortel schieten, net zogoed als aan de zee en op het platteland. Eerst tot de verioren schapen van Israël, tot het volk des Verbonds, maar ook tot de heidenwereld. Zie hier is uw God, d.i. Christus, de Waarachtige God en het eeuwige leven. Die de menselijke natuur heeft aangenomen om te kunnen lijden en sterven. De Zaligmaker, Die door Zijn bloedstorting verzoening aan zal brengen voor een verloren, schuldig volk.

Voor degenen die zich leren kennen als gras tegenover de heiligheid Gods, en als een afvallende bloem tegenover de gerechtigheid Gods, vergankelijk en aan de dood onderworpen, tot diegenen gaat het eeuwigdurend Woord uit. ,,Zie, hierisuw God.'' Diegenen die in hun ellende, nood en dood tot Hem de toevlucht leren nemen en tot Sions Koning komen, die worden niet beschaamd. Zie, op die persoonlijke ontmoeting komt het aan voor ons allen; van Israëls God gegeven aan mij. Hij is de mijne en ik ben de Zijne. De Heere is mijn God.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 1984

Terdege | 64 Pagina's

Een wonderlijke opdracht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 november 1984

Terdege | 64 Pagina's