Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een gezegende ontmoeting

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een gezegende ontmoeting

"En Hij moest door Samaria gaan" Joh. 4:1

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Heere gaat met Zijn discipelen van Judea naar Galilea. En dan staat er: ,,en Hij moest door Samaria gaan''. Moest dat nu echt? Het was wel de kortste weg, maar geen Jood die er over dacht om deze weg te nemen. Men liep veel liever met een boog om Samaria heen. De Joden wilden met de Samaritanen geen gemeenschap hebben. Zij verachtten en haatten de Samaritanen. De Samaritanen hadden de Joden belemmerd in de herbouw van de tempel. Ze waren ook geen echte Israƫlieten, zij waren van heidense afkomst. Wel is waar dat ze iets van het Jodendom hadden overgenomen, maar zij hadden hun eigen tempel op de berg Gerizim. Er bestond voor de Joden geen slechter volk dan de Samaritanen. Vandaar dat ze er niet over dachten, als zij van Judea naar Galilea wilden, om door Samaria te reizen. Van Christus lezen wij dat Hij door Samaria moest. Waarom;, zo vragen wij ons af. Wel, dit was een heilig moeten, een moeten naar Gods welbehagen. In Samaria waren mensen die van God gekend waren. Daar waren mensen die toegebracht moesten worden. Daar waren mensen verloren in zichzelf, daar waren schapen waarvan het geldt; die moet Ik ook toe brengen. Als dan naar Gods welbehagen de tijd van dat toebrengen is aangebroken, gaat Hij uit om dat ook waar te maken in het hart van degenen die het aangaat.

Wat is dat een groot wonder, dat Hij nu met zulke mensen te doen wil hebben, die naar Hem niet zoeken noch vragen. Ja Hij wil te doen hebben met de slechtste van de slechten. Dat juist spreekt van genade. Bij slechten is niets meer te halen, daar is alleen wat te brengen. Daar is alleen wat op te knappen. Zo wil Hij armen met goederen vervullen. Christus zit vermoeid neer bij de Jacobsbron, niet ver van Sichar. Het is ongeveer 12 uur. Als de Heere hier zit, komt er een vrouw om water te putten. Het water putten op zich is niet vreemd, wel dat dit midden op de dag gebeurt. Waterputten deed men in de vroege morgen of in de avond, wanneer de hitte van de dag weg was. Wij moeten hier echter Gods wijze leiding in zien. God laat door Zijn leiding wegen en middelen wel eens zo samen lopen, dat daardoor Zijn grote Naam wordt verheerlijkt. Juist nu moet die vrouw naar die put opdat ze daar Hem mag ontmoeten, in Wie het water des levens is. Op zo'n moment zien wij dat niet altijd, maar later mag wel eens opgemerkt worden: wat groot dat de Heere mijn weg zo leidde, dat die ontmoeting mocht plaats vinden.

Het is ongetwijfeld goed om ons af te vragen of wij ook van die gezegende ontmoetingen kennen in ons leven. Er zijn wel eens van die ontmoetingen die lang in het geheugen blijven. Dat kunnen nare ontmoetingen zijn, waar je met pijn aan terug denkt. Dat kunnen ook goede ontmoetingen zijn, waar je met vreugde aan terug denkt. Welnu, de Heere wil deze vrouw doen delen in Zijn genade. Haar ziel zal van het eeuwige verderf gered worden. Immers, of wij nu Jood of heiden zijn, dat eeuwige verderf is door de zondeval ons aller deel geworden. Niemand is in staat om zichzelf daarvan te veriossen. Dit alleen is nog niet het ergste, veel erger is dat wij niet zien, dat ons leven een verioren leven is. Niet zien dat wij midden in de dood liggen. Dat zag deze vrouw ook niet. Zij dacht te kunnen leven bij het water van de levensbron,zoals de Samaritanen dat zagen in de Jacobsbron te Sichar. Die vrouw laat dat ook duidelijk uitkomen in het gesprek met de Heere Jezus. Haar oog is gesloten voor de nood van haar leven, zij verwacht het van het water uit de Jacobsbron. En wat doen wij? Ook wij verwachten het van alles behalve van God en Zijn genade. Wij zoeken te drinken uit de bronnen van de zonde of van de wereld. Maar wij beseffen niet dat al die bronnen opdrogen. O, sinds wij in Adam God verlaten hebben, versmachten wij van de dorst. De ene zondaar drinkt aan de goot van het materialisme, de andere aan die van de zonden in alcohol en drugs. Vele dingen zouden in dit verband genoemd kunnen worden, want ten diepste drinken wij allen van het water der zonden.

Voor ons allen is nodig, dat wij door Hem die door Samaria ging worden onderwezen in de nood van ons leven. Bij het onderwijs van de grote Leraar, komt er een ogenblik dat die vrouw begerig wordt naar het Water waar Hij van sprak. Als de Heere door Zijn onderwijs het gehele leven van die vrouw open gaat leggen komt er een ogenblik, dat zij overtuigd wordt van de ernst van het leven, maar ook van de waarheid van Zijn Woord. Dat is nog zo. Waar de Heere door de Heilige Geest en door Zijn Woord gaat onderwijzen, worden wij inneriijk overtuigd van de Waarheid. Gods Woord is de Waarheid. Daardoor gaan wij dat Woord ook anders lezen en krijgt het ook een andere plaats in ons leven en gebed. Nu is het alles geen gewoonte meer of formaliteit, maar waarheid en ernst. Wat is dan nodig in ons leven? Wel, ontdekking door de Heilige Geest en het Woord van God. In die weg van ware ontdekking gaan wij zien wie wij zijn en wie God is. God voor Wie wij niet kunnen bestaan in ons zelf. Van daaruit zullen wij ook gaan zoeken naar behoud en dat is nu alleen in Hem, Die door Samaria wilde gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 januari 1985

Terdege | 64 Pagina's

Een gezegende ontmoeting

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 januari 1985

Terdege | 64 Pagina's