Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Regeren bij de gratie Gods

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Regeren bij de gratie Gods

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De gedachte van de volkssoevereiniteit en het geloof in Gods soevereiniteit staan lijnrecht tegenover elkaar. De eerste leeft uit en handelt naar menselijke wijsheid in het aan de overheid toekennen van het gezag, voorzover het volk haar ermee bekleedt. Daarmee wordt het gezag gelegd in handen van de mens en gedevalueerd tot op menselijk niveau, waarmee ten diepste de weg geopend wordt voor anarchie en wetteloosheid. Te geloven dat God de grote Soeverein is en absoluut regeert, doet ons verstaan dat er geen macht is dan van God, en dat de machten die er zijn, door Hem geordineerd zijn. Hij bekleedt de overheid als Zijn dienares met macht en gezag, waarom onze Vorstin in haar representatie van de overheid regeert bij de gratie Gods. In dat besef vieren wij Koninginnedag, een dag die meer is dan het vieren van een verjaardag als een particuliere aangelegenheid. Dat wordt onder de regering van koningin Beatrix, wellicht onbewust, onderstreept door het gegeven, dat deze dag niet gevierd wordt op haar geboortedatum 31 januari. Welke motieven daaraan ook ten grondslag liggen, dat Koninginnedag gedateerd is op 30 april maakt ons de verborgen band tussen Vorstin en volk duidelijk. Wij gedenken niet alleen in dankbaarheid dat God het leven van onze koningin spaarde, maar met name dat Hij de band tussen haar en ons volk bestendigde. In de loop der geschiedenis, ook van onze eeuw, heeft Hij volken en vorstenhuizen doen verdwijnen, maar het heeft Hem behaagd de band tussen Oranje en Nederland in stand te houden. Als dat geen gratie Gods is!

Vorst en volk zijn door,, hoger hand" aan elkaar gegeven en verbonden. In het geloof in Hem, Die de geschiedenis, ook van ons volk, leidt, belijden wij dat God, Nederland en Oranje bij elkaar horen. Wanneer echter de grote Naam uit deze trits wordt doorgestreept en wegvalt, dan blijft er van de band tussen vorstin en volk niets anders over, dan een toevallige uitkomst van onze nationale historie. Het heeft dan ook een diepe zin te erkennen dat onze vorstin regeert bij de gratie Gods, hoe afgesleten dit restant van een overheidsbelijdenis in onze wetgeving ook klinken moge. Zij is aan ons volk geschonken en gelaten als een gave van Hem, Die alle dingen regeert. Dat is geen bijvalsbetuiging met haar regering of optreden als staatshoofd, maar dat is een belijdenis vanuit Gods Woord, die ons dringt tot voorbidding voor haar en haar regering, tot een smeking vanuit onze hulpeloosheid om de Geest van de opperste Wijsheid, die haar met macht en gezag bekleedt. "

Door Mij regeren de koningen! Zo spreekt omsluierd in de taal van onze tekst profetisch de Vorst van Pasen, aan Wie alle macht in hemel èn op aarde gegeven is. Hij heeft Zijn grote strijd gestreden en de overste dezer wereld geveld. Hij heeft overwonnen en alle machten aan Zijn zegewagen gebonden. Hem is de scepter der Godsregering in handen gelegd. Is Hij niet de Koning der koningen, de Overste van de koningen der aarde. door de Vader uit de doden opgewekt en gezet tot Zijn rechterhand in de hemel? In Zijn hand rust de boekrol van Gods welbehagen, die met Zijn Naam vervuld is. Door Hem zijn alle dingen geschapen in de hemelen en op de aarde, zichtbaar en onzichtbaar, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten. Hij is vóór alle dingen en alle dingen bestaan tezamen door Hem. Door Mij regeren de koningen. Zo vindt het spreken van de opperste Wijsheid zijn vervulling in Hem, in Wiens dood en opstanding de wijsheid Gods onthuld en verklaard wordt, en Die in soevereine glorie gezeten is in de troon van Zijn Vader, Die alle dingen Zijn voeten onderworpen heeft. Hij regeert en alles staat Hem ten dienste, en niemand zou enige macht hebben, zo het niet van Hem gegeven is. Daarom zijn de koningen aan Hem verantwoording schuldig aangaande de bediening van hun hoge ambt, niet geroepen als zij zijn om te heersen, maar om in recht en gerechtigheid Hem en het volk te dienen en in hun regering de glans van Zijn eeuwig regiment te weerkaatsen. Hij, Die Zijn soevereiniteit oefent door de overheden en hun Zijn gezag verleent, richt immers Zelf Zijn volk met gerechtigheid en Zijn ellendigen met recht, om de kinderen van de nooddruftige te verlossen en de verdrukker te verbrijzelen. Zo wil Hij gerechtigheid stellen op aarde als teken van Zijn koningschap.

Het besef van deze hoge roeping doe ons de troon van onze vorstin beschermen met onze gebeden, opdat zij, door God geregeerd, een goed instrument zal zijn in de handen van deze Koning om de ellendigen te redden, en die geen helper heeft; juist ook als wij ons afvragen waar in onze tijd die nooddruftigen te vinden zijn. Dan richten wij op Koninginnedag ons hart en oog ver omhoog in een luide roep om de wijsheid Gods voor onze vorstin, door wier hand het de grote Koning belieft ons te regeren, opdat het ook voor haar gelden zal: ,,WelgeIukzaligis de mens, die deze wijsheid vindt'', en opdat het voor haar volk gelden zal:,, Welgelukzalig is het land, welks koning een zoon der edelen is".

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 29 april 1986

Terdege | 64 Pagina's

Regeren bij de gratie Gods

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 29 april 1986

Terdege | 64 Pagina's