Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik ben de deur

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik ben de deur

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

De Heere Jezus zegt in vers 7; „ Ik ben de Deur der schapen'' en herhaalt in vers 9: „ Ik ben de Deur''. Hij is de énige en wettige toegang tot de hemelse schaapskooi: het koninkrijk der hemelen. Toen de mens in het paradijs in Adam viel en God had beledigd, Zijn rechtvaardige toorn had opgewekt en Zijn Schepper en Weldoener met een altijddurende afwijking verlaten had, sloot God die hemelse schaapskooi. Een engel met een uitgetrokken zwaard werd bij de ingang van de hof geplaatst en geen mensenkind kon of mocht meer tot God naderen. De ganse wereld was voor God verdoemelijk en verloren. En toch, eeuwig wonder, er zullen mensen behouden worden. Naar Zijn souverein welbehagen heeft God Zich een gemeente ten eeuwigen leven verkoren. Anderen heeft Hij als bokken gesteld tot toorn! Maar die in Christus verkoren zijn, zullen leven en Zijn lof vertellen. Hoe zullen zij binnenkomen en behouden worden? Door de Deur en door het ingaan door die Deur. God gaf een Deur. God maakte zelf de toegang tot Zijn koninkrijk open. Zijn Zoon, Jezus Christus is de Deur: Ik ben de Deur. In de verheerlijking van Gods recht werd de toegang vrijgemaakt. De Zoon van God werd de dienstknecht des Vaders en daalde af in de diepste verlorenheid en was buiten in een eeuwige nacht: ,,Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" Als Borg volbracht Hij. De goede Herder stelt Zijn leven voor Zijn schapen, de gegevenen van de Vader, vers 11. Het voorhangsel scheurde open; Christus de Deur. Hij is dé Deur en de énige Deur. Niemand komt tot de Vader dan door Hem.

Geen geboorte uit christelijke ouders brengt ons binnen. Geen doop, geen belijdenis, geen avondmaal, geen deugden, geen plichten of menselijke godsdienstigheid. Alleen die door Hem ingaat zal behouden worden. Christus roept verloren zondaars toe: ,,Ik ben de Deur". Buiten Hem te zijn is buiten God te zijn. Dan ligt men verloren en gaat men verloren. De schapen waren 's nachts buiten de schaapskooi ten dode opgeschreven. Zij moesten binnen zijn!De Heere Jezus zegt niet tegen sommigen: ,,IkbendeDeur", maar Hij zegt in de prediking van het Evangelie tot allen:,, Ik ben de Deur''. Onbepaald zegt Hij:,,indien iemand door Mij ingaat". Och, ik bid u, hoort Zijn stem:,, wendt u naar Mij toe en wordt behouden, o alle gij einden der aarde, want Ik ben God en niemand meer". Toch, helaas, hoe dwaas is de gevallen mens. Hij wïl niet ingaan. Hij wil liever buiten blijven, in blindheid zijn uiterste ellende niet kennende. Jezus zegt:,, Gij lieden wilt tot Mij niet komen. '' Paulus schrijft: er is niemand, die God zoekt.

De mens kan ook niet ingaan: ,,dood zijnde door de misdaden en de zonden". Jezus sprak:,,niemand kan tot Mij komen". Nochtans zullen er komen. Zij zullen komen met geween en met smeking zal Ik hen voeren. De Heere Zelf brengt hen toe. ,,Ik wil en zij zullen". Door de kracht van Zijn woord en Geest doet Hij hen ontwaken uit hun doodslaap. Hij zendt de wet in hun geweten, overtuigt hen van zonde, van alle tekort van eigen gerechtigheid en de volstrekte onmogelijkheid van behoudenis door enige inspanning van het schepsel. De donder van de Sinaï verschrikt het verloren schaap dodelijk en het zoekt een veilig heenkomen: ,,och Heere, och wierd mijn ziel door U gered''. En dan een laatste, beslissende slag: rechtvaardig buiten, rechtvaardig verloren. Hoort ge het schaap kreunen: is er nog een weg? is er nog een middel? O, wat kan het hart, in droefheid naar God over de zonde, versmelten als het eens horen mag, dat God naar zulken nog Zijn handen uitbreidt. Kan het nog voor zulken? Maar, och Heere, hoe moet het? Hoe kan het? is er dan nog een Deur? Wie is die Deur? Waar is die Deur? En: is die er voor mij?

Wel, als een wonder komt Hij met Zijn inwendig roepende stem Zichzelf te openbaren:,,Ik ben de Deur". In en door het Evangelie maakt Hij Zich door Zijn Geest bekend en overreedt het hart door on wederstandelij ke nodigingen en liefde spreekt tot de ziel: Kom in! Zodra de ziel nu door Zijn Geest amen daarop zeggen mag, gaat zij bevindelijk over in Hem, gaat zij in door Hem en is zij behouden.,, Er is geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest." Binnen zijnde roepen zij: Heere, waarom was het op mij gemunt, daar zovelen gaan verloren, die Gij geen ontferming gunt. Ik zal U al mijn liefde waardig schatten, wijl Gij mijn rechterhand woudt vatten. Door U, door U alleen, om' t eeuwig welbehagen. Ten slotte: ,,Van nature zijn wij geen schapen, maar worden meer als beren en leeuwen geboren, totdat de Geest van Christus ons temt en uit wilde en ongetemde beesten tamme en zachtmoedige dieren maakt," Calvijns Commentaar op Joh. 10.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 oktober 1986

Terdege | 64 Pagina's

Ik ben de deur

Bekijk de hele uitgave van woensdag 15 oktober 1986

Terdege | 64 Pagina's