Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"Ik zei: er kan beure wat er wil, maar je zal wel op een meule motte wonen"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"Ik zei: er kan beure wat er wil, maar je zal wel op een meule motte wonen"

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />"Als kind was ik al een biete meulegek en dat is alleen maar erger geworden." Een uitdrukking die molenaar en molenmaker Cock van den Berg ten voeten uit tekent. Sinds enige maanden deelt zijn kersverse vrouw Joke met hem de unieke behuizing. Al heeft het wonen in een werkende molen ook z'n minder leuke kanten. Althans, voor een buitenstaander. Cock en Joke malen daar niet om. . .

Het smalle wegje dat me langs een modern gemaal en de houten onderkomens van Kinderdijkse rietsnijders heeft gevoerd, eindigt bij een schuur. Bij het natuurlijke doch spaarzame licht van maan en enkele sterren parkeer ik langs een rietkraag en stap omzichtig uit om niet direct tot m' n hals in het water te staan. Voor me begint een nog geen halve meter breed slingerpad, van het soort dat W. G. van der Hulst beschrijft in verhaaltjes ,,voor onze kleinen''. Ook nu bemerk ik dat ik m' n zaklamp weer ben vergeten, iets wat me alleen overkomt als m' n weg naar duistere oorden voert. Aangezien een dergelijke constatering weinig concreets oplevert zet ik aarzelend, als een slijkgeus die op weg is naar een hagepreek, de eerste schreden op het pad. Behoedzaam schuifel ik door het donker om stokstijf te blijven staan als een zwarte vlek in de berm in beweging komt en onheilspellend begint te loeien. Uit het geluid valt niet op te maken van welk geslacht m' n belager is, maar op grond van het gegeven dat gevaar sneller onderschat dan overschat wordt lijkt een rasse vlucht me raadzaam. Zo snel als het maanlicht dat toelaat snel ik in de richting van een kolossaal gevaarte, dat naarmate ik dichterbij kom de vormen van een molen aan gaat nemen. De stier of wat het ook wezen mag staakt de achtervolging.

Molenaarsvrouw
Na een paar honderd meter voetpad en twee molens bereik ik de ronde stenen bovenkruier van molenaar Cock van den Berg. Achter de ouderwetse raampjes zie ik hem in een ruimte die eens woonkamer moet worden bezig met planken, zaag en hamer. M'n geklop op de deur beantwoordt hij met een luidkeels,, Achterom!" De deur aan de achterkant van de eeuwenoude molen wordt geopend door Joke van den Berg, een wel zeer jeugdige molenaarsvrouw. Op haar zwarte klompen gaat ze me voor, het keukentje in. Enkele maanden geleden was ze nog verpleegster in het streekziekenhuis van Bennekom, nu gaat ze als echtgenote van een molenaar door het leven. Dat dit lot haar te wachten stond wist ze op het moment dat ze met Cock verkering kreeg. Die liet daarover gaan onzekerheid bestaan, ,,Ikzeg: ,,Er kan beure wat er wil, maarjezalwel op een meule motte wone'', doet de in ketelpak gestoken Kinderdijker krachtig uit de doeken.,, Als kind was ik al een bietje meulegek en dat is alleen maar erger geworden". Zijn Friese echtgenote begreep dat het menens was. Een collegaatje opperde dat ze het allicht een jaartje in de molen kon proberen, maar met realiteitszin antwoordde de Friezin: ,,Een jaartje, ik zit daar wel voor m" n léven''. Gezien haar zonnige lach lijdt ze niet onder die gedachte. De passie van haar man is op haar overgeslagen. ,,InBroeksterwoude staat ook een molen. Die vond ik wel mooi, maar écht staan zag ik ' m niet. Dat kwam pas toen ik met Cock verkering kreeg".

Smorrelen
Met de afgelegen ligging van de molen heeft ze geen moeite. ,,Je woont hier vrij, maar niet eng. En van heimwee heb ik nooit last gehad. Als ik m' n rommel maar om me heen heb en wat kan knutselen. Ik heb nu al zin om te leren fuiken breien. En af en toe komt m'n zus logeren. Kunnen we lekker Fries mauwen". ,, Het was voor mij moeilij k om een vrouwchie te vinden dat hier tieren zou", zegt Cock ernstig en werpt een dankbare blik naar zijn gade. ,,Maar God bestuurt dat en als het mot gaat het zo." Zijn huwelijk maakte ook een einde aan de onpraktische elementen van hetvrijgezellenleven. ,,Ik hoef nou niet meer van de meule af om warm te gaan eten. Dat deed ik nog bij m' n ouders. En als ik ziek was brochten de buren van de vierde molen een prakkie. Zaterdags smorrelde ik zelfwel'swatin'tkeukentjie, maar plezier heb' k er nooit in gehad."

Keuken
Aan de keuken kan het niet gelegen hebben. Het is een gezellig hokje dat er door de ronde vorm van de molen niet alledaags uitziet. In een L-vorm ligt het om het onderwiel, een enorm rad dat deskundig is weggewerkt. Dat is te bereiken via de deurtjes in één van de wanden. ,,Andersmotdehele wand eruit as' r wat aan de hand is", licht Cock toe en opent de deuren waarachter de leek een ingebouwde kast verwacht. Het is een vreemde ervaring om in plaats van kopjes een kolossaal rad te zien. Niet alleen het molenaarsechtpaar vindt het verrassende van hun woning aantrekkelijk, maar ook menige toerist. Cock kan wel wat hebben van vreemdelingen. In de zomermaanden fungeert hij meermalen als gids in de bezoekmolen. Maar brutaliteit verafschuwt hij. Dat ondervond een onbescheiden Haagse dame. ,, Dat mens kwam zo de keuken binnenzetten, terwijl ik aan tafel een biefstukkie zat weg te werken. Of ze even de meule mocht zien. Ik zeg: ,,Maak nou gauw dat je wegkomt. Ik loop bij jullie toch ook niet binnen zonder te kloppen".

Wasstamper
In z'n kleuterjaren struinde Cock al rond in een molen die door een kennis van zijn vader werd bewoond. Thuis maakte hij miniatuurmolentjes, de eerste van een oude wasstamper. Bij het klimmen der jaren leerden molenaars van naam hem het vak. Toen hij naar de ambachtschool ging stond hem een vast doel voor ogen: zo snel mogelijk molenmaker worden. Na vier jaar merkte hij dat dat doel niet zo gemakkelijk te verwezenlijken was. Geen molenmaker voelde er voor om een timmerman zonder ervaring in dienst te nemen voor het specialistische werk. Zijn ideaal lag aan gruzelementen. Niet al te enthousiast sollliciteerde hij bij een Kinderdijkse aannemer en werd aangenomen. Maar z'n oude liefde stierf niet. ,,Elkeke6ralsik over den dijk kwam keek ik naardemeules". Een vacature bij een metselaar die molens in onderhoud had bracht het ideaal dichterbij. Nog onverwacht werd door het waterschap ,,DeNederwaard", dat inmiddels is opgegaan in het Hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfherenlanden, een timmerman/molenmaker gevraagd. Hij was nog geen 21 toen hij het zozeer begeerde beroep uit kon gaan oefenen. Als collega kreeg hij z'n oud-leermeerster Jan de Vries, met wie hij alweer vijfjaar de dertien molens van de Nederwaard plus bijbehorende gebouwen onderhoudt.

Lek
Ook een andere lang gekoesterde wens ging in vervulling. Cock mocht een molen gaan bewonen. Nu was dit allerminst een gunst te noemen. De derde molen stond al elf jaar leeg in verband met z' n poreuze toestand. Wie de zeef wilde bewonen mocht eerst wel een voorraad paraplu's en plastic inslaan. Hoewel velen hem gek verklaarden aanvaardde de molenminnaar de aanbieding met vreugde. Liever in een lekkende molen dan in een droge villa. In de achterliggende vijfjaar onderging het bouwwerk een metamorfose. Het zou onjuist zijn om nu van een waterdichte toestand te spreken, maar de paraplutijd is toch voorbij. Ook intern is er drastisch gereorganiseerd, al moet er op de begane grond nog het nodige gebeuren. De halfcirkelvormige woonkamer staat volledig op z'n kop. Oude gehavende balken zijn na verwijdering van het gipsplaten plafond weer te voorschijn gekomen en worden één voor één gerestaureerd. De muur naast de opnieuw gemetselde schoorsteen is beplakt met steenstrips. Verschillende muren zijn weggebroken, vloeren opgehoogd en originele zes- en twaalf-ruitige ramen geplaatst. Met het laatste heeft Cock gewacht tot hij er zeker van was dat Joke zijn leven zou gaan delen. ,,Vooraldatgezeem heb ik geen tijd".

Sfeer
Achter het halletje bij de voordeur ligt de WC. Ook dit vertrek grenst aan het onderwiel. ,,Als de molen draait is het er een oorverdovende herrie", lacht Joke, Cock knikt blij. Zelfs op het toilet kan hij stil genieten van zijn malende molen. Langs een door hemzelf geconstrueerde trap bereiken we de eerste verdieping. ,, Lage zolder'', corrigeert Cock. Ik knik gehoorzaam. Het is een gepaste benaming. Voorovergebogen trekken we in ganzemars de lage logeerkamer binnen. Ook dit vertrek heeft de vorm van een doorgesneden cirkel. Tegen het plafond kleven ouderwetse balken. In een hokje ernaast staat de wasmachine een centimeter of tien boven de vloer in een houten bak, die met ijzeren stangen aan een decimeters dikke balk is opgehangen. ,,Je zit hier boven de keuken", licht Cock toe. ,,Alsdatdingopde planken vloer staat dreun je beneden weg". Verscheidene treden opwaarts ligt de middenzolder, waar ik een knap stukje timmermanswerk in ogenschouw kan nemen. Alle ronde wanden zijn betimmerd en behangen, een schier onmogelijk karwei omdat de molen niet alleen rond maar tot overmaat van ramp ook kegelvormig is. De logische consequentie is dat de gipsplaten en behangstroken boven smaller moesten zijn dan beneden. En dat alles zonder spleet of naad om de zaak vervolgens af te timmeren met rond geschaafde plinten. Afgezien van de typische afmetingen en de naar binnen hellende muren zouden de twee slaapkamers en badcel in een nieuwbouwhuis niet misstaan.,,Maar zo'n vloer vind je nergens", dweept Cock. Hij heeft gelijk. Het hoogteverschil tussen de voor- en achterkant van de grootste slaapkamer laat bij na toe om van een glijbaan te spreken. ,,Dat geeft nu juist sfeer hè'', glimt de molenmaker. Joke vindt het allemaal wel best. Ze is content met het rommelkamertje dat ze tot haar beschikking heeft gekregen. Voorlopig zijn al haar spullen daar opgeslagen. De puinhoop is onbeschrijfelijk. Cock heeft zijn boeken met een slordige 8000 ansichtkaarten van molens angstvallig afgescheiden van de bezittingen van zijn eega en afgedekt meteen kleed. ,,ln 't huwelij ksformulier staat datje goede acht moet geven op je huishouding", verzucht hij hulpeloos. Zijn Friezin lacht onbezorgd en begeeft > zich naar beneden. Voor mij zit de tocht er nog niet op. Want voor Cock begint de molen nu pas. Ik volg hem door een schuifdeur naar een vochtig, kil hok. Langs de natte ruwe buitenmuur klimmen we naar de rookzolder. „Hier kwam vroeger de rook uit" wijst de molenaar. ,,Die moest door de kap en wat rookgaten maar een uitweg zien te vinden". De wanden zijn zwart van twee eeuwen roetuitworp. Een rookkanaal met een opening aan beide zijden van de molen was al een verbetering. Bepaald ideaal was de toestand nog niet, want afhankelijk van de wind moest de molenaar dé klep aan een van beide kanten sluiten. Vergat hij dit of draaide' s nachts de wind, dan werd de rook teruggeblazen in de pijp met het gevaar van kolendampvergiftiging voor de bewoners. Die dreiging is sinds kort afgewend door de aansluiting van de molens op aardgas.

Elementen
Op een plank staan potten appelmoes. Blikvanger in de kale ruimte is de massieve spil, het hart van de molen dat op de eerste verdiepingen is weggewerkt, maar hier in al zijn glorie pronkt. ,, Eigelijk mot je over koningsspil spreken", onderricht Cock, ,,maar dat klinkt zo boekachtig."Opnieuw beklimmen we een trap.,,Smeerzolder!" stelt de molenaar kort en krachtig vast. Verliefd leunt hij tegen het bovenwiel, een zwaar rad dat respect opwekt voor het vakmanschap van achttiendeeeuwse ambachtslieden. Het gevaarte is uitgerust met 68 kammen, azijnhouten uitsteeksels die in de openingen van het bovenrondselgrijpen. Hetrondsel, een trommelvormig rad dat bestaat uit twee schijven die door staven aan elkaar verbonden zijn, is op de kop van de koningsspil bevestigd. Door middel van het bovenwiel en het rondsel wordt de beweging van de aan de wieken verbonden molenas overgebracht op de spil. Onderin de molen gebeurt het tegenovergestelde. Het onderrondselzethetmet91 kammen uitgeruste onderwiel in beweging. Het scheprad, waar het uiteindelijk om gaat, draait om dezelfde as als het onderwiel, maar is daarvan afgescheiden door een muur.

Muziek
Na de technische uiteenzetting kijkt de molenaar me indringend aan.,, Voor mij is de meule een levend monument". Ik knik begripvol en betast de gietijzeren rollen waarop de draaibare molenkaprust. ,,Als'ie maalt ben je met de elementen bezig", vervolgt Cock geestdriftig en klimt langs een gammele leer naar de kap. Terwijl ik door een opening in de houten kap naar de twinkelende lichfles in een volgende molen tuur vertelt hij onverdroten voort over kuieren, zeilen voorleggen, assen smeren met varkensreuzel. . . Van de zure wind die zich door reten in de kap een weg zoekt naar de smeerzolder heeft hij schijnbaar geen last. In de keuken heeft Joke een voorraad appels geschild. Met de ellebogen op tafel zet Cock de geneugten van het molenaarsleven nog eens op een rijtje. Z'nfuikies, z'n kalfie op de gepachte berm tussen de tweede en derde molen, het geluid van bonkende raderen. ,,Je zit nergens zo mooi als achter een raam waarvoor steeds wieken rondzwaaien". ,,Vooralalsde andere molens ook draaien", vindt Joke. ,,Kunje lekker kijken wie het hardst gaat." Cock lacht vaderlijk. ,,Dat gezwiep hè", zegt hij dromerig. ,,'t Gaat mij nooit te hard. Het gebeurt wel eens dat alle koppies in de in gebouwde kast hier staan te rammelen. Een ander heeft Hilversum drie aan, nou, dit is mijn muziek".

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 maart 1987

Terdege | 64 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 maart 1987

Terdege | 64 Pagina's