De opgestane Heere ontmoet?

Er zijn verschillende verschijningen van de opgestane Heiland waar Paulus stilzwijgend aan voorbij gaat. Hij spreekt niet van de verschijning aan de vrouwen, aan Maria Magdalena, aan de Emmaüsgangers, aan de discipelen aan de zee van Tiberias. Maar wèl van die aan Simon Petrus. ,,En dat Hij van Cefas is gezien", daarna van de twaalven, en dan komt deze mededeling:,,Daarna is Hij gezien van méér dan vijfhonderd broederen op éénmaal.'' Waarom toch gaat hij aan de andere ontmoetingen voorbij? Zijn die dan niet zo belangrijk? Néén, dat is zijn bedoeling niet. Want al die verschijI ningen zijn stuk voor stuk voor de I Kerk des Heeren vol rijke inhoud. ; Van dat onderwijs krijgt de Kerk nooit genoeg. En toch noemt Paulus die hier niet! Dat heeft zijn reden. Er zijn mensen in Corinthe, die de opstanding uit de doden loochenen. Zij zeggen: ,,Uit het graf keert niemand weer!" Zulke ongeloofspredikers zijn er ook vandaag genoeg. Zo velen denken: dood is dood en weg is weg. Dat is voorbij. Nou, als dat zó is, zegt Paulus, dan is onze prediking ijdel en ijdel is ook ons geloof. Dan is óók de Heere Jezus niet opgestaan. En dan zijn wij leugenaars, valse getuigen Gods. Dan staat heel de leer der verzoening op losse schroeven. Dan is de zonde niet verzoend en de schuld niet betaald en dan is de dood niet verslonden tot overwinning, dan heeft de laatste vijand, die teniet gedaan moest worden, toch nog het laatste woord.

Maar met de dood is het niet uit. De mens gaat naar zijn eeuwig huis. U zult God ontmoeten en de eeuwigheid aandoen. En. . . Christus is opgestaan uit de doden! Hij heeftalles te zeggen over de dood. Hij is de grote Overwinnaar van de dood, hel en graf! Hij heeft de vorst der duisternis zijn vangst ontnomen. Wilt u een overtuigend bewijs, dat Christus wèl is opgestaan? Velen hebben de opgestane Heere ontmoet. Hij is van Cefas gezien! Wie Petrus is weten ze in Corinthe. Er was zelfs een groep, die zich naar hem noemde. De één zei immers: ik ben van Paulus, en de ander: en ik van Cefas. Niet dat Paulus dat aanprijst - in geen geval - maar Petrus genoot gezag onder die mensen. Ze wisten, dat hetgeen hij zei, waar was! Nu, Hij is van Cefas gezien. En daarna van de twaalven. En als dat nog niet genoeg is, dan mag ik u zeggen, dat Hij van meer dan vijfhonderd broederen op éénmaal gezien is. Christus lééft! Hij is opgestaan. Paulus beroept zich op zo vele getuigen. Het merendeel van hen leeft nog! U kunt het zélf vragen. De levende getuigen van de opstanding van de Heere Jezus waren er in die tijd nog bij honderden! Een wolk van getuigen kan het beamen, dat Hij lééft!

Nog altijd wordt het betwijfeld, dat Christus uit de doden is opgestaan. Christus zou voortleven in de herinnering van Zijn discipelen. Hij zou voortleven in de prediking. O, Christus is in hun ogen een voortreffelijk mens, een uitstekende Leraar. . . Maar Hij is niet de Eerstgeborene uit de doden. Maar. . . waar blijft men dan met die vijfhonderd broederen op éénmaal? Vijfhonderd paar ogen hebben Hem in levenden lijve en heerlijkheid aanschouwd! O, de zekerheid aangaande Zijn opstanding staat volkomen vast! Maar. . ., is het ook vast in ons leven? Door Zijn opstandingskracht is het mogelijk voor ons om opgewekt te worden tot een nieuw leven zodat we anders gaan denken, anders gaan begeren en anders gaan leven. De Heere krijgt in die weg de hoogste plaats in ons hart en leven. We gaan met Ruth de dienst des Heeren kiezen vóór en boven alles. Hij wordt onze hoogste Profeet, onze enige Hogepriester en onze eeuwige Koning! En dan ook mogen wij Hem gedurig ontmoeten. Dan hebben wij het mét Job niet alleen van horen zeggen, maar dan hebben wij Hem zélf ontmoet! En dat kan dan niemand ons meer ontnemen.

Hlet is ook mogelijk, dat we wèl geloven, dat de Heere Jezus waarlijk is opgestaan, maar dat het bij ons ,,gewoon" bij het oude blijft. Datis verschrikkelijk, want dan zullen we eens Hem ontmoeten en zal Hij ons voor eeuwig veroordelen. O, we hebben te doen met een levende Heiland. Hij kan en wil ons opwekken tot een nieuw leven. Ga toch tot Hem! Hij is heel dichtbij. Neem tot Hem de toevlucht in het gebed en het zal u tot vreugde zijn. Dan leert u met Job zeggen:,, Ik weet, dat mijn Verlosser lééft!"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen